Doorgaan naar hoofdcontent

Samuel van Zeehofje


Het Samuel de Zeehofje in Leiden

Hoewel schrijnende armoede - zoals in de achttiende en negentiende eeuw - tegenwoordig bijna niet meer voorkomt is het goed te weten dat het Samuel de Zeehofje er nog is.
Mijn voorvader Jacobus Weijers is molenaar in Zoeterwoude geweest en in 1855, als hij 65 jaar oud is, wordt het hem toegestaan huisje nummer zes te betrekken in dit hofje. Zijn oudtante, Willemijntje Montanje, heeft eveneens in het hofje gewoond.
Jacobus woonde in ieder geval tot zijn overlijden in 1870 in het Samuel de Zeehofje aan de Doezastraat 18.
Samuel de Zee bepaalde in 1724 bij testament dat de tien huizen, die hij op de plaats van een vroegere kaatsbaan liet bouwen, bewoond moesten worden door arme familieleden. Mochten deze er niet zijn, dan bestemde hij ze voor behoeftige alleenstaande vrouwen of weduwen, die tot de hervormde kerk behoorden. Zowel boven de ingangspoort aan de Doezastraat als boven de poort aan het einde van de lange toegang zijn gedenkstenen met teksten aangebracht. Het hofje zelf bestaat uit twee gedeelten, van elkaar gescheiden door een oorspronkelijk als catechisatieruimte en regentenkamer gebouwd lokaal uit 1743 en met elkaar verbonden door twee poortjes, waarbij het rechterpoortje pas bij de restauratie in 1981 tot stand kwam. In beide delen staan de huizen rond een vierkante tuin. De woningen in het achterste gedeelte zijn iets kleiner; de vensters zijn voorzien van luiken en de bovenlichten bestaan uit kleine klapvensters. Deze huisjes stonden er al en werden in 1743 aan het hofje toegevoegd.
Bronnen: Architectuur en monumentengids Leiden onder redaktie van Jan Dröge c.s.;
Bevolkingsregister Leiden 1854-1861 folio 136

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da