Doorgaan naar hoofdcontent

Nog meer vakantie!

Frankrijk is een mooi land. Zo zaten wij eind mei, begin juni voor de elfde keer op ons vertrouwde adres in Malaucène, aan de voet van Mont Ventoux. Van hieruit kun je meerdere kanten van de Provence bezoeken en in het voorseizoen is het nog niet zo druk. Omdat het weer niet zo geweldig was trokken we er op uit en hebben de volgende locaties bezocht:

SALON-DE-PROVENCE
Eerst daar maar eens heen, de stad van Nostradamus, met zijn centrum vol weelderige panden uit lang vervlogen tijden. Het Château de l’Empéri torent statig uit boven de stad. Empéri verwijst naar het Heilige Roomse Rijk, waarvan diverse vorsten in dit kasteel verbleven. Twaalf jaar reisde Nostradamus door Europa en het Oosten en ontwikkelde hij medicijnen tegen de pest. In Salon wijdde hij zich aan de astrologie. Eten deden we in het romantische restaurant La Salle à Manger: goede kwaliteit maar met weinig fantasie.

Restaurant La Salle à Manger

Château de l'Empéri


PERNES-LES-FONTAINES
Er zijn veertig van die fonteinen: de meeste verkeren helaas in deplorabele staat. Er was net markt dus parkeren was de gebruikelijke ramp. Het eten in restaurant Dame l’Oie echter niet: wat een leuke tent met al die namaak eenden en ganzen. De foie was echter geen namaak. Daarna gingen we op zoek naar de Porte Notre-Dame en gezien de nodige barricades van de aflopende markt was dat geen sinecure. Uiteindelijk lukte het toch de auto aan de boorden van de rivier de Nesque te stallen en te genieten van de mooie omgeving. De Église Notre-Dame-de-Nazareth uit de 11de eeuw was dicht en bij de Porte stond een %$$#@@! (ongepast woord) met een telefoon stoer mijn view te verpesten: ondanks alles een mooie ambiance en dankzij Photoshop Elements is alles goed gekomen.

La Porte Notre-Dame

l'Église Notre-Dame

Restaurant Dame l'Oie

ABBAY DE SILVACANE
In een woud (sylva) van riet (cana) besloten de monniken van Saint-Victor de Marseille zich in de dertiende eeuw te vestigen. De abdij is een prachtig voorbeeld van cisterciënzer architectuur. De kerk, die van grote soberheid getuigt, werd tussen 1175 en 1220 gebouwd op een hellend terrein, vandaar de niveauverschillen die aan de westgevel het best te zien zijn. Het middenschip eindigt met een vlakke koorsluiting en aan weerszijden bevinden zich twee kapellen. Aan het niveauverschil is te zien hoe de architect rekening heeft moeten houden met een schuin aflopend terrein. Met uitzondering van de refter (eetzaal) zijn de kloostergebouwen tussen 1210 en 1230 gebouwd. De schitterende refter is in de veertiende eeuw ontstaan, met hoge vensters en een groot rozet, dat voldoende licht doorliet voor de lector (degene die tijdens de liturgie de lezingen voorafgaand aan de evangelielezing voorleest), wiens leerstoel er nog altijd staat. De kapittelzaal heeft kruisribgewelven, die steunen op twee centrale pijlers, waarvan één gecanneleerd (gedraaid) is. Aan het eind van het bezoek begon in het koor van de abdijkerk een soort Ivan Rebroff te zingen, die met zijn basstem de vloer bijna deed trillen. Daarnaast had de man een enorm bereik van misschien wel vier octaven; een heel indrukwekkende afsluiting. Op de terugweg was de lunch in restaurant le Jardin d’Aubanel in l’Isle-sur-la-Sorgue meer dan voortreffelijk.

Het schip van de abdijkerk

de bas

CRILLON-LE-BRAVE
Louis de Balbe de Crillon, heer van het dorp, kreeg vanwege zijn heldenmoed de bijnaam “le brave des braves” (dapperste onder de dapperen). Ter ere van hem richtten de bewoners een standbeeld op en voegden ze “le brave” aan de naam van de bergdorpje toe.


MALEMORT-DU-COMTAT
Een klein dorpje met een verwaarloosd kerkplein en omgeving, waarvan met veel inspanning en hulp van Photoshop nog iets te maken was


VILLES-SUR-AUZON
De Michelingids noemt het “een groot boerendorp” maar wij troffen er twee opmerkelijke zaken aan. Ten eerste een soort vide grenier op de stoep van een woonhuis, hetgeen een leuk plaatje opleverde van een oude fiets. Verder viel de plaatselijke Église Saint-André uit de negentiende eeuw ons op. Volgens het informatiebord naast de kerk is op 15 november 1891 - vanwege een wet waarbij kerk en staat werden gescheiden - het republikeinse motto Liberté, Égalité en Fraternité in het timpaan gegraveerd. Dat gebeurde ook bij de school, het stadhuis en de fonteinen in het dorp.


KASTEEL LE BARROUX
Ja, dat was dus gesloten op 31 mei; wel konden we genieten van een mooi uitzicht op de naderende onweersbuien, die vanuit de lager gelegen gebieden op ons af kwamen.


SAINT-DIDIER
Dit als laatste bezochte dorpje is vooral bekend vanwege een interessant museum van lokfluitjes… Ze hebben er tachtig en je kunt ze ook beluisteren. Wij vonden de omgeving van het Château de Thézan en de Église Saint-Didier (ook weer dicht) echter aantrekkelijker om te bekijken.

Château de Thézan


Bronnen: De Groene Reisgids Provence van Michelin en Wikipedia natuurlijk
De foto's zijn uit eigen werk

Reacties

  1. Cees, wat heb je een informatief, luchtig en sfeervol reisverhaal geschreven..
    Je waant je bijna op de plaatsen die je zo mooi beschrijft... je foto's versterken dit en zijn prachtig!
    Gesiena


    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da