Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Jan Marees (54) 1811-1884

KEINS
Ja, daar staan we op. Kijk maar naar deze afbeelding uit Streetview:


En Keins ligt bij Schagen en daar komen we later nog op terug.
Wat we hier zoeken? We zoeken gebeurtenissen die Jan Marees raken want die is hier geboren, heeft er geboerd en is er weer vertrokken. Gelukkig is het mooi weer en gaan we eens niet naar de notaris, al heb ik van Jan en zijn echtgenotes meerdere notariële aktes gevonden. Dat zegt wel iets over zijn status. Eerst eens kijken waar Jan in de familie te vinden is. Pieter Groot, dat is mijn schoonvader http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/05/een-biografie-van-pieter-groot.html >>> Jansje Stütner, zijn moeder >>> Trijntje Marees, haar moeder >>> en dan Jan Marees.

DE PRISEUR KOMT LANGS
Het is chagrijnig weer: het is bewolkt en er waait een vochtige wind. Jan heeft een paar dagen geleden de geboorte van zijn eersteling aangegeven: Dirk, 1) vernoemd naar zijn vader, als zijn vrouw Maartje Winder in het kraambed komt te overlijden. 2) Da’s niet zo mooi; het biedt ons echter op 12 december 1834 – vlak voor zijn tweede huwelijk met Antje Stammes – een blik op zijn vermogen (én schulden) bij de notaris in de akte van inventaris. 3) Hij blijkt te beschikken over 24 koeien, 26 schapen, drie varkens en vier biggen. Er zijn natuurlijk ook landbouwwerktuigen en voorraden hooi en in de inboedel treffen we aan: Delftsblauw, bloedkoralen kettingen, zilveren schoengespen en gouden oorhangers, zilveren horloges, een kerkboek met zilveren sluiting en zilveren oorijzers. Alles bij elkaar door de priseur (taxateur) gewaardeerd op ƒ 3.600,--. Ach, daarnaast nog wat schulden zoals een lening aan Jans overleden schoonouders van ƒ 2.316,-- . Ik denk dat het stel er netjes uit zag bij het zondagse kerkbezoek. Hoe heeft hij dat gelapt al op zijn 23ste, want zo jong was hij toen. (Groot)ouders met poen; wedden?

KEINSMERWIEL
Tijdens een woedende storm konden dijken doorbreken. Het water sloeg door de dijk, het woeste water vrat zich kolkend naar binnen. Het water kon in het land een gat uitschuren van twee tot dertien meter diep. Zo'n meertje in het land waar het water na een dijkdoorbraak in blijft staan, heet een wiel, waal of weel, breek of braak. Wielen zie je op veel plaatsen, zo ook bij Keins: het Keinsmerwiel.

Het Keinsmerwiel (Googlemaps); bijna alles wat je ziet beneden de dijk was bezit van de opa van Jan

Zo'n gat in de dijk moest zo snel mogelijk worden gedicht. De Westfriezen legden met man en macht een dijk om het gat heen. 4) In ons geval had Jan vlak bij het wiel dertig schapen staan op een aantal percelen van zijn opa van moeders kant. En zo zitten we op 21 februari 1839 – bewolkte dag met koude wind uit het oosten - toch weer bij notaris Denijs in Schagen om het resultaat van de veiling van opa’s vastgoed te vernemen. 5) En dat was niet mis: twee huismanswoningen 6) en 19 percelen weiland brachten tezamen bijna ƒ 12.000,-- op en dit is nog maar een deel van de nalatenschap! Jan mag tot 30 april zijn schapen op de veldjes weiden maar de huismanswoning in de Keins kadastraal bekend onder sectie A nummer 91, dat hij voor ƒ 40,-- van de nalatenschap huurt, moet hij op 1 mei 1840 verlaten.

DE KEINSKAPEL

"Op 13 januari 1510, op de naamdag van Sint Pontianus van Spoleto, is tijdens de Sint Pontiaansvloed een Portugees schip vergaan in het Zijpergat boven Schagen. Aan het schip hing een boegbeeld. Dit beeld raakte door het watergeweld los. Heel bijzonder: door gekrijs van een kind werd het beeld gevonden door jutters op het strand aan de Keins. Na schoonspoelen in de waterput aan de Keins zijn bijzondere miraculeuze wonderen gebeurd. Dit was de aanleiding in 1519 tot bouw van een kapel naast de put, gewijd aan deze Maria. Dit op initiatief

Maria en de kapel (Collectie Hans van Kampen)
van de kleindochter van de eerste Heer Willem van Schagen, Vrouwe Josina van Beijeren van Schagen. Zij werd beschermvrouwe en ontfermde zich over de kapel. In 1585 werd de kapel verwoest door een verlate reformatie wraakactie van Tate Gerritsz. De Mariadevotie heeft na de verwoesting van de kapel altijd voortbestaan rond de waterput. Pas in 1924 heeft de toenmalige pastoor van Schagen het stukje grond gekocht waarop de waterput stond. In het Mariajaar 1954 is de huidige Mariakapel in verkleinde versie herbouwd. Het oorspronkelijke Mariabeeld is te kostbaar en is voor onbepaalde tijd in bewaring in het Westfries Museum in Hoorn. Nu kan iedereen genieten van dit historische Mariabeeld, oorspronkelijk van 1475. Kunstenaar Jules Rummens heeft een passend Mariabeeld vervaardigd voor de Keinskapel. Wekelijks komen zeer velen naar de kapel, waar absolute stilte heerst, voor stil gebed en het branden van een kaarsje." 7) En het zal niemand verbazen dat nou net dat stukje grond van dat kapelletje niet in het bezit van de familie Marees was maar van ene Arie Wit. En Arie koopt in 1826 van Dirk Winkel – de opa van Jan – een huismanswoning, daar waar nu het kapelletje staat. 8) Dus ’t was toch een beetje van ons…
De schrijver van bovenstaande tekst over de kapel laat mij weten dat 2019 het jaar is van Maria van de Keins en dat er een tentoonstelling in voorbereiding is, geheel gewijd aan deze 500 jaar oude geschiedenis. Ik heb hem gevraagd mij te informeren als er meer bekend is en zo nodig maak ik er een post van.

DE JONGE WILLEM

Model van een kofscheepje (Collectie Fries Scheepvaart Museum Sneek)

Op dit blog kun je nieuwe woorden leren. Wee degene, die de Nederlandse taal niet machtig is en gebruik maakt van de google vertaalknop op dit blog voor – in dit geval - Oudhollandse woorden. Hilarisch wordt het als je bij Google Translate op het icoontje met de luidspreker drukt en het woord kofscheepje fonetisch in het Engels hoort. Moet u echt eens proberen, lezer. Maar terug naar dit vaartuig, dat lijkt op een kofschip maar kleiner is en meer de kenmerken heeft van een tjalk. Vaak hebben ze maar één mast, voeren zwaarden en hebben meestal een roefje of achteronder. Ze waren in de 19de eeuw bedoeld voor de vrachtvaart. 9) Mogelijk was Jan het boerenleven zat want op 10 februari 1839 sluit hij met Pieter de Wit, een “schuitemaker” een huurovereenkomst bij notaris Hulst voor de huur “van een overdekt vaartuig zijnde een dusgenoemd kofscheepje genaamd de Jonge Willem”. Volgens de meetbrief van 30-04-1829 is het schip lang tien el en negen palm, wijd twee el en zeven duim en geijkt op twintig ton. “En zulks met mast, spriet, zeilen, touwwerk en verdere complete tuigaadje en Inventaris, zooals het door de verhuurder naar diens verklaring in goede orde is overgenomen”. En dat voor ƒ388,95 per jaar. 10)

IN DE KROEG
Het is op het moment dat ik dit schrijf een natte boel buiten met een hoop wind: goed weer om een erfenis te verdelen. Dat dachten Jan en zijn broers Dirk, Frans, Pieter, Gerrit en Cornelis ook op 10 januari 1842 want het was dik onder nul met een koude noordoosten wind. Notarisweer, dus. Deze keer bij Arie Denijs in Schagen om de rest van de nalatenschap van Dirk Winkel te verkopen, de opa van de jongens. En die kon er wat van, het boerenbedrijf hanteren. We konden hierboven al lezen dat de opbrengst van het eerste gedeelte zo’n kleine ƒ 12.000 was, deze keer kwam er nog eens ƒ12.000,-- bij voor de erven 11).

Een deel van de akte met de handtekeningen van de jongens

Gelukkig houdt Arie kantoor in Herberg de Roos van Jan Maars aan de Hooghe Dijk, vlakbij de Markt zodat Jan op 5 februari “een huis en erf koopt, nummer 135 op de Loet (dat is om de hoek, CB) sectie E 238 met ten oosten Dirk Keet en het avondorper laantje ten westen groot drie roeden en tien ellen”. De Koopsom bedraagt ƒ 800 en hij betaalt ƒ 300 contant. Voor de resterende ƒ 500 sluit hij een hypotheek. 12) Huh, lenen? (Let op! Geld lenen kost geld!) Hij heeft toch net geërfd? Zeker te lang in de Roos blijven hangen…

DE LOET
Het is weer droog en we zijn in Schagen. Leuk kerkje, aardig winkelbestand en eten komt ook goed. Kijk, nu lopen we door de Loet; zou hier dan…


’t Is best wel een leuk pandje, niet zo jong meer en thuis gekomen zien we dat de vormen van de straat en huizen aardig overeen komen met de tekeningen uit het kadaster van 1830 13). Tamelijk waarschijnlijk is dit het huis dat Jan in 1842 heeft gekocht. En dat hij op 20 oktober 1848 voor ƒ 800,-- weer verkoopt! Kunnen we weer naar die %$$##@!!!^😫notaris!


Kadaster uit 1830 met het huis van Jan bij de pijl 13)


POEP AAN DE KNIKKER!
Poep ja en wel guano. Guano is een natuurlijke afzetting bestaande uit de gedroogde uitwerpselen van dieren, en is bekend om de hoge concentratie meststoffen die erin zit. De guano uit Chili bevat een zeer hoge concentratie natriumnitraat en wordt daarom ook wel chilisalpeter genoemd. Het ontstaat meestal op droge open plaatsen waar vogels, voornamelijk zeevogels, massaal en vaak duizenden jaren lang samenkomen, waardoor er meer uitwerpselen bij komen dan er worden afgebroken. Guano werd vooral gebruikt als mest. In 1843 volgde de eerste import naar Nederlandboden. Vrijwel onmiddellijk daarop begonnen een aantal Nederlandse grootgrondbezitters met bemestingsexperimenten. Guano werd beschreven als een “voor den landbouw onmisbaren mestspecie.” 14)



Wat wij hiermee te maken hebben blijkt uit het feit dat onze Jan die smurrie is gaan verkopen. Het zit zo. Zijn tweede vrouw Antje Stammes is in 1849 overleden 15) en op 1 november 1850 treedt Jan in het huwelijk 16) met Jannetje Kunst, een weduwe, die zich zomaar niet opzij laat zetten. Zij bedingt in de huwelijkse voorwaarden “geen andere gemeenschap dan die van winst en verlies” en zij brengt in: een woonhuis aan de Luttik Oudorp in Alkmaar, een lening van ƒ 600 aan Jan Diepsmeer, haar zwager uit een vorig huwelijk, huisraad en inboedel ƒ 200, kleding ƒ 100, goud- en zilverwerk ƒ 150 en contanten ƒ 1.000. ƒ1.600 is wettelijk erfdeel voor haar minderjarige zoon Frans Vergaaij. 17) De inbreng van Jan luidt: ja, eigenlijk niets dan lege briefjes. 18) Want uit de inventarisatie blijkt dat er meer schulden zijn dan bezittingen. Leuk om te zien is waar Jan zich mee bezig hield: zo treffen we in de winkel en in het pakhuis onder meer de volgende zaken aan:
Zaanen met pelmeel (pelafval van bijvoorbeeld gerst, uitstekend veevoer. Wat een zaan is kan ik niet vinden), lijnkoeken, erwten, gerst, kaarsen, schuijergoed (soort borstel) zeeften (zeven), azijn, Leidsche kaas, breekmeel (het laatste meel dat van de boekweit wordt afgepeld), hennepkoeken, eenwielwagens en tweewielwagens. Waaruit we mogen opmaken dat Jan in die tijd een soort grutter was.

NOG MEER VIEZIGHEID
Het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale vermeldt dat “zeker al in de 18de eeuw de knikkerende jeugd geconfronteerd werd met verontreinigde knikkers” – met poep eraan dus. De uitdrukking stront aan de knikker was echter van toepassing op Jan.


Want in de Heldersche en Nieuwerdieper Courant van 16 februari 1873 lezen we dat de firma Ohlendorff beweert dat Jan geen agent meer is van de enige importeur. Gelukkig laat J. van der Meijden, hoofdagent voor het Huis Alexis Serruis weten in hetzelfde blad van de negentiende daaropvolgend dat het niet juist is. Later blijkt dat de meststof zo slecht voor het milieu is dat de vraag afneemt en Jan werpt zich op de verkoop van bedden van kapok, zuivere zaadlijnkoeken en pretensies (aanspraken op goederen, we zouden nu zeggen opties). 19)

EEN INTRIGE?
Hoe hebben Jan en Jannetje elkaar elkaar dan toch gevonden? Jan en Jannetjes eerste man Frans Vergaaij waren beiden schipper én landman en woonden beiden in Koedijk. Als je de feiten op een rijtje zet dan ziet het er zo uit:
09-08-1847 Jan woont in Koedijk en is schipper 20)
20-10-1848 Jan woont in Koedijk en verkoopt zijn huis in Schagen 21)
19-02-1849 zijn tweede vrouw Annetje Stammes overlijdt 22) niet in Koedijk, maar in Alkmaar
03-06-1849 Jannetjes man Frans Vergaaij, die schipper is overlijdt 23)
28-06-1849 Jannetje verkoopt in Koedijk vastgoed 24)
En niet zo maar wat:
“een huis en erve te Koedijk kadaster sectie A No 464 groot 0,04,54 koopprijs ƒ 1.840,--; een stuk weiland genaamd de Batterije te Bergen sectie B No 40 groot 2,76,40 koopprijs
ƒ 2.620,--; eene jaagschuit genaamd de Dankbaarheid, groot 18 tonnen gelegen te Koedijk koopprijs ƒ 2.740. En aan Josease Bernard Kreinschulten te Alkmaar en Johannes Steenman te Koedijk twee stukken weiland genaamd het Nouwland en de Heywold te Oudcarspel sectie A No 111 115 116 en 117 te zamen groot 2,88,00 koopprijs ƒ 1.645,--.” (Je had vroeger jaagschuiten en trekschuiten. Met jaagschuiten vervoerde je goederen en met trekschuiten mensen, je weet wel, met behulp van paarden of lieden, die langs het water op het jaagpad liepen, met een touw over hun schouder de schuit trekkend.)
30-07-1849 Jannetje verkoopt roerende goederen 25): voor ƒ 1.115,40 uit de boedel van haar eerste man Frans Vergaaij
23-09-1850 Jannetje koopt in Alkmaar het pand aan de Luttik Oudorp 26)
25-10-1850 J en J sluiten huw.voorw. 17)
01-11-1850 Ze trouwen 16)
Jan had dus een kofscheepje en Frans een jaagschuit. Zouden ze om Jannetje in elkaars vaarwater hebben gezeten?

Huwelijksakte Jan Marees en Jannetje Kunst 1850

TORTELDUIFJES
We lopen door hartje Alkmaar en het is mooi weer. Kijk, hier is De Sociëteit, een ontmoetingscentrum met als doel mensen bij elkaar te brengen in een sfeervol negentiende-eeuws pand aan het Luttik Oudorp. Wel erg veel grijze koppen hier, maar goed. Waarom we hier zijn, behalve dat Alkmaar een mooie stad is? Het pand bestond vroeger uit twee delen en het rechter deel (een woon- en winkelpand) wordt op 12 maart 1863 op de veiling gekocht door meesterbakker Jacob Knaap. Hij betaalt ƒ 2.285,-- inclusief de winkelinrichting bestaande uit: “de toonbank en de winkelkast met de planken, voorts nog zes blikken theebussen, twaalf winkeldoozen, twee olie zetters met maten, drie paar schalen met balansen, een stroop trommel, een sla olie trommel, twee olie vaten, ieder groot honderd kan, zes baletjes om uit te stallen, twee slagen om uit te stallen, vijftien drank flesschen, vijftien groote glazen, vierentwintig kleine glazen, zes hortjes en vijftien chocolade koppen.” 27) En dan weten we meteen wat de dagelijkse werkzaamheden van Jannetje waren, want het was haar huis waarvoor Jan optrad als gemachtigde van Jannetje in een akte van provisionele toewijzing. 28)

Luttik Oudorp 74, Alkmaar (Collectie Regionaal Archief Alkmaar foto J.Elsinga 20-10-1973)

We gaan eerst nog even Roel Hildebrand, de glazenier in de Appelsteeg https://alkmaarseglazenier.nl/ en neef van mijn schoonzus gedag zeggen. Dan kijken we nog rond op de kaasmarkt en lopen naar de Paardensteeg, nu Koningsstraat geheten waar beiden hun oude dag doorbrengen. Jan eerst nog als koopman, later logementhouder 29) en zelfs nog als tapper 30). Jannetje als tja, logementhoudster. Totdat respectievelijk in 1884 en 1890 de gordijnen konden worden gesloten.

Paardensteeg 7, Alkmaar

1) Burgerlijke Stand Geboorten Schagen aktenummer 49
2) Burgerlijke Stand Overlijden Schagen aktenummer 33
3) Notarieel Archief nummer 63.3.003, Notaris A. Denijs, inventarisnummer 4714, aktenummer 2697 12-12-1834 (jaar 1834)
4) Nettie Zander van het Westfries Genootschap: uit “In de omarming van de Westfriese Omringdijk”
5) Notarieel Archief nummer 63.3.003, Notaris A. Denijs, inventarisnummer 4715, aktenummer 3098 en 3111 d.d.07-01-1839
6) in verkopingsbiljetten een gewone term voor boerderij (Bron: Meertens Instituut)
7) Hans van Kampen van het Westfries Genootschap
8) Regionaal Archief Alkmaar Klapper Periode 1818-1842 archiefnummer 63.3.003, Notaris A. Denijs, inventarisnummer 4714, aktenummer 1738 Gemeente: Schagen
9) website van de Vereniging de Binnenvaart
10) Notarieel Archief nummer 50.3.014 Registratienummer 1A Aktenummer 0650 10-02-1839 Zuid Scharwoude Notaris P.Hulst 1843-1868
11) Notarieel Archief nummer 63.3.003 Registratienummer 4715 Aktenummer3360 10-01-1842 Schagen Not.A.Denijs 1801-1842
12) Notarieel Archief nummer 63.3.003 Registratienummer 4715 Aktenummer 3362 05-02-1842 Schagen Not.A.denijs 1801-1842
13) Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Schagen, Noord Holland, sectie E, blad 02 (MIN07097E02) via de website van Beeldbank van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
14) Wikipedia
15) Burgerlijke Stand Overlijden Alkmaar aktenummer 58
16) Burgerlijke Stand Huwelijken Oudorp aktenummer 6
17) Notarieel Archief nummer 10.3.003 Registratienummer 1316A aktenummer 136
25-10-1850 Alkmaar Notaris.S.A.de Lange 1843-1861
18)
19) Diverse advertenties in de Schager Courant tot 1881
20) Burgerlijke Stand Overlijden Koedijk aktenummer 24 van zoon Jacob
21) Notarieel Archiefnummer 75.3.006 Registratienummer 1A Aktenummer 4258
20-10-1848 Zijpe Notaris C.Siemers 1843-1855
22) Burgerlijke Stand Overlijden Alkmaar aktenummer 58
23) Burgerlijke Stand Overlijden Koedijk aktenummer 16
24) Repertorium Periode archiefnummer 10.3.003, Notaris S.A. de Lange, inventarisnummer 1316A, aktenummer 122 28-06-1849
25) Repertorium Periode archiefnummer 10.3.003, Notaris S.A. de Lange, inventarisnummer 1316A, aktenummer 153 30-07-1849
26) Repertorium Periode archiefnummer 10.3.003, Notaris S.A. de Lange, inventarisnummer 1316A, aktenummer 127 27-09-1850
27) Rechterlijk Archief nummer 10.3.003 Registratienummer 1418A aktenummer 043
12-03-1863 Alkmaar Notaris H.J.de Lange 1861-1863
28) De akte ’provisionele toewijzing’ wijst erop dat toewijzing plaatsvindt onder voorbehoud van toestemming van de verkoper, omdat de hoogst geboden prijs kennelijk lager is dan de minimumprijs die de verkoper wilde hebben. (Bron: juridischwoordenboek.nl)
29) Burgerlijke Stand Overlijden Bloemendaal aktenr.63 van zijn zoon Pieter
30) Adresboekje Alkmaar 1882 pagina 46 via Regionaal Archief Alkmaar

Reacties

  1. Wederom met bewondering en nieuwsgierigheid dit stuk van je schoonfamilies geschiedenis tot me genomen. Sfeervol geschreven.
    Mijn oma van vaders kant noemde haar stoffer en blik ook schuiertje. " Toe kind, pak me eens het schuiertje.." En zei ze tegen een vork, 'gabel'... (De g als een zachte k uitspreken)
    Weet niet of ik dit goed schrijf, klinkt wat Duits in mijn oren.
    Bedankt Cees voor weer een fijn stukje geschiedenis.
    Gesiena.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Graag gedaan. En inderdaad: het is in het Duits de vork: die Gabel

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da