E-BIKES
We gaan een eindje fietsen. ’t Is wel koud maar de zon
schijnt en het is niet druk op de fietspaden, op wat grijsaards na. Bij de
Gemeneweg in Hazerswoude aangekomen pakken we een foto uit de fietstas: het derde pand rechts is een wagenmakerswerkplaats. Het ziet er hier
totaal anders uit dan nu, kijk maar:
Bron: Streetview |
EVEN EEN PITTIG VERHAAL
Het was een type wagen dat werd gemaakt om producten op
de markt te verkopen. Dankzij het speciale afdekzeil kon de lading niet nat en
vies worden onderweg. Met een kaasbrik werd uiteraard kaas vervoerd, maar ook
groenten, boter, eieren en soms ook biggen of kippen. De zijkanten van de brik
waren laag, zodat de boel makkelijk uit te venten was. De kar vormde zo als het
ware de marktkraam. 7) En aan de Gemeneweg rolde dus de ene na de andere kar
uit de productiehal want alleen al op 17 juli 1907 bood Johannes er vier te
koop aan 8)
Een omnibus werd ook wel paardenbus genoemd en was een
transportmiddel dat in de 19de eeuw veel gebruikt werd. Ze werden tot in het
begin van de 20e eeuw gebruikt, waarna ze werden vervangen door de door een
motor aangedreven autobus, een samentrekking van auto en omnibus.
Ook voor omnibussen en tentwagentjes kon je bij Johannes terecht. 10)
Het meeste vakmanschap van de wagenmaker was vereist bij
het maken van het houten wiel. Om ervoor te zorgen dat de spaken strak in de
wielen zitten en niet rammelen was het belangrijk dat het hout zeer droog is.
De spaken kregen een ovale doorsnee met aan het ene eind een ronde pen met een
gleufje, waarin na bevestiging in de velg een spie geslagen kon worden. Het
andere eind kreeg een platte pen. Het middendeel van het wiel, de dom, werd
gedraaid. Daartoe gebruikte men een groot draaiwiel dat door enkele helpers in
beweging gebracht werd en dat via een drijfriem in verbinding stond met een
draaibank. In het geval van een twaalfspakig wiel werden twaalf rechthoekige
gaten in de dom uitgekapt waarin de uiteinden van de spaken met de platte pen
werden gestoken. De velg bestond uit zes segmenten. In beide kopse kanten van elk
segment werd een gat geboord. In die gaten werden ronde pennen aangebracht.
Deze konden van hout zijn of van metaal en worden ook dook en drevel genoemd.
In de binnenkant van elk segment werden twee ronde spaakgaten geboord. Ten
slotte werden de velgsegmenten voorzichtig aan het twaalftal spaken geslagen,
die reeds in de dom gestoken waren.
Nadien werd het wiel naar de smid gebracht
die er een ijzeren band omheen legde, die nog roodgloeiend was om te voorkomen
dat de band eraf zou lopen. Als de band strak om het wiel gekrompen was werd er
een gat door de dom geboord. Daarin werd een taps toelopende bus aangebracht
waarin later de as moest draaien. De as was evenals de bus kant-en-klaar
gekocht. 1)
BOGAARDSEN
Ja, en Jacobus Bogaards (1795-1867) 2) was – voor zo ver
ik heb kunnen nagaan - de eerste telg uit het geslacht die dit mooie beroep
uitoefende. Hij bezat twee panden aan de Dorpsstraat, 3) waar we zo-even onze
fietsen hebben gestald en daar, achter zijn woonhuis stond de werkplaats. Dit is de situatie in 1832:
Bron: Kadastrale kaart 1811 1832 minuutplan Hazerswoude, Zuid Holland, sectie G, blad 01 MIN08059G01 |
Van
zijn zes kinderen stierven de eerste twee jong, twee jongens volgden hun vader
in het vak, één werd bakker en één landbouwer in Benthuizen, boer dus. ’t Was
trouwens maar een klein mannetje, zo’n vijf voet vier duim (één meter zestig)
met blauwe ogen en lichtblond haar. 4) in militaire dienst hoefde hij niet: "... dat aan hembij de loting, ten
deele gevallen zijnde het nummer twee, hij vervolgens, door den Militaire Raad,
zitting gehoudende hebbende te Gouda, uit hoofde van Eenige Zoon te zijn,
finaal is vrijgesteld." 4) Zijn lief, Maartje Snelleman liet in 1867
niets aan haar kinderen na; het onroerend goed was blijkbaar eerder overgegaan
in handen van één van de kinderen. 5)
HOE ZIT HET NU?
Wacht even: in de fietstas hebben we nog een foto zitten
(niet zo scherp) van de Gemeneweg uit ongeveer 1900 6) dus we fietsen een stukje terug. Dit is
‘m, maar dan van de andere kant gezien in vergelijking met de foto helemaal bovenaan dit verhaal:
Bron: Museum Hazerswoude |
Het komt uit een boek van Sam Windhorst dat ik kreeg van de conservator van het Museum Hazerswoude. Maar eerst wordt het tijd om het één en ander schematisch aan te geven:
Om duidelijk te maken waar we de wagenmakers vinden heb
ik dit schema gemaakt. Elk opvolgende persoon heeft in dit voorbeeld zijn of
haar eigen nummer, een kwartier genaamd, te beginnen met mijn schoonzus. We
gaan dus terug in de tijd. Elk niet-opvolgend kind krijgt een toegevoegd nummer
b.v. (16.2) Dikgedrukt zijn de wagenmakers.
*) Jacobus (8) en Antje (9) hadden dezelfde grootvader:
Jacobus Bogaards (32 en 36). Ze waren dus neef en nicht en bij hun huwelijk
moesten ze Koninklijke toestemming hebben. Zoiets werd vastgelegd in een
document, een bijlage van de huwelijksakte. (Helaas zijn door oorlogshandelingen
de huwelijkse bijlagen van Hazerswoude in de Tweede Wereldoorlog verloren
gegaan.) Men noemt dit kwartierherhaling. Over Jacobus (8) kun je hier lezen: http://barthelgezocht.blogspot.com/2020/11/jacobus-bogaards-1857-1903-gaat-in.html
Maar goed.
De conservator stuurde ons dus een document met een plaatje van de Gemeneweg van de andere kant gezien én namen van de wagenmakers, die hier actief waren. De schrijver van het document heeft het over Jan Bogaards (dat moet Johannes (16.2) zijn) met zijn opvolger en zoon Willem (16.2.1). Volgens hem hadden zij in het pand links hun wagenmakerswerkplaats en dat komt overeen met wat de conservator ons vertelde.
KAASBRIKKEN, OMNIBUSSEN EN TENTWAGENTJES
De kar op deze foto is een kaasbrik. Toen ik nog een
klein binkie was zag je ze zoals deze een heel enkele keer nog op de Grote
Markt in Haarlem:
7) |
Een omnibus. Bron: Wikipedia (Publiek domein) |
De paardenbus werd meestal door één of twee paarden
getrokken. Het grote voordeel van de paardenbus was de flexibiliteit. Routes
konden worden aangepast, en konden scherpere bochten maken dan de later
ingevoerde trams. Later, toen ze gedeeltelijk door paardentrams werden
vervangen, bleven ze in gebruik als taxi en als hoteltaxi. Tegenwoordig worden
ze nog wel verhuurd voor speciale gebeurtenissen. 9)
En dan nog tentwagentjes; ach, het is wat het woord zegt,
kijk maar naar dit tentwagentje:
Bron: Beeld collectie Nationaal Rijtuigmuseum in Leek |
Ook voor omnibussen en tentwagentjes kon je bij Johannes terecht. 10)
HEEN EN WEER
We peddelen opnieuw door de Dorpsstraat en verder naar
het verlengde ervan, het Westeinde. Alle dorpen hier in de omgeving hebben Westeindes,
Oosteindes of welke windstreek dan ook. Zelfs Leiden heeft een Noordeinde: aan de westzijde van de stad... 😶In het Bevolkingsregister 1860-1880
van Hazerswoude lezen we dat op huisnummer 301 Pieter Johannes Bogaards (18) is gevestigd als
wagenmaker. En volgens een advertentie uit de Rijnbode van 24 april 1936 moet
hier een andere Pieter Johannes Bogaards (16.7) hebben gewoond en gewerkt met
als beroep: jawel, weer een wagenmaker. Het is om horendol van te worden en
is het dan ook ondoenlijk om de vele krantenadvertenties aan de juiste
P.J. te koppelen. Dat is jammer want in ieder geval treffen we regelmatig
krantenartikelen aan in de maatschappelijke sfeer van ene P.J. Bogaards. Uit
het schema kun je wel opmaken dat ze neef en oom van elkaar waren maar voor de
rest loopt alles door elkaar. Wel weten we dat P.J. (16.7) al wagens maakten op
rubber wielen 11) en tilbury’s met Collings Patentassen 12). Dat weten we omdat
toen zijn oom P.J. (18) al was overleden. En dan te weten dat van een aantal
van de zonen van al die mannen ook nog hetzelfde beroep uitoefenden.
Hollandse tilbury uit Cockengen. Bron: Beeld collectie Nationaal Rijtuigmuseum in Leek |
TENSLOTTE
Gelukkig trof ik ook nog Bogaardsen aan in andere
interessante beroepen; én een wagenmaker in 's-Gravenhage. Maar daarover een volgende keer.
Bronnen:
1) Wikipedia
2) Doopboek Nederduits Gereformeerd Hazerswoude 1781-1797
en Burgerlijke Stand Overlijden Hazerswoude aktenummer 51
3) Kadastrale kaart 1811-1832 oorspronkelijke aanwijzende
tafel Hazerswoude, Zuid Holland, sectie G, blad 004 OAT08059G004
4) Huwelijkse Bijlage Burgerlijke Stand Huwelijken Nieuwkoop
aktenummer 11
5) 3.06.06 Inventaris van de Memories van Successie van
Zuid-Holland 1806-1927 via Nationaal Archief image 741
6) Stichting Historisch Museum Hazerswoude
7) https://www.boerderij.nl/Boerenleven/Artikelen/2017/8/1958-Met-de-kaasbrik-naar-de-kaasmarkt-166153E/
met toestemming van Margreet Welink, redacteur boerenleven bij het weekblad De
Boerderij. De foto is van Uitgeverij Misset
8) De Rijnbode van 17 juli 1907
9) Wikipedia
10) De Rijnbode van 9 mei 1904 en 19 mei 1889
11) De Rijnbode van 24 april 1936
12) De Rijnbode van 20 mei 1908. Patent-assen dus, geen paten-tassen. Ik heb geen idee wat dat voor dingen zijn. Wie het weet mag een flesje rosé bij me komen afhalen.
En kijk ook eens bij https://www.hippomobielerfgoed.nl/
Mario Broekhuis heeft het flesje wijn gewonnen! Patentassen zorgen ervoor dat de gebruiker van de kar niet na elke rit de as hoeft te smeren: een slim, gesloten systeem zorgt ervoor dat het automatisch gebeurt.
BeantwoordenVerwijderen