POEN…
Dat er in de familie Nieboer vermogen voorkwam is al bekend of zal bij voorzaten nog verder blijken. En er moet worden gediend: dat wil zeggen, in het leger. Tenminste, als er geen vrijstelling was. En áls er geen reden tot vrijstelling was, dan kon een vervanger worden aangesteld. Dit kon een remplaçant zijn (iemand die zich dat jaar niet hoefde aan te melden) of een nummerverwisselaar (iemand die dat jaar was uitgeloot – hij ruilde dan voor een lager lotnummer). Het inzetten van een plaatsvervanger was een kostbare aangelegenheid, maar toch werd er vaak gebruik van gemaakt. Omdat dit vervangingssysteem een grote invloed had op het aantal vrijwilligers – men verdiende namelijk beduidend meer door zich te laten inkopen als vervanger, dan zich aan te melden als vrijwilliger -, werd het remplaçantenstelsel in 1898 afgeschaft en vervangen door de persoonlijke dienstplicht 1). En zo blijkt uit de huwelijkse bijlage Nationale Militie uit 1873 bij de acte van het huwelijk van Elbert met Willempje van Essen "dat hem bij loting is ten deel gevallen No 6, en dat hij eenen plaatsvervanger heeft gesteld, die op de elfden mei 1867 is ingelijfd bij het 6de Regiment Infanterie..." enz. enz. Blijkbaar zat Elbert goed bij kas, dat hij zich dit kon veroorloven. Of heeft vader Roelof bijgesprongen want gezien diens status zal hij wel over de nodige contanten hebben beschikt. Maar daarover later.
EEN GOED HART?
Onderwerpen als immigratie en illegalen zijn tegenwoordig actueel. Of dat ook zo was aan het einde van de negentiende eeuw heb ik niet kunnen vinden. In ieder geval lezen we in het Nijkerks Bevolkingsregister dat Elbert twee knechten in dienst had, te weten: Johannes Holthuis geboren 5 december 1863 te Putten en Diemer Versteeg van 7 oktober 1829. Beiden zijn in geen enkel register van de Burgerlijke Stand te vinden … Of het iets zegt over Elberts maatschappelijke status of over zijn Christelijke inborst? Wie zal het weten.
…MEER POEN…
Dezer dagen is vernoeming door de ouders van hun kinderen niet meer zo in gebruik als in vroeger dagen. Zo is mijn enig kleinkind Indy vernoemd naar een manier om je snowboard vast te houden en verwijst ook naar de beroemde Amerikaanse autorace Indy500 in Indianapolis. Mijn moeder – roepnaam Wil, doopnaam Willempje - is vernoemd naar haar grootmoeder, de vrouw van Elbert dus. Zij trouwt op haar twintigste (niet mijn moeder!) en opvallend is dat haar beide ouders al overleden zijn en slechts één grootmoeder van moederszijde nog in leven is, die toestemt in het huwelijk. Willempje van Essen wordt niet oud en als zij op negenendertig jarige leeftijd komt te overlijden laat zij "lichamelijke roerende goederen" van ƒ 1.400 en kontanten ƒ 60 na 2). Bedoeld wordt hiermee juwelen, meubelen en kleding. De helft ging naar haar man en de andere helft naar haar minderjarige kinderen, elk voor een vijfde deel. Je kunt je afvragen hoe dit vermogen tot stand is gekomen, gezien de eenvoudige status van haar ouders. Of zou haar echtgenoot in een gulle bui haar hiervan hebben voorzien?
…EN NOG MEER POEN.
Het is dertien oktober 1923, we zitten…, ja waar zitten we eigenlijk, want dat staat niet in het document. We, dat zijn Roelof 3), Hendrik Wilhelm (Opa Hein), Klaas, Jacobje en Aaltje en ze hebben de Memorie van Aangifte ondertekend, die ons elk 250 guldens brengt, zijnde de erfenis van Elbert Nieboer, voorheen schipper uit Nijkerk. Een testament was er niet, schulden wel zodat er van het totale vermogen van ruim vierduizend gulden niet zo heel veel over was over gebleven. 4)
1) http://militieregisters.nl/over-de-militieregisters.html
2) 0033 Memories van Successie, Kantoor Nijkerk Inventaris 1. Register IV, akten van het recht van successie en van overgang bij overlijden en stukken betreffende die vaststelling Akten, 1891-1895
3) zie de post over “de Jonge Aaltje”
4) 0033 Memories van Successie, Kantoor Nijkerk Inventaris 1. Register IV
Dat er in de familie Nieboer vermogen voorkwam is al bekend of zal bij voorzaten nog verder blijken. En er moet worden gediend: dat wil zeggen, in het leger. Tenminste, als er geen vrijstelling was. En áls er geen reden tot vrijstelling was, dan kon een vervanger worden aangesteld. Dit kon een remplaçant zijn (iemand die zich dat jaar niet hoefde aan te melden) of een nummerverwisselaar (iemand die dat jaar was uitgeloot – hij ruilde dan voor een lager lotnummer). Het inzetten van een plaatsvervanger was een kostbare aangelegenheid, maar toch werd er vaak gebruik van gemaakt. Omdat dit vervangingssysteem een grote invloed had op het aantal vrijwilligers – men verdiende namelijk beduidend meer door zich te laten inkopen als vervanger, dan zich aan te melden als vrijwilliger -, werd het remplaçantenstelsel in 1898 afgeschaft en vervangen door de persoonlijke dienstplicht 1). En zo blijkt uit de huwelijkse bijlage Nationale Militie uit 1873 bij de acte van het huwelijk van Elbert met Willempje van Essen "dat hem bij loting is ten deel gevallen No 6, en dat hij eenen plaatsvervanger heeft gesteld, die op de elfden mei 1867 is ingelijfd bij het 6de Regiment Infanterie..." enz. enz. Blijkbaar zat Elbert goed bij kas, dat hij zich dit kon veroorloven. Of heeft vader Roelof bijgesprongen want gezien diens status zal hij wel over de nodige contanten hebben beschikt. Maar daarover later.
EEN GOED HART?
Onderwerpen als immigratie en illegalen zijn tegenwoordig actueel. Of dat ook zo was aan het einde van de negentiende eeuw heb ik niet kunnen vinden. In ieder geval lezen we in het Nijkerks Bevolkingsregister dat Elbert twee knechten in dienst had, te weten: Johannes Holthuis geboren 5 december 1863 te Putten en Diemer Versteeg van 7 oktober 1829. Beiden zijn in geen enkel register van de Burgerlijke Stand te vinden … Of het iets zegt over Elberts maatschappelijke status of over zijn Christelijke inborst? Wie zal het weten.
…MEER POEN…
Dezer dagen is vernoeming door de ouders van hun kinderen niet meer zo in gebruik als in vroeger dagen. Zo is mijn enig kleinkind Indy vernoemd naar een manier om je snowboard vast te houden en verwijst ook naar de beroemde Amerikaanse autorace Indy500 in Indianapolis. Mijn moeder – roepnaam Wil, doopnaam Willempje - is vernoemd naar haar grootmoeder, de vrouw van Elbert dus. Zij trouwt op haar twintigste (niet mijn moeder!) en opvallend is dat haar beide ouders al overleden zijn en slechts één grootmoeder van moederszijde nog in leven is, die toestemt in het huwelijk. Willempje van Essen wordt niet oud en als zij op negenendertig jarige leeftijd komt te overlijden laat zij "lichamelijke roerende goederen" van ƒ 1.400 en kontanten ƒ 60 na 2). Bedoeld wordt hiermee juwelen, meubelen en kleding. De helft ging naar haar man en de andere helft naar haar minderjarige kinderen, elk voor een vijfde deel. Je kunt je afvragen hoe dit vermogen tot stand is gekomen, gezien de eenvoudige status van haar ouders. Of zou haar echtgenoot in een gulle bui haar hiervan hebben voorzien?
…EN NOG MEER POEN.
Het is dertien oktober 1923, we zitten…, ja waar zitten we eigenlijk, want dat staat niet in het document. We, dat zijn Roelof 3), Hendrik Wilhelm (Opa Hein), Klaas, Jacobje en Aaltje en ze hebben de Memorie van Aangifte ondertekend, die ons elk 250 guldens brengt, zijnde de erfenis van Elbert Nieboer, voorheen schipper uit Nijkerk. Een testament was er niet, schulden wel zodat er van het totale vermogen van ruim vierduizend gulden niet zo heel veel over was over gebleven. 4)
1) http://militieregisters.nl/over-de-militieregisters.html
2) 0033 Memories van Successie, Kantoor Nijkerk Inventaris 1. Register IV, akten van het recht van successie en van overgang bij overlijden en stukken betreffende die vaststelling Akten, 1891-1895
3) zie de post over “de Jonge Aaltje”
4) 0033 Memories van Successie, Kantoor Nijkerk Inventaris 1. Register IV
Reacties
Een reactie posten