Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Elbert Nieboer (20) 1847-1923

POEN…
Dat er in de familie Nieboer vermogen voorkwam is al bekend of zal bij voorzaten nog verder blijken. En er moet worden gediend: dat wil zeggen, in het leger. Tenminste, als er geen vrijstelling was. En áls er geen reden tot vrijstelling was, dan kon een vervanger worden aangesteld. Dit kon een remplaçant zijn (iemand die zich dat jaar niet hoefde aan te melden) of een nummerverwisselaar (iemand die dat jaar was uitgeloot – hij ruilde dan voor een lager lotnummer). Het inzetten van een plaatsvervanger was een kostbare aangelegenheid, maar toch werd er vaak gebruik van gemaakt. Omdat dit vervangingssysteem een grote invloed had op het aantal vrijwilligers – men verdiende namelijk beduidend meer door zich te laten inkopen als vervanger, dan zich aan te melden als vrijwilliger -, werd het remplaçantenstelsel in 1898 afgeschaft en vervangen door de persoonlijke dienstplicht 1). En zo blijkt uit de huwelijkse bijlage Nationale Militie uit 1873 bij de acte van het huwelijk van Elbert met Willempje van Essen "dat hem bij loting is ten deel gevallen No 6, en dat hij eenen plaatsvervanger heeft gesteld, die op de elfden mei 1867 is ingelijfd bij het 6de Regiment Infanterie..." enz. enz. Blijkbaar zat Elbert goed bij kas, dat hij zich dit kon veroorloven. Of heeft vader Roelof bijgesprongen want gezien diens status zal hij wel over de nodige contanten hebben beschikt. Maar daarover later.

EEN GOED HART?
Onderwerpen als immigratie en illegalen zijn tegenwoordig actueel. Of dat ook zo was aan het einde van de negentiende eeuw heb ik niet kunnen vinden. In ieder geval lezen we in het Nijkerks Bevolkingsregister dat Elbert twee knechten in dienst had, te weten: Johannes Holthuis geboren 5 december 1863 te Putten en Diemer Versteeg van 7 oktober 1829. Beiden zijn in geen enkel register van de Burgerlijke Stand te vinden … Of het iets zegt over Elberts maatschappelijke status of over zijn Christelijke inborst? Wie zal het weten.

…MEER POEN…
Dezer dagen is vernoeming door de ouders van hun kinderen niet meer zo in gebruik als in vroeger dagen. Zo is mijn enig kleinkind Indy vernoemd naar een manier om je snowboard vast te houden en verwijst ook naar de beroemde Amerikaanse autorace Indy500 in Indianapolis. Mijn moeder – roepnaam Wil, doopnaam Willempje - is vernoemd naar haar grootmoeder, de vrouw van Elbert dus. Zij trouwt op haar twintigste (niet mijn moeder!) en opvallend is dat haar beide ouders al overleden zijn en slechts één grootmoeder van moederszijde nog in leven is, die toestemt in het huwelijk. Willempje van Essen wordt niet oud en als zij op negenendertig jarige leeftijd komt te overlijden laat zij "lichamelijke roerende goederen" van ƒ 1.400 en kontanten ƒ 60 na 2). Bedoeld wordt hiermee juwelen, meubelen en kleding. De helft ging naar haar man en de andere helft naar haar minderjarige kinderen, elk voor een vijfde deel. Je kunt je afvragen hoe dit vermogen tot stand is gekomen, gezien de eenvoudige status van haar ouders. Of zou haar echtgenoot in een gulle bui haar hiervan hebben voorzien?

…EN NOG MEER POEN.
Het is dertien oktober 1923, we zitten…, ja waar zitten we eigenlijk, want dat staat niet in het document. We, dat zijn Roelof 3), Hendrik Wilhelm (Opa Hein), Klaas, Jacobje en Aaltje en ze hebben de Memorie van Aangifte ondertekend, die ons elk 250 guldens brengt, zijnde de erfenis van Elbert Nieboer, voorheen schipper uit Nijkerk. Een testament was er niet, schulden wel zodat er van het totale vermogen van ruim vierduizend gulden niet zo heel veel over was over gebleven. 4)


1) http://militieregisters.nl/over-de-militieregisters.html
2) 0033 Memories van Successie, Kantoor Nijkerk Inventaris 1. Register IV, akten van het recht van successie en van overgang bij overlijden en stukken betreffende die vaststelling Akten, 1891-1895
3) zie de post over “de Jonge Aaltje”
4) 0033 Memories van Successie, Kantoor Nijkerk Inventaris 1. Register IV

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De mezenkast Update 18 juli 2021

In maart kreeg ik voor mijn verjaardag een mooi cadeau: een minicamera voor de mezenkast in de lijsterbes in de achtertuin. Daar hebben we al jaren succesvolle broedsels van koolmezen.  Aanvankelijk bleef de kast dit jaar onbewoond vanwege de kou in de lente maar half april was het zo ver. Er werden wat takjes naar binnen gegooid, die af en toe weer werden verplaatst.   Hoopvol keken we regelmatig naar het scherm van de iPad: er gebeurde niets meer.   “Zeker opgevreten door de katten” , mopperden we, hoewel we toch een kattengordel om de stam van de boom hadden laten bevestigen.  Tot onze verbazing bleken de koolmezen vorige week toch weer aan het werk te zijn gegaan. Of het ging om het zelfde koppel is niet bekend. Ze hebben ten slotte geen rugnummer.   Intussen is er een laag van mos, kleine takjes en hondenhaar ontstaan, dat door het vrouwtje wordt verbouwd tot een nestje. We noemen haar Neeltje.  De rol van de man (Arie) is tot nu toe alleen die geweest van – mede - aangever van

Ik had een oom...

Lang geleden maakte de schrijver Godfried Bomans deel uit van een panel in het radioprogramma Kopstukken. Mensen uit het publiek konden hem vragen stellen en vaak begon Bomans na enkele seconden wachten met "Ik had vroeger een oom..." om daarmee zijn betoog te beginnen. Nu had ik vroeger óók een oom en die bezat een motor, kijk maar: We zien hier Hendrik Christiaan (Henk) Barthel, een broer van mijn vader. De motor is een 500CC TWN S uit 1925, topsnelheid 130 kilometer per uur; TWN staat voor Triumph Werke Nürnberg. Waarom nu dit verhaal? Welnu, onlangs wilden mijn oudste zoon en zijn vriend mijn gereedschapskist lenen om een oude motor aan de praat te krijgen, die de vriend op de kop had getikt. Na enig sleutelen was hij erin geslaagd en het één en ander is op film vastgelegd. Zet het volume van je luidsprekers maar wijd open en luister vooral naar de claxon. Enjoy!