Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Jan Jansen Hilverdink (190) 1756-1824

EEN DRENKELING
We rijden langs de Overijsselse Vecht op een smalle weg en het mist een beetje: de koplampen van de auto verlichten de prachtige herfstkleuren van de bomen. Er komt met flinke vaart een snelle sportwagen door de bocht aan onze kant van de weg tegemoet en we nemen gas terug om de idioot ruimte te geven. Toch slaagt hij erin om in een lelijke slip te geraken en… Nee, dit is geen aflevering van de serie “Idioten op de weg” op RTL7 waar je Russische verkeersdeelnemers halsbrekende kunsten ziet uithalen. Maar het zou hier zomaar kunnen gebeuren met al die bagger op het wegdek van de enorme landbouwvoertuigen, die hier rond rijden. We zijn op weg naar het Erve Hilverdink in Diffelen (bij Hardenberg), waar voorouders hebben gewoond. Dicht bij onze bestemming aangekomen steken we bij de Stuwdijk de Vecht over. Langs de rivier zien we blauwe zwaailichten en in de uiterwaard staat een traumahelikopter. We zien nog net hoe een drenkeling uit het water wordt gevist en politieagenten hijsen zwarte zeilen omhoog rond de plek van het ongeval.

“DE KOEIEN KOMEN ER AAN!”

Bron: Historische Vereniging Hardenberg

Tijdens mijn langdurig verblijf aan het Marnix van Sint Aldegondelyceum in Haarlem kreeg ik aardrijkskundeles - liever sprak hij over geologie, maar dat terzijde - van ene Drs van Zoest, maar het kan ook Dr geweest zijn. Van hem is de uitspraak, als de klas vervelend was: “Gedraag je niet als een kever: de mesthoop is elders!” De man wist zo boeiend les te geven dat ik er in slaagde bij hem voldoendes te halen. En zo gebeurde het dat mijn belangstelling voor de indeling van het Nederlandse landschap en het ontstaan ervan me nog steeds boeit. Zo behoren de gronden van Diffelen van oudsher tot een agrarisch gebied. Het waren arme, niet vruchtbare en niet vochtvasthoudende zandgronden met een esdorpenbewoning. Vanwege hun hoge ligging, die de bewoners tegen het water van de Vecht beveiligde, kennen ze toch een eeuwenlange bewoning. Ruwweg zijn er drie grondsoorten te onderscheiden:

De Vechtgronden of beekdalgronden
Dit zijn lager gelegen graslanden, die in tijden van hoog water veelvuldig overstroomden en door de afzetting van slib vruchtbaarder werden.

De esgronden
Hoog gelegen bouwland met een dikke humuslaag. Mede ontstaan door eeuwenlange bemesting vanuit de potstal. Dat was mest vermengd met het strooisel van heideplaggen. Er is berekend dat met deze bemesting de esgronden met tien centimeter per eeuw werden verhoogd.

De veldgronden
Vroegere heidegronden die door afplagging en turfafgraving langzaam in cultuur werden gebracht. Ook werden deze gronden wel met paard en ossen voor de ploeg ontgonnen. Het zijn over het algemeen lichte, hier en daar wat lemige gronden
Heel vroeger werden de koeien gemeenschappelijk geweid op een stuk grond. Er was geen afrastering, zodat er iemand meeging om te hoeden. Vanaf de Rheezerbrink werden zelfs koeien geweid aan de andere kant van de Vecht in de Bruchtermans, waarvoor het vee dus door de rivier moest worden gedreven. De koeier, de veehoeder, begeleidde ze in een bootje. Ook werden soms met opzet koeien en schapen het water ingedreven. Het zou de vruchtbaarheid van de beesten bevorderen en ze sterker maken tegen ziekten. Sommige mannen, die de hele dag met de koeien optrokken, maakten de tijd nuttig met het breien van kousen. Nu gebeurde het wel eens dat bij heel warm weer, als er veel vliegen waren, die de koeien belaagden, de hele meute het op een lopen zette richting stal. Er werd dan in de buurt geroepen "De koeien komen eraan!" En iedere koe wist precies in welke stal ze moest zijn! 1) Uit het Veeboek van 1823 Ambt Hardenberg blijkt overigens dat Jan slechts zes koeien bezat
 Genoeg geologie aardrijkskunde, even een plaatje:

Bron: Pixabay (public domain)

ANTONI, DE ALLESKUNNER
Het is 5 april 1817 ’s morgens vroeg, zeven uur - Jan is net klaar met melken - en we hebben bezoek van notaris Mr Antoni van Riemsdijk, wiens naam we telkens tegen komen in diverse aktes van de Burgerlijke Stand. Hij was namelijk ook burgemeester, van 1811 tot 1818 maire van de Stad Hardenberg maar tevens arts en vroedmeester 2). Vanwege het overlijden van Jans tweede echtgenote Hendrikje Slotman moet er een inventarisatie worden opgemaakt van alle bezittingen en schulden, vandaar dat deurwaarder Jan Hendrik Edelijn met de notaris is meegekomen. Want zo’n inventaris opmaken is een hele operatie, dat zagen we al eerder bij Lucas Veurink (nummer 94) http://barthelgezocht.blogspot.com/2019/02/een-biografie-van-lucas-veurink-94-1791.html  in Rheeze.
Maar goed. Eerst eens kijken waar we Jan in de familie tegen komen: opa Nieboer was getrouwd met Gerritdina Scholten >>> haar moeder is Jennigjen Leusink >>> haar moeder is Gerritdina Veurink >>> en haar moeder is Hermina Hilberink >>> waarvan Jan Hilverdink de vader is. Hilberink en Hilverdink komen beiden door elkaar voor.

Grafsteen Antoni van Riemsdijk (Bron: online-begraafplaatsen.nl)

Nu willen we wel eens weten wat Jan aan onroerend goed bezit: daarover geeft de acte het volgende uitsluitsel:

Een deel van de inventarisatie acte

a Het Erve Nientjes (zie een latere uitleg) te Diffelen ter deezer Gemeente bestaande uit derzelfs Behuizingen en Schuur No 18, mitsgaders Een Zesde Morgen 3) Bouwland bij den Ulenkamp, Een Vierde Morgen Bouwland, den Koelhoff, vijf vier en twinstigste Morgen Bouwland, den Blikakker, Een Twaalfde Bouwland de Byle, Een Zesde Morgen Bouwland het ZesspindsLand, Een derde Morgen Bouwland den Voortakker, Een Vierde Morgen Bouwland, het grootte Nieuwe Stukke, Een Agtste Morgen Bouwland het kleine nieuwe Stukke, Een Twaalfde Morgen Bouwland aan den Gaarden, Een Zesde Morgen het Kruizeblik, Een Zesde Morgen Bouwland het Boonenteentje, Een derde Morgen Bouwland den Theeakker, Een Twaalfde Morgen Bouwland de Bolle, Een Twaalfde Morgen Bouwland de Kuiper, Een Agt en Veertigste Morgen Bouwland de Rolle, Een vierde Morgen Bouwland aan het Veld en een Morgen Weideland op de Kelder alle kennelijk staande en gelegen in de buurtschap dikgemeld.
b Twee Dagwerken 4) Hooyland in het eerste blok in de Meene en Een half Dagwerk in de Hemmaaten, alle onder de Buurtschap Aane, Gemeente Gramsbergen, deezes Kanton.”
Het zal de lezer duidelijk zijn dat al die vreemd klinkende namen te maken hebben met de plaatselijk bekend zijnde veldnamen. En alles bij elkaar dus zo’n dikke vier hectare land.
Behalve het onroerend goed bezat Jan in die tijd ook nog rechten, namelijk:
a Een Half Whaardeel in de Markte van Diffelen binnen en buiten tot beneden den Vriesschen of Staaten Dijk 5)
b Een halve Tiende, gaande uit ongeveer Zeven Morgen Zaaijland uit het voormaalige Erve Hilverdink te Diffelen meergemeld.” 6)
Uit deze twee korte zinnen kunnen we in ieder geval opmaken dat Jan niet meer op het Erve Hilverdink boert maar op Erve Nientjes, zoals de notaris in de acte aangeeft. En Nientjes moet natuurlijk zijn Nijenhuis, want dat erve treffen we onder meer aan in het doopboek bij de doop van Jans zoon Albert. 6a) Maar op de kadastrale kaart van 1811-1832 6b) zien we naast het Erve Hilverdink het Erve Stegeman liggen. Bladzijde 229 van “Het Boek van Rheeze en Diffelen” geeft de oplossing: blijkens een nog op het Nijhuis aanwezige acte uit het jaar 1755 kopen dan een Marja Roelofs (weduwe van Albert Lambers), een Derk Hendrik Schutte en ene Jan Hilverdink 7) het "Erve Nijenhuis alias Stegeman", eerstgenoemde voor de helft, de andere twee elk voor een vierde part. Jan heeft dus het Erve Hilverdink toegevoegd aan het Erve Nijenhuis.

Kadastrale kaart 1811-1832 minuutplan Ambt Hardenberg, Overijssel, sectie I, blad 05 MIN04023I05 (Op de plek van Erve Stegeman staat nu Aspergeboerderij Het Nijenhuis.)

Het huidige Erve Hilverdink (foto uit eigen werk)

Veel vee had Jan niet: op het moment van de inventaris treffen we slechts een paard, vier koeien, drie kalveren en vijf schapen alsmede een stuk of wat hennen met een haan. En op zolder, boven de deel ligt ook al niets, ja een half vijm (=stapel) stro ter waarde van drie gulden. Gelukkig staat in de schuur nog “Een Beslagen Wagen begroot op twintigh centen” maar dat is natuurlijk een schrijffout van de deurwaarder en moet zijn guldens. Totaal komen we niet aan de tweehonderd gulden waarde aan roerende goederen.
De mannen zijn aan een borrel toe.
En na de boterham moet Jan met de schulden op de proppen komen. 25 Schuldeisers blijken f.1807,35 van hem tegoed te hebben, waarvan het grootste gedeelte geleend geld tegen rente, zo’n 4% gemiddeld. Je vraagt je af hoe men al die overeenkomsten zomaar kon aangaan zonder handtekening, want de notaris merkt in de acte van inventaris op dat Jan heeft “verklaard van nimmer te hebben kunnen tekenen of schrijven”. Al met al was het dus weer een inspannende dag voor Antoni als hij verklaart: “Tot al het bovenstaande is men bezig geweest bij vier dubbele vacatie 8) van des morgens zeven Uuren tot des avonds Zes uuren van denzelfden Dag.”9abc)

Aspergeboerderij Het Nijenhuis (Bron: Historische Vereniging Hardenberg)

NAAR DE HESSENWEG IN HEEMSE
Op 21 maart 1818 zitten we in een logement in Heemse (ook bij Hardenberg), bij de weduwe Berendina Rustenbergh, “logementshoudersche op den Rustenbergh”, waar in opdracht van de rechter in Deventer het onroerend goed van Jan wordt geveild. 9) De opbrengst is meer dan zesduizend gulden, een flink bedrag voor die tijd. Jan heeft zelf de rechtbank verzocht de onroerende goederen te mogen liquideren om de vorderingen te beschermen van zowel de minder- als de meerderjarige kinderen èn de schuldeisers. Jan Eshuis, landbouwer te Daarle was voogd voor de kinderen uit zijn eerste huwelijke en Jan Slot, landbouwer uit Bergentheim toeziend voogd voor die, uit zijn tweede huwelijk. Beiden bevelen de handelwijze van Jan bij de rechtbank in Deventer schriftelijk aan. Wat een kerel, niet?

EN NOG EEN DRENKELING
Het is tien oktober 1824: zwaailichten en helikopters zijn er nog niet als Jan Hilverdink ’s morgens om tien uur levenloos uit de Vecht bij Diffelen wordt gehaald. Acht en zestig jaar oud en volgens de acte van overlijden zonder beroep.Buurman Berend Nijhuis doet mede aangifte van het overlijden. 10)

TOT SLOT
Nog even terugkomend op het logement Rustenbergh, waar het onroerend goed van Jan werd geveild, zien we na even googelen dat het nu Herberg de Bokkepruik heet – voorheen de Koeslag - en de menukaart ziet er niet verkeerd uit. Helaas zijn ze hun Michelinster in 2017 kwijtgeraakt.

Logement Rustenbergh (Bron: Historischeprojecten.nl, fotograaf: ds E.J. Loor te Heemse)


Bronnen:
1) Het Boek van Rheeze en Diffelen, door Hennie Platjes en anderen
2) Mannelijke geneeskundige die zich (na zijn algemene medische vorming) heeft toegelegd op de verloskunde, inzake ter hulpverlening aan vroedvrouwen bij moeilijke bevallingen (Instituut voor de Nederlandse Taal).
3) Oppervlakte maat, groot circa 0,8-1 hectare, in elk deel van het land anders van oppervlak. Ongeveer de oppervlakte die men in een morgen kon ploegen.
4) Idem als hierboven maar dan voor hooien (ca een 0,5 hectare)
5) Een W(h)aardeel is de naam voor de eenheid van aandelen in een mark(t)e, de gemeenschappelijke bezittingen van een buurschap. Eigenaars van een gewaard erf, zelfstandige boeren met meer dan een kwart waardeel (eigenerfden) werden "geërfde", “erfman” of “goedsheer” genoemd. Ze vormden het bestuur van de marke, met de markerichter als voorzitter. Een marke is een collectief van grotere boeren die gezamenlijk het beheer en gebruik van hun gemeenschappelijke gronden reguleerden. Zelfstandige boeren met een kwart waardeel of minder werden keuters of katers genoemd; zij namen wel overeenkomstig de grootte van hun waardeel deel in de marke, maar waren niet vertegenwoordigd in het bestuur. (Bron: Wikipedia)
6) Een tiende is het recht om belasting te mogen heffen, meestal in natura. Vaak werd aangegeven om welk gebied het ging en soms zelfs werd dit met tiendpalen aangegeven. (Bron: Wikipedia)
6a) Doopboek Nederduits Gereformeerde Kerk Heemse 1772-1811 via Familysearch image 264
6b) Situering Erve Hilverdink op kadasterkaart (minuutplan) Ambt Hardenberg sectie I blad 5 1811-1832
7) Waarschijnlijk de vader (380) van Jan
8) Hij, de deurwaarder, familie en twee getuigen
9) Overige bronnen:
a. Notarieel Repertorium Hardenberg, inventarisnummer 1963 Definitieve toewijzing onroerend goed aktenummer31 van 21-03-1818 notaris van Riemsdijk via Historisch Centrum Overijssel image 161 en verder
b. Notarieel Repertorium Hardenberg, inventarisnummer 1963 notaris van Riemsdijk aktenummer 96 tot en met 101 Transport van 30-05-1818 via Historisch Centrum Overijssel
c. Notarieel Repertorium Hardenberg, inventarisnummer 1963 notaris van Riemsdijk aktenummer 26 van 14-03-1818 Provisionele toewijzing via Historisch Centrum Overijssel image 106 en verder
10) Burgerlijke Stand Overlijden Ambt Hardenberg aktenummer 46

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De mezenkast Update 18 juli 2021

In maart kreeg ik voor mijn verjaardag een mooi cadeau: een minicamera voor de mezenkast in de lijsterbes in de achtertuin. Daar hebben we al jaren succesvolle broedsels van koolmezen.  Aanvankelijk bleef de kast dit jaar onbewoond vanwege de kou in de lente maar half april was het zo ver. Er werden wat takjes naar binnen gegooid, die af en toe weer werden verplaatst.   Hoopvol keken we regelmatig naar het scherm van de iPad: er gebeurde niets meer.   “Zeker opgevreten door de katten” , mopperden we, hoewel we toch een kattengordel om de stam van de boom hadden laten bevestigen.  Tot onze verbazing bleken de koolmezen vorige week toch weer aan het werk te zijn gegaan. Of het ging om het zelfde koppel is niet bekend. Ze hebben ten slotte geen rugnummer.   Intussen is er een laag van mos, kleine takjes en hondenhaar ontstaan, dat door het vrouwtje wordt verbouwd tot een nestje. We noemen haar Neeltje.  De rol van de man (Arie) is tot nu toe alleen die geweest van – mede - aangever van

Ik had een oom...

Lang geleden maakte de schrijver Godfried Bomans deel uit van een panel in het radioprogramma Kopstukken. Mensen uit het publiek konden hem vragen stellen en vaak begon Bomans na enkele seconden wachten met "Ik had vroeger een oom..." om daarmee zijn betoog te beginnen. Nu had ik vroeger óók een oom en die bezat een motor, kijk maar: We zien hier Hendrik Christiaan (Henk) Barthel, een broer van mijn vader. De motor is een 500CC TWN S uit 1925, topsnelheid 130 kilometer per uur; TWN staat voor Triumph Werke Nürnberg. Waarom nu dit verhaal? Welnu, onlangs wilden mijn oudste zoon en zijn vriend mijn gereedschapskist lenen om een oude motor aan de praat te krijgen, die de vriend op de kop had getikt. Na enig sleutelen was hij erin geslaagd en het één en ander is op film vastgelegd. Zet het volume van je luidsprekers maar wijd open en luister vooral naar de claxon. Enjoy!