Doorgaan naar hoofdcontent

Wij bijen met ons bijtjes 1)

Afgelopen kerst kregen wij een insectenhotel cadeau, een soort kast met gaten, kieren en pijpjes. Die heb ik aan de schuur geschroefd en toen ik van de week mijn fiets wilde pakken hoorde ik gezoem om mij heen. Een stuk of wat metselbijen waren begonnen om hun eitjes op te bergen in de pijpjes bovenin het hotel, kijk maar. Dit is een foto van vlakbij (alweer een bij 😊 ) zodat je goed kunt zien wat ze doen. Linksonder is al een pijpje dicht gemetseld. Wat ze doen? Lees maar hier onder.



De rosse metselbij komt elk jaar als een van de eerste, eind maart, begin april. Eerst de mannetjes, dan de vrouwtjes. Als de vrouwtjes gepaard hebben, in april, slaan ze het sperma op in een spermabeursje. Dan zoeken ze een nestholte van hun eigen diameter. Vroeger deden ze dat in de vrije natuur, ze gebruikten gangen van boktorren en houtwespen. Daarnaast hebben ze drachtplanten nodig, waar ze stuifmeel en nectar vandaan halen. Die combinatie, van zonbeschenen bosranden met daarbij struiken en bloemrijke graslanden, bestaat bijna niet meer. Eigenlijk zijn alle bovengronds nestelende bijensoorten naar dorpen en steden gegaan, daar staan tenminste nog bloemen in de tuin.
Als ze een geschikt gangetje hebben gevonden, gaan ze stuifmeel en nectar halen. Metselbijen duwen het stuifmeel met hun achterpoten tussen buikharen en vervoeren het dan. In het nest poetsen ze het stuifmeel van hun achterlijf. En ze braken de nectar op die ze met hun tong opgezogen hebben. Dat doen ze een keer of tien, voor de totale hoeveelheid voedsel die een larve nodig heeft. Daarna leggen ze een eitje op die voedselvoorraad en metselen ze een tussenwandje, van zand of leem. Zo werken ze van achteren naar voren, steeds weer een nieuw compartiment met een nieuw voedselvoorraadje en een eitje. De bevruchte eitjes, waar vrouwtjes uitkomen, leggen ze in de achterste compartimenten. De onbevruchte eitjes, de mannetjes, leggen ze voor in de gang. Het is minder erg als die geparasiteerd worden. 2)

Bronnen:
1) Uit “De bijen” van Herman van Veen
2) uit een artikel uit de Volkskrant van 9 mei 2015 van Caspar Janssen

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor Æ’0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da