Doorgaan naar hoofdcontent

Jacobus Bogaards, wagenmaker in den Haag

 

LAUWERECHT
Het was mij niet bekend dat de stad Utrecht zulke verstilde plekjes heeft als op deze afbeelding:
 
Bron: Streetview
Vroeger was de Lauwerecht een zelfstandige plattelandsgemeente en nu een deel van Utrecht, aan de oostelijke oever van de Vecht. 1) 
En dit is het Fregat Evertsen uit de 19de eeuw
 
Fregat met stoomvermogen Hr. Ms. Evertsen (1893 herdoopt in Neptunus) (1857-1921). Bron: Collectie Fotoafdrukken Koninklijke Marine 1a)
Ze kan niet door de Vecht varen maar er bestaat wel enige samenhang met de rivier. Jacobus Bogaards moest namelijk in dienst en op één of andere manier kwam hij bij de marine terecht als matroos derde klasse in de functie van vuurwerker (zeg maar smid). Je had overigens vuurwerkers die luitenant werden, maar dat terzijde. Hij was trouwens voor die tijd een behoorlijk grote vent, zo’n één meter 82 lang en gezien zijn beroep zal het wel een stevige jongen zijn geweest. Jacobus zat op dat fregat en was het al spoedig spuugzat. Hij kreeg het al snel voor elkaar dat het hem vergund werd op 31 juli 1890 te trouwen waarna hij in oktober bij de spoorwegen als vuurwerker ging werken. 2) Het salaris bedroeg ƒ 0,17 per uur en dat voor tien uur per dag, zes dagen per week. 3) En hij ging op de Lauwerecht wonen, samen met Anna Maria Schotte uit Bleiswijk. Op 13 december 1893 vindt hij dat het anders moet: met zijn hoogzwangere vrouw en een klein kind vertrekt hij naar den Haag om in dienst te treden bij de smederij en wagenmakerij van Bronsgeest aan de Hoefkade, waar hij ook zijn intrek neemt. 4) 
Zullen we nog even kijken waar we deze Jacobus in de familie vinden?
 

 JACOBUS WORDT ONDERNEMER
Van 1899 tot 1902 woedde in Zuid-Afrika de Tweede Boerenoorlog. Deze oorlog maakte veel indruk in Nederland waar veel sympathie bestond voor de strijd van de Boeren (oorspronkelijke Nederlanders) tegen de Britten. Transvaal, de volkse naam voor de Zuid-Afrikaansche Republiek, bestond van 1852 tot 1902, daarna ging Transvaal over in Britse handen. Tussen 1900 en 1935 werd ten zuidwesten van het Haagse centrum een nieuwe wijk gebouwd met de naam Transvaalkwartier, ontleend aan de boerenstrijd. En aan de zuidkant loopt de Hoefkade waar op 2 maart 1901 de op nummers 770 tot 774 gevestigde smederij en wagenmakerij van D. Bronsgeest overgenomen wordt door ene J. Bogaards, onze Jacobus. Hij bericht dat hij er tevens een hoefsmederij aan verbindt. 5)
Het gaat hem goed in de business: in de Haagsche Courant volgt een stroom van advertenties met vraag naar personeel maar ook aanbiedingen zoals die voor een dogcart: 6)
 
Bron: Wikipedia Nederlands Kampioenschap Traditioneel Gerij 2014 to Baarn door HenkvD  https://commons.wikimedia.org/wiki/File:NK_Traditioneel_Gerij_2014_(22).jpg  



Het is een licht door paarden getrokken voertuig, met een doos achter de bestuurdersstoel om een of meer retrieverhonden te bevatten. De hondenbox kan worden omgebouwd tot een tweede zitplaats. 1) En wat dacht je van deze victoria, een rijtuig met lage instap speciaal voor dames als Queen Victoria, als ze bij mooi weer op theevisite ging of uitstapjes maakte:

Bron: website van Stalhouderij de Zadelhoff in Breukelen
GROEI
Het is 27 april 1904, een frisse westelijk wind zonder zon maakt dat het koud aanvoelt. De certificaten van aandelen American Atchison, Topeka and Sante Fe Railways staan 72% en een biefstukje kost ƒ 0,60 per stuk 7) Het college van Burgemeester en Wethouders heeft zich gebogen over de aanvraag tot uitbreiding van een rijtuigsmederij aan de Hoefkade 772 aan ene J. Bogaards, ons wel bekend en er haar goedkeuring aan gehecht. Jacobus kan verder. Dat zagen we al door de vraag naar nieuwe werknemers in de Haagsche Courant van die jaren, zoals wagenmakers, vuurwerkers en rijtuigmakers. Blijkbaar was het zo moeilijk om lokaal aan personeel te komen dat hij in Friesland adverteerde 8) en in de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant.
Ook de vele nieuwjaarswensen, die hij liet plaatsen in de Haagsche Courant zijn een bewijs dat het hem goed ging. In 1906 was er alweer ruimtegebrek. Althans, dat is op te maken uit een advertentie in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 28 september waar hij “wegens plaatsgebrek te koop voor een matigen prijs, een in goeden staat zijnde Coupé Claroni met ronde voorruit en een Vigilante” te koop aanbiedt. Dat vraagt om toelichting. Opvragen bij Mario Broekhuis van het Rijtuigmuseum in Leek leert ons dat een coupé claroni niet bestaat, maar een verschrijving is (door de letterzetter in de advertentie?) van coupé clarence (of driekwartcoupé). De vigilante is een koets voor familiegebruik
 
Coupé Clarence. Bron: beeld Collectie Nationaal Rijtuigmuseum in Leek

ANNONCES
En de vraag naar personeel bleef ook in de moeilijke jaren van de Eerste Wereldoorlog in stand. En ze moesten flink, bekwaam of aankomend zijn, goed bekend met rijtuigwerk, ze kregen vast werk en hoog loon. Bovendien konden ze terstond, vlug en vlug aankomend geplaatst worden, lezen we in een stroom van advertenties in diverse kranten. En dat Jacobus niet met zijn tijd meeging kan niet gezegd worden. Zo lezen we al in 1917 dat hij beschikt over een “Electrische Wagenmakerij en Smederij”. 9) In de jaren twintig van de vorige eeuw neemt het aantal advertenties af zodat we mogen aannemen dat het
allemaal wat minder werd met de handel. De laatste is een familiebericht, waarin het overlijden van Jacobus op 29 december 1931 wordt gemeld. Zaterdag 2 januari 1932 is hij begraven op Nieuw Eykenduinen in ’s-Gravenhage. 10) Er is geen grafzerk bewaard gebleven.


Bronnen:

1) Wikipedia
1a) Er is nu een geheel nieuwe en moderne uitgave van dit fregat in de vaart o.a. regelmatig actief in de Perzische Golf
2) 2.12.14 Inventaris van de Stamboeken Marinepersoneel, 1813-1940 B.6 Zeemiliciens Boek 556 1888 1a-600a via de website van het Nationaal Archief image 99
3) Toegangsnummer 920 NS personeel pensioenregisters inventarisnummer 203 via de website van het Utrechts archief image 151
4) Bevolkingsregister Utrecht 1890-1899 blad 2694 via de website van het Utrechts Archief image 188
5) Haagsche Courant van 2 maart 1901
6) ik moet toch weer denken aan die scharenslijper uit de jaren vijftig en zijn kar met de twee honden eronder...
7) Haagsche Courant van 27 april 1904
8) Nieuwsblad van Friesland Hepkema’s courant van 4 juni 1913 en de Provinciale Geldersche en Nijmeegsche courant van 14 september 1907
9) De Nederlander van 31 december 1917
10) Uit onbekende krant via de website van het CBGVerzamelingen Centrum voor familiegeschiedenis
 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da