Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Jurrien Willems Vastenburg (86) 1791-1861

WAAR VINDEN WE JURRIEN IN DE FAMILIE?
Mijn opa van moeders kant is Hendrik Wilhelm Nieboer en zijn vader is Elbert, getrouwd met Willempje van Essen, dochter van Hendrik van Essen, die gehuwd was met Klaartje Vastenburg, de eerstegeborene van Jurrien.

WARME MOES
Niet alleen in Amsterdam maar ook in Haarlem komen we een Warmoesstraat tegen.
8) zie hier onder
Maar waar komt die naam  eigenlijk vandaan? Het is een samenvoeging van warm en moes, oorspronkelijk dus “groente die warm genuttigd wordt”. In het oudste Nederlands was moes nog synoniem met voedsel; later werd de betekenis verengd tot “groente als gewas”. Het woord is verwant aan het Duitse Gemüse ('groente') 1). En een warmoesier, warmoezier of warmoezenier, dat met een s in plaats van een z al in het Middelnederlands voorkwam, lijkt het oudst te zijn. Ze zijn allebei afgeleid van warmoes. Dus eigenlijk iemand, die groente en fruit kweekt en het zelf verkoopt, een soort zzp’er, dus. En Jurrien was tuinman en zo’n warmoezenier. Voor het eerst komen we hem in de archieven tegen – los van de doopbewijzen natuurlijk – als hij op vier april 1827 in Nijkerk trouwt met Engeltje Berkelo, die hem uiteindelijk twaalf kinderen schenkt. Beiden zijn dan arm 2) en Jurrien moet als daghuurder dagelijks op pad voor werk. En ineens, in 1829 zien we hem in de boeken 3) als tuinman en ook warmoezenier. Trouwens,  Engeltje werkt ook dapper mee in de tuin. 4)

DAAR IS-TIE WEER: DE NOTARIS!
Deze keer is het Derk Steven Colenbrander uit Nijkerk, die alvast zijn winterjas heeft aangetrokken want het waait en het regent op deze 23ste september 1861 en het is nog koud ook: slechts dertien graden. Jurrien is ernstig ziek en voelt na tientallen jaren van hard werken het einde naderen. Op zijn sterfbed wordt een testament opgemaakt. Daarin is bepaald is dat zijn weduwe het vruchtgebruik tot wedertrouw heeft en dat de nalatenschap naar de kinderen gaat. 5) Waaruit de nalatenschap bestaat is niet bekend. 6)

Het testament van Jurrien

TAPPEN MAAR
Maar goed, hoe moet het nu verder met Engeltje, want pensioen en AOW was er in die tijd niet. Welnu, uit enkele trouwaktes van de kinderen en ook uit haar akte van overlijden blijkt dat ze na het overlijden van Jurrien van beroep tapster is geweest. Het beroep van tapper of tapster werd in de negentiende eeuw uitgeoefend door zowel caféhouders, waar de drank dus ter plekke kon worden geconsumeerd, als door degenen die als nevenactiviteit sterke drank aan huis verkochten, waarna de koper die elders nuttigde. De verkoop van sterk drank was onderhevig aan accijnsheffing. Om te bepalen hoeveel accijns de verkoper was verschuldigd, werd de drankvoorraad periodiek gepeild: de peiler bepaalde met een peilstok de hoeveelheden in de vaten. Herhaaldelijk, en niet in de laatste plaats omdat de peilers geregeld in beschonken toestand verkeerden, ontstonden daarover geschillen, die je dan in de rechterlijke archieven kunt tegenkomen. 7) Boze tongen beweren zelfs dat het beroep van tapster werd gecombineerd met bordeelhoudster: dat komt in onze familie natuurlijk niet voor. Of ze moeten uit een ander vaatje tappen. Als ze dan op haar 71ste komt te overlijden blijkt, dat er geen Memorie van successie is opgemaakt voor wat betreft het vermogen. Ze zal alles toch niet hebben verzopen?


Ik denk niet dat Engeltje zo'n mooie tap tot haar beschikking had (bron: pixabay)

Bronnen:
1) Dagblad Trouw van 8 mei 2012
2) Bewijs van onvermogen als huwelijkse bijlage 1827
3) Bevolkingsregister Nijkerk 1830-1840
4) diverse geboorteaktes van de kinderen
5) Notariele Archieven 1811-1925 Nijkerk archiefnummer 0168 toegangsnummer 3886 1861-1862 notaris A.D.S. Colenbrander via Gelders Archief image 150
6) Memorie van aangifte Successie van 26 maart 1862
7) https://www.stamboomforum.nl/genealogie/2/17960/1
8) Bron: Wikipedia Author: Vysotsky https://nl.wikipedia.org/wiki/Warmoesstraat#/media/File:Amsterdam11.JPG

Reacties

  1. Wat weer een indrukwekkend speurwerk Cees!
    Je krijgt een goed beeld hoe er toentertijd geleefd en gezwoegd werd.
    Gesiena.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, daarom niet minder indrukwekkend!

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da