Doorgaan naar hoofdcontent

Nog eens de korenmolen "Het Fortuin"

Deze keer komen maar liefst drie "Blommetjes" aan de orde. Vorige keer hadden we het over Jan de Blom LINKJE en hoe de korenmolen het Fortuin in zijn bezit is gekomen. Daar kwam zijn vader Jacobus Ariensz de Blom (1731-1788) al aan de orde en diens twee echtgenotes. Met Jacobus gaat het verhaal verder maar ook met zijn broers Johannes en Mattheus de Blom.

INHOUD
  • Het roggefenomeen van Aarlanderveen
  • Jacobus is armmeester
  • Broer Johannes bakt zoeter broodjes
  • En broeder Mattheus wordt weesman

HET ROGGEFENOMEEN VAN AARLANDERVEEN
Het is 24 december 1770 en we zitten bij de notaris want kleermaker Hendrik Bruijkman is boos. Hij vindt het leuk om zelf zijn brood te bakken en haalt zijn rogge bij broodbakker Jacobus Koenekoop aan de Lage Zijde in Aarlanderveen. 

Met die rogge gaat Hendrik naar molenaar Jacobus de Blom in Alphen aan den Rijn om die te laten malen. Het brood is echter niet te eten en Hendrik beklaagt zich bij de molenaar, onze Jacobus de Blom. Die zegt, dat hij van slechte rogge alleen maar slecht meel kan malen. 

Hendrik Bruijkman heeft daarna gesproken met ene Jan de Jong, die zei, dat hij nog nooit goed meel van molenaar de Blom van rogge heeft gekregen dat gekocht was bij Jacobus Koenekoop. De Jong betrekt daarom geen rogge meer van Koenekoop. Zou Koenekoop een klap van de molen hebben gekregen? 1)
 
Of maakte Jacobus er soms wel eens een potje van? Daar lijkt het wel op want in 1771 is er al een klacht geweest van Broodbakker Voorbij uit Alphen waaruit blijkt dat Jacobus zijn knecht met opzet opdracht gaf het meel slecht te malen. 
 
En dat Jan Cornelisz Dirkszwager, de schoonvader van Jacobus en vorige molenaar/eigenaar van Het Fortuin dat ook wel eens heeft gedaan. Dat heeft Jacobus een flinke schadevergoeding gekost. Dirkszwager probeerde Voorbij zelfs om te kopen! 2)
 
Uit de Resolutien van de Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, 1772
 
JACOBUS IS ARMMEESTER
In de tweede helft van de 18de eeuw zijn er nog geen sociale voorzieningen en wie ziek werd of geen inkomen had moest terugvallen op de armenzorg. De armenzorg werd van oudsher uitgevoerd door een door de kerk aangesteld armbestuur. 
 
Vroeger werd deze instelling ook wel tafel van de Heilige Geest of Armentafel genoemd. De twee leden van de armentafel, de Heilige Geestmeesters of armmeesters, werden meestal gekozen uit gegoede personen, eerder door de dominee. 
 
De armmeesters beslisten over de vraag wie voor hulp in aanmerking kwam en zij beheerden de dikwijls omvangrijke bezittingen van de armentafel. Vanouds was het gebruik dat de bemiddelde mensen in hun testament de Armentafel bedachten. 
 
Zo kreeg deze na verloop van tijd pachthoeven, landerijen, kleine kapitalen, grondrenten en dergelijke in hun bezit. 3) Jacobus de Blom was - net als zijn broer Johannes - armmeester. Zo zien we hem tussen 1759 en 1761 diverse keren samen met andere armmeesters onroerend goed verkopen om geld aan de armen uit te delen. 4) Laten we trouwens even kijken hoe de familie in elkaar zit:


BROER JOHANNES BAKT ZOETE BROODJES
Johannes is er al vroeg bij als op 26jarige leeftijd een bakkerij in Koudekerk aan den Rijn koopt voor ƒ 1.500. 5) Maar hij leent wel ƒ 1.000 bij zijn broer Jacobus. 6) 

Niet bekend is of Jacobus het meel heeft geleverd voor de bakkerij. De korenmolen in Alphen stond maar een paar kilometer verderop. In ieder geval zal het assortiment broodjes wat minder uitgebreid zijn dan tegenwoordig. 

Wel bekend is dat Johannes armmeester van Koudekerk was, belast met de armenzorg. 7) 

In 1775 verkoopt Johannes de bakkerij, woont dan volgens de akte bij Woerden 8) en is dan vervolgens nergens in de archieven meer te vinden. Net als zijn vrouw Aaltje van Wieringen.

EN BROEDER MATTHEUS WORDT WEESMAN
Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen; Aarlanderveen ligt niet zo ver van Leiden. Daar is een aardig restaurant met een aantrekkelijk terras: “Het Oude Regthuys”. Een drankje, een pannenkoekje: wat wil je nog meer.
 
Café-Restauant "Het Oude Rechthuis" Aarlanderveen (Streetview)

We zitten hier eigenlijk wel op een stuk geschiedenis. Al in de 17de eeuw stond hier de herberg “’t Regthuis” waar Mattheus de Blom in ieder geval in 1782 herbergier was. 9) 
 
Er was een kolfbaan waar de bal met een kliek (= slaghout) tegen een paal wordt geslagen en zo punten kunnen worden gescoord. 3) En men had het waagrecht, het recht om goederen te wegen. 3) In 1791 verkocht hij de herberg aan de vrouw van zijn broer Jacobus. 10) 
 
Daarnaast was Mattheus weesman. Weesmannen of weesmeesters vormden het bestuur van de weeskamer. De weeskamers moesten voorkomen dat familieleden aan de haal gingen met de nagelaten bezittingen van de ouder van een minderjarig kind. 3) De drie gebroeders behoorden dus tot de gegoeden onder de burgerij.

BRONNEN:
1) Archief van de notarissen residerende te Oudshoorn Minuutakten 1755-1788 aktedatum 14 december 1770 Toegangsnummer 113.2.01 inventarisnummer 43 via Gemeentearchief Alphen aan den Rijn
2) Resolutiëen van de Heeren Staten van Hollandt ende Westvrieslandt, 1772 deel 1 Volume 156 Numero 8 bladzijde 37 en 38
3) Wikipedia
4) Bijvoorbeeld: Archief van het gerecht van Alphen, Protocol van opdrachten en overdrachten van huizen en landerijen enz., kustingbrieven etc., gepasseerd voor schepenen van Alphen, 1582 - 1811 Toegangsnummer 112.1.02 Inventarisnummer 35 Aktedatum 3 mei 1759
5) Archief van het gerecht van Koudekerk, 1577-1811 Protocol van opdrachten en rentebrieven, Toegangsnummer 145.1.09 Inventarisnummer 15 Aktedatum: 13 mei 1763 Pagina 18
6) Archief van het gerecht van Aarlanderveen, 1590-1811 Protocol van opdrachten en kustingbrieven, Toegangsnummer  111.1.02 Inventarisnummer  23 Aktedatum 7 mei 1764 Pagina 59
7) Gaarder Begraven Koudekerk 1702-1811 bladzij 52v (als aangever bij overlijden Frans van Heijningen 7 december 1771)
8) Archief van het gerecht van Koudekerk, 1577-1811 Protocol van opdrachten en rentebrieven, Toegangsnummer  145.1.09 Inventarisnummer  16 Aktedatum  29 mei 1775 Pagina 8v
9) Archief van het gerecht van Aarlanderveen, 1590-1811 Protocol van opdrachten en kustingbrieven, Toegangsnummer 111.1.02 Inventarisnummer 23 Aktedatum 1 mei 1782 Pagina 158
10) Archief van het gerecht van Aarlanderveen, 1590-1811 Protocol van opdrachten en kustingbrieven, Toegangsnummer  111.1.02 Inventarisnummer  25 Aktedatum 3 mei 1791     Pagina 73

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da