Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Meeuwis Cornelisz Baan (308) 1737-1777

BAAN
Is dat familie? Jawel hoor, kijk maar: mijn oma Cornelia Weijers >>> haar vader Johannes Jacobus, die getrouwd was met Dirkje Storm >>> haar vader Corstiaan >>> haar opa Nicolaas >>> diens vrouw Geertruida Baan, dochter van Cornelis, kleinkind van Mees: we zijn er.

DE BOOT IN

Vlag van de VOC (Bron: Wikipedia, Public domain)
We hadden niet alleen voorouders als molenaars of boeren met poten in de klei maar ook nog gasten op de boot! En niet zo maar een boot, nee een schip van de VOC, de Vereenigde Oostindische Compagnie, tussen 1600 en 1800 het grootste handelsbedrijf ter wereld. Hoe Mees daar als matroos terecht is gekomen is een raadsel. Bij zijn huwelijk in 1759 in Schelluinen met de dochter van een schepen (een soort wethouder in die tijd) lezen we dat zij elk drie gulden moesten betalen voor de ceremonie 1), wat duidt op enige vorm van welstand. Vreemd genoeg duikt hij in 1771 op in de borgbrieven van het Leidse Armenhuis. 2) Het gaat om Leidenaren die naar elders vertrokken en een bewijs vroegen dat ze, mochten ze tot armoede vervallen en een uitkering (bedeling) nodig hebben, een beroep op hun Leidse armbestuur zouden kunnen doen en dus niet ten laste van hun nieuwe plaats van inwoning komen.

RETOURTJE INDIË
Voor de VOC was het spiegelretourschip het meest belangrijke scheepstype en ik vermoed dat de “Vrouwe Elisabeth” één van die types was. 3) Op 14 mei 1773 vertrok ze van de rede van Goeree naar Kaap de Goede Hoop om daar van 31 augustus tot 28 september proviand in te slaan en de nodige reparaties te laten uitvoeren. Aan boord waren ruim tweehonderd mensen, onder wie een flink aantal soldaten. O ja, er was ook een boekhouder bij voor de scheepssoldijboeken. Kijk, hier hebben we zo’n scheepssoldijboek:

Bron: Nummer toegang 1.04.02, inventarisnummer 14267, folionummer 108 rechtsonder via Nationaal Archief

Tijdens mijn langdurig verblijf op de HBS ben ik regelmatig geplaagd met het vak boekhouden, kennelijk een vaderlands overblijfsel van de VOC. Maar dit terzijde. In het genoemde boek werd precies genoteerd wie er aan boord van het schip waren, wat er van hen verwacht werd en hoeveel ze verdienden. Gelukkig maar, want daarom weten we dat Mees op de “Vrouwe Elisabeth” was aangemonsterd voor negen gulden gage per maand. De terugreis ging met het schip de “Beekvliet”. 4)

ENKELE REIS
Mees krijgt de smaak te pakken en vertrekt op drie november 1775 van de rede van Goeree opnieuw via Kaap de Goede Hoop naar Batavia. In de dossiers van het Nationaal Archief lezen we dat er nogal wat van hem verwacht werd als matroos: “waak- en roergang; laden en lossen; reinigen, teren en kalfaten (schoonsbranden van de scheepshuid, CB) van het schip; af- en aanslaan van de zeilen; helpers van de onderofficieren. Ook wel bootsgezel.” 5)

Model van een VOC schip (naam onbekend) Bron: Rijksmuseum (Public domain)

Na de proviandering in maart 1776 vertrekt het schip naar Batavia en dan gaat het mis: Mees komt op 4 mei te overlijden: de omstandigheden waaronder zijn niet bekend. Het lichaam wordt in een doek genaaid, verzwaard met kogels en vervolgens na een gebed vanaf een plank met een “één twee drie, in godsnaam” de zee in geschoven. Bij thuiskomst van de Diana wordt er nog 45 gulden aan de weduwe en haar zoon Cornelis uitbetaald. 5)

De replica Batavia voor de film "De Scheepsjongens van Bontekoe" op weg (Bron: Wikipedia, public domain)

1) Trouwboek Gaarders kopie Zuid-Holland; Hardinxveld, nummer toegang 3.04.17.034, inventarisnummer 1.II scan 72
2) Lijst borgbrieven aan Nederduits gereformeerde personen, inventarisnummer 6133 1768-1787 kaart 3269/3270
3) https://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=10095
4) Nationaal Archief nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 14260, folionummer: 104
5) Nationaal Archief nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 14267, folionummer: 108

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da