Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Peter Jansen Nieboer (320) 1700-1775

MOOI WEER EN ZAALWHEER
Het is mooi weer en we zijn een eindje aan het fietsen. Het landschap is tamelijk saai: grote stukken grasland, nauwelijks onderbroken door bospercelen. Net alsof het nog niet zo lang geleden aan het IJsselmeer is ontrukt en in lange, rechte percelen is ingedeeld. In het noorden zie je een soort verhogingen in het landschap en dat klopt ook wel want het zijn oude strandwallen, die de landerijen onder Hoophuizen en Nunspeet – want daar zij wij - meestal goed beschermd hebben tegen hoogwater van de toenmalige Zuiderzee. Er resteren nu nog enkele onderdelen ervan en de mooiste voorbeelden liggen wel aan het einde van de Bredeweg. In februari 1825 echter steeg het water tijdens een zware noordwester storm in de nacht van drie op vier februari tot een hoogte van 3,68 meter boven NAP in Harderwijk en de boerderijen op Hoophuizen moeten toen ook forse schade hebben opgelopen. Maar in 1916 ging het met hoogwater helemaal mis en verdween de laatste boerderij 1). Het is niet vaak voorgekomen dat rond de Oude Kerk te Nunspeet zoveel graven tegelijk moesten worden gedolven. En je raadt het al: natuurlijk op deze plek aan de rand van de Zuiderzee moesten onze Peter en zijn vrouw Gerritje Roelofs hun brood verdienen. En dat ging juist zo goed, want al kort na hun huwelijk kochten ze in 1723 een half herengoed en een zaalwheer 2) genaamd “de Bockhorst”. 2a)

Nunspeet (Bron: VVV)

Omdat er nog geen notarissen zijn in die tijd zitten we om de koop te bekrachtigen bij de schout; luister maar: “Wij, Tieleman Bon, scholtus des schout ampts van Ermelloo, ende Egbert Janssen Vos, geërfden op Veluwen, doen condt en tuygen mits desen onsen openen brieven, dat voor ons in geseyde qualiteit gecompareert ende erschenen zijn” en dan volgt een rij erfgenamen van de verkoper en een opsomming van het verkregene:  enz. enz. “ende dat voor eene somme achtendertighondert of drieduysent caroligulden vrij gelt”, contant dus!

Bovenzijde van blad 1 van de aankoopakte

Even bij de les blijven, lezer: het wordt nog wat lastiger voor wat betreft het taalgebruik maar dat is belangrijk voor een later moment om aan te tonen waar het herengoed ongeveer was gesitueerd. Wat stelde de Bockhorst eigenlijk voor:
“De grootte: dat op desen goede een huis staet van 4 gebont 7) mit een schuijre. Die saelwehr mit hoeven ende brinck ongeveerlick gr. ½ margen 8) lants ende gehooren mede tott den selven goede die landerien hier nae benoempt, gelijck tegenwoordich daer toe gebruijckt warden als nemelick 4 ½ molder 9) roggelandts voor ende ter zijden die hoffstede zeewarts gelegen. Noch toe Hulshorst sch. 10) roggelandts. Noch 3 ½ mergen hoijlants in verscheijdene campkens 11), noch 3 stucken weijlants, het eene genoempt Hammicke zijde, het andere het Peerdelandt, het darde die Karve gr. sijnde omtrent 7 mergen. Noch twee stucken haverlandts inde wandelinge geheijten Henricks Campen die men gewoonlick is ten 4 jaren uijt den driest 12) met haver te besaijen, gr. sijnde 10 mrg., wesende mager lantgen, sonder dat oock op dit voorn. herengoet ennich hart off opgaende eijcken holt is staende, dan wael peppelen, elsen ende willigen” 13).

Deel van een tekening van een oude Nunspeetse boerderij uit de 18de eeuw (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, vervaardiger M.H.M.Heerkens)

Al met al toch zo’n dikke tien hectare land van diverse pluimage.
Bent u er nog, want wij fietsen gewoon door, hoor! Als u vooral maar dat stuk land met de naam “Karve” onthoudt, want dat komt later nog eens terug. Goed, Peter en Gerritje zitten dus met een halve boerderij en willen natuurlijk de andere helft ook in hun bezit krijgen. Dat lukt op 17 januari 1741 als twee broers en een zus van Gerritje de andere helft aan hen overdragen. 14)

PETER COLLECTEERT
Psalmbord Hervormde Kerk Oostwoud (Beeldbank Cultureel Erfgoed.nl publiek domein
Peter heeft vrouw en kinderen, een vette boerderij, status en wat wil hij nog meer? Diaken worden dus, van de Nederduits Gereformeerde Kerk in Nunspeet. En dat gaat hem goed af want samen met collega-diakens weet hij telkens meer geld binnen te halen dan uit te geven. Zo halen ze tussen 1745 en 1749 een kleine 5.800 gulden op en geven er zo’n 3.500 uit, b.v. de afrekening van 21 augustus 1747: "Op huijden ondergenoemt hebben Peter Janssen de jonge en Gerrit Lubbertsen tijdelijke Diakonen te Nunspeet wederom reekening gedaen van haere administratie soo van uitgaef als uitgaef der diakonije t'zedert den 21e Augusti 1747 tot dato deeses en is bevonden den geheelen ontfang zigh te bedraegen eene somma van f 1983- 2- 8". 14) Voor het eerst lezen we hier trouwens dat Peter ook wel Peter Janssen de Jonge wordt genoemd, wat we in diverse aktes wel vaker aantreffen.

EX-SUIKERTANTE
Daar hebben we tante Anneken van vaders kant: ze heeft een bloedhekel aan haar volle neef Peter. Want op drie september 1729 loopt ze op hoge poten naar de schepen van Harderwijk om haar beklag te doen en in haar testament Peter te onterven. “…ende haeren Neeff Peter Jansen van haeren erfnis van eenenmael uijtsluijtende ende ontervende: met verdure begeerte dat haere overige nalatenschap onder haere overige Erfgenaemen zal vererven en verdeeld worden volgens Lantregt. Willende mede dat haer overleden broers kinds-kind Trijntje Henriks sal treden en erven in haer moeders plaets; edog soo ‘t selver in hearer onmondigheit of oock sonder lijfs-Erven mogt comen te sterven sullen de goederen welke dat broers kinds-kind van de Comparante sal comen te erven, weder gaen tot des Comparantes Erfgenaemen, met uijtsluijtinge van des kinds vader en vaderlijcke kinder als mede met exclusive van Peter Jansen.” 15) We zien hier trouwens in deze akte Johan Schrassert opduiken als getuige, de schrijver van het boek “Codex Gelro Zutphanicus”. Men verkeerde dus in hoge kringen, want Schrassert promoveerde in 1706 in Harderwijk in de rechten, was vervolgens van 1707 tot 1709 advocaat bij het Hof van Gelderland en van 1709 tot 1756 stadssecretaris van Harderwijk, aldus Wikipedia. Wat zal haar toch bewogen hebben haar volle neef te onterven? Zou hij haar een kunststukje met grond hebben geflikt of speelden er andere familiekwesties? Peter blijkt een beetje pestkop te zijn: tante heeft namelijk via haar overleden man recht op een deel van de opbrengst van de Bockhorst, dat heeft de schout van Ermelo in 1726 al goed gevonden 15a). Hij probeert dat zgn. “lijftocht”, een soort vruchtgebruik in te pikken maar dat zal hem niet gelukt zijn. Voor straf wordt hij zoals gezegd door tantetje onterfd.

 EEN NIEUWE BOER!
Maar ja, aan elk imperium komt een eind en na het overlijden van Gerritje in 1754 en Peter in 1775 komen de wolven aan de horizon opdagen.

Bockhorst op de Kadastrale kaart 1811-1832 minuutplan Nunspeet Gelderland sectie H blad 01 MIN05124H01. Even klikken om te vergroten.

Wie na het overlijden van Peter het werk heeft voortgezet is niet bekend; wat we wel weten is dat op 6 februari 1781 ene Eijbert Janssen Nijeboer de boel overneemt.16) Op 31 december 1780 huwt hij met Annitjen Peters, zevende kind van onze Peter, voormalig herenboer van de Bockhorst; er volgen geen kinderen. Eijbert was dus Peters schoonzoon en in de Volkstelling van 1796 lezen we dat ze op huisnummer 147 woonden. Maar er komt nog een klein vervolg want ook Eijbert en Annitjen hebben niet het eeuwige leven en dus verschijnen op 17 april 1810 bij het gerecht Eijberts kinderen (uit zijn eerste huwelijk) Gerrit, Grietje en Jan, om de erfenis te verdelen, maar ze blijken nu de achternaam Nieboer te voeren! En als Grietje dan in 1811 nog vijfhonderd gulden leent van haar oom Roelof Nieboer (zie nummer 160) uit Nijkerk is hiermee aangetoond hoe de naam Nieboer is ontstaan.

TOT SLOT
We fietsen een stukje terug over de Bredeweg, stoppen op de hoek bij de Harderwijkerweg, halen het boek van professor Schrassert 17) uit de fietstas en lezen op pagina 222 dat op 1 februari 1699 een stuk land genaamd de Kerff wordt verkocht en gevoegd bij de Voskuyl, “alwaer dit voorz. Land digt by gelegen is”. En inderdaad treffen we de Voskuyl oostelijk van de Bredeweg aan op de kaart van het kadaster van 1832, dan geheten de Vosse Kuyl, precies waar we nu staan. Weet u nog, lezer, eerder in dit verhaal: het stuk land Karve en nu Kerff. Hier in de buurt lag de Bockhorst. Toch? Nou ja, in de buurt… Gelukkig hebben we nog een fietstas en daar zit het boek “Van Kloostergoed naar Herengoed” van Peter Veen c.s. in, zo-even in Nunspeet gekocht bij Boekhandel de Beukelaer. En daar zien we op een kaartje de exacte ligging van het herengoed de Bockhorst en de Kerff. Na zo’n drie kilometer terug fietsen - nu over de Varelseweg - zien we aan de rechterkant een pad, dat naar een veld leidt, dat nu (2018) gebruikt wordt als parkeerplaats voor de trailers van bezoekers van Bad Hoophuizen. Hier ligt de Eng, eens deel uit makend van de Bockhorst en achter de bosjes heeft ooit het erve gestaan, minder dan honderd meter van de vroegere Zuiderzee. Dichterbij kunnen we niet komen.

Hier lag tot halverwege de negentiende eeuw 18) het herengoed (Google maps)

Bronnen:
1) “Zuiderzee, stormvloeden en strandwallen de eeuwen door” van Peter Veen
2) Een zaalweer is een herenhof of -huis: de woning van de land- of leenheer waar andere hoven afhankelijk van, of ondergeschikt aan waren.
2a) Collectie van Riemsdijk (Almelo) Archiefnummer 0543 familie Vos (Gelders Archief) Inventarisnummer 5 “Akte van verkoop van de zaalweer en het halve herengoed "de Bokhorst" in de buurschap Hoophuisen door Geertien Janssen Drost wed. Gerrit Jansen Nuck en haar kinderen aan Peter Janssen en Gerritjen Roelofs e.l., 1723. Afschrift. 1 stuk” via archieven.nl
3) de oven en het zootje voor de voordeur?
4) open ruimte tussen de gebouwen van een boerenhof
5) 1 matje is 400 vierkante roede is 0,56 ha
6) stukje grond
7) Een gebont of gebinte is een portaalvormige houten draagconstructie in een boerderij, die bestaat uit twee of meer stijlen of staanders die met elkaar verbonden zijn door één of twee horizontale gebintbalken. De diverse gebinten zijn op hun beurt met elkaar verbonden door de gebintplaten die haaks op de gebinten lopen. Alle hoeken van de constructie worden geschoord door korbelen of schoren. De kolommen van het gebint zijn vaak op gemetselde poeren gefundeerd. Vroeger gebruikte men daarvoor wel zwerfstenen. Op de gebinten staan de spanten met de gordingen die het dak dragen. De spanten met schoren kunnen veel vormen aannemen en verschillen per boerderij of ander gebouw met een gebint als draagconstructie. Bron: Wikipedia
8) oppervlakte maat, in elk deel van het land anders van oppervlak. De oppervlakte die men in een morgen kon ploegen, ook is hooien vermeld. Al gauw een hectare.
9) 1 mud / molder = 4 schepel = 400 vierkante roede mud / molder 0,56 ha Bron: http://www.meertens.knaw.nl/mgw/maat/478
10) schepel: Een Gelderse schepel = 100 Gelderse roede = 1450 m². Bron: Wikipedia
11) zie 6)
12) braakland. Bron: http://www.dumont-andre.nl/woordenboek/c.html
13) "De herengoederen op de Veluwe", delen 1 t/m 5, samengesteld door E. de Jonge en B.J van den Enk
14) Transcriptie op het Resolutieboek van de Ambtsjonkers van het Ambt Ermelo, 1660-1810 via http://www.streekarchivariaat.nl/nl/ermelo/artikelen J.C. van Gelder, 2000 – 2003
15) Testament voor Schepenen van Harderwijk van Anneken Gijsberts weduwe Jan Bartsen, waarbij zij Peter Janssen onterft en dit erfdeel en 1/5 x ¼ in de nalatenschap harer ouders vermaakt aan haar neef Jacob Vos – 3 september 1729 via Gelders Archief archiefnummer .0546 Familie Vos inventarisnummer 8
15a) Goedkeuring der akte van lijftocht tussen Jan Bartsen en Annetjen Gijsbertsen echtelieden d.d. 2 januari 1726 voor de schout van Ermelo verleden door de Gelderse
16) "De herengoederen op de Veluwe", deel 2 Hoofdstuk 5.2.2 bladzijde 338 en verder, samengesteld door E. de Jonge en B.J van den Enk
17) Codex Gelro Zutphanicus” van Johan Schrassert (via Google books)
18) "Van kloostergoed naar Herengoed" door Peter Veen c.s.bladzij 96

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da