Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Teunis Leliveld (298) 1710-1766

EVEN VOORSTELLEN
Jannetje, een dochter van Teunis was getrouwd met Jan Roseboom, zijn opa Pieter Jacobus Weijers was een opa van mijn oma Cornelia Weijers, getrouwd met Petrus J. Barthel, vader van mijn vader.

WELSTAND
Al fietsend naderen we de vroegere gemeente Zegveld, die sinds 1989 tot de gemeente Woerden behoort. De naam betekent: rietveld, overeenkomend met de vroegere moerassige toestand. De vroegste bewoning vond plaats in het veen, dat eigendom was van het Kapittel van St. Marie te Utrecht. In 1312 werd er een kerk gebouwd aan de Zegveldse Wetering, waarlangs eeuwenlang een voetpad liep.
Door de ligging op de grens van Holland en Utrecht was dit een veel omstreden gebied. Na de reformatie gingen de meeste bewoners over naar het Calvinisme, maar de buurtschap de Meije bleef rooms-katholiek. Deze buurtschap is genoemd naar het riviertje de Meije, dat van Zwammerdam naar de Nieuwkoopse Plassen loopt.

Gravure van het dorp Zegveld 1a)

Zegveld is een landelijk dorp met boerderijen en bruggetjes aan de Zegveldse Wetering, die echter midden in het dorp is gedempt, zoals nog is af te lezen aan het buiten proporties brede profiel van de Hoofdweg die door Zegveld loopt. 1) We zijn hier natuurlijk niet zomaar want op de plaats van de eerder genoemde kerk stond vroeger een andere en daar zijn Teunis en zijn eerste vrouw Weijntje Roelofse van den Berg begraven, en dat verraadt enige welstand. Dat zullen we verderop ook zien.

PANG!
Op 30 september 1747 besloten de Staten van Utrecht om de plaatselijke besturen van het gewest op te dragen een lijst van weerbare mannen samen te stellen. De aanleiding voor deze actie van de Staten was het in 1747 binnenvallen van de Franse troepen in ons land. De Republiek was verwikkeld geraakt in de Oostenrijkse Successieoorlog. Een Frans leger, onder leiding van Maurits van Saksen drong de Oostenrijkse Nederlanden binnen en veroverde de zwakke barrière-steden; Brussel en Antwerpen werden door de vijand bezet en de Fransen drongen in Staats-Vlaanderen door en in 1747 werden ook Bergen op Zoom en Maastricht ingenomen. De lijst van weerbare mannen vermeldt naast de mannelijke inwoners van onder de 60 jaar en boven de 16 jaar ook de inwoners van boven de 60 jaar. Zegveld telde 61 weerbare mannen en Zegvelderbroek 46. Naast het aantal weerbare mannen konden 7 snaphanen 2) en 6 degens geleverd worden. Twee mannen waren „onbequaam" om te worden ingezet, b.v. Leendert Neederstigt die „swaar mank" was. En op nummer drie op de “Lijste van de weerbaare mannen … en wie van dezelve onvermogende zijn om sig te voorsien van een snaphaan en een bajonet, een degen of houwer met derzelver port épée, een patroontas en zes vuursteenen”… vinden we Teunis Lelivelt, “water moolenaar, zonder snaphaan”. 3)

Snaphaan 3b)

Je zou bijna denken dat Theunis geen centen had om zich goed te bewapenen maar dat blijkt niet te kloppen, want een paar maanden later betaalt hij voor drie guldens, elf stuivers en negen penning de huur van een graf in de kerk om één van zijn overleden kinderen te begraven, aldus het begraafboek. Zijn eerste vrouw Weijntje van den Berg ligt daar dan al sinds 27 februari 1744 begraven. 3a)

OOK TOEN AL?
Het regent flink en het is ruim boven nul met een gure noordenwind op die dertigste december in 1744 als we bij schepen Oukop in Zegveld verschijnen. We, dat zijn Teunis en daarbij zijn schoonvader Roelof Cornelis van den Bergh als voogd van de minderjarige kinderen. Ze konden het goed vinden, die twee want in de forme van uitkoop 4), die wordt opgemaakt, lezen we dat “zij in goeder minne ende vrindschap met malkanderen geaccordeert ende verdragen te zijn…”. Behalve dat Teunis belooft dat hij de kinderen goed zal opvoeden en laten leren, betaalt hij ze een “silvere Ducaton 5), zijnde voor hun drien negen gulden en negen stuijvers”. 5a)
En omdat opa Roelof in 1754 is overleden en de kinders van Teunis gaan erven wordt het één en ander op 7 november 1754 geveild tot een totaal bedrag van zesendertig gulden, acht stuivers en acht penningen, nadat er rekening is gehouden met ruim zeven gulden kosten als belasting en leges voor schout en schepenen. Ook toen al! 5b)

AAN DE ENE EN DE ANDERE KANT
Zie je wel: Theunis heeft financiële draagkracht en gaat een huis kopen! Op 5 mei 1751 maken Schout en Schepenen de akte op en dan weten we meteen waar Teunis woonde. Mis: want men was in die tijd gewoon de belendingen niet aan te geven met nummers – het kadaster bestond nog niet – maar met omschrijvingen zoals in dit geval “Zeker Huys ende Erve, het verdere getimmerte, Staande ende gelegen in den Dorpe van Zegveld, Streckende van voor en ten halve Wetering tot agter ten halven Sloot van Willem van Dam, belend aan ene Zijde, Roeloff van Duyn ende aan d’andere Zijde…” enz. enz. 6) Dus nu weten we nog niet veel, behalve dat het 375 gulden kostte. En dat hij daarvoor 400 gulden leende à 3,5% rente van Adriaan Bastiaanse, de secretaris van Zegveld. 8)

WATERMOLENAAR
Tegenwoordig koopt men een huis om in te wonen en soms ook een beetje uit het oogpunt van belegging. En als je dan een eindje moet rijden om op je werk te komen, dan nemen we dat voor lief: in de file dus. Dat deed men vroeger niet: er waren nog geen forensen. Je had je werk in of rond je huis en omdat Theunis watermolenaar 7) was had ik het vermoeden dat de Zegveldse molen zijn werkplek was, omdat hij volgens bovengenoemde akte aan de Wetering ging wonen - nu Hoofdweg geheten - en daar stond dat ding. Kijk maar, bij de pijl:

Kaart (detail) van het Hoogheemraadschap van Woerden (vijfde deel), Justus Vinckboons, David Vinckboons (II), 1684 (Publiek domein Rijksmuseum)

Een watermolen 14)
Met de hulp van Ruben de Jong van het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard in Woerden heb ik de hand kunnen leggen op afschriften uit het archief van het waterschap, waar de molen heeft gestaan en kijk: mijn vermoeden is juist. 9) In ieder geval van 1741 tot 1747 was Teunis watermolenaar op de molen van Zegveld. Omdat in 1873 er een stoomgemaal in de polder werd opgericht is de molen afgebroken.


Afrekening met Teunis voor het bemalen 9)

BROEKSTREEP, BOESEL EN SAJET
Tot slot is het woord weer aan de notaris. Hij regelt de huwelijkse voorwaarden voor Jacob van den Berg en Willempje Borst, echtelieden. 10) De lezer zal zich afvragen welke wending het verhaal nu weer neemt; dat wordt zo duidelijk. Willempje was namelijk boedelhoudster en vanwege enkele van haar minderjarige kinderen moest alles goed geregeld worden. En verder was Willempje ook nog eens de tweede vrouw van Teunis, die 3 juli 1766 in de kerk van Zegveld werd begraven. 11) Omdat ze toch bij de notaris was werd eerst de inventarisatie van de boedel van de overleden Teunis opgemaakt. Daarin kunnen we lezen dat die naast vorderingen, schulden, huisraad en lijfsieraden ook bestond uit de inventaris en voorraden van een winkel in stoffen! Een bloemlezing: diverse soorten linnen, boterdoeken, broekstreep (sierband), wollen streep, Fries bont, blauw boesel (schort), kant, neusdoeken, kindermutsen, IJslandse kousen, wanten, sajet (soort garen) maar ook wat koffie, zout en zeep. Wat ook opvalt: “Een schuijt, waar meede het Veer van Zegveld op Utrecht wordt bevaaren met de haaken en boomen, getaxeert op ƒ 35.--“. 12) En over de woning, die in 1751 werd gekocht wordt niet gesproken.

Een veerschuit 12a)

NOG MEER LELIEVELDEN…
Die veerschuit, die in de akte hiervoor boven kwam drijven bleef maar ronddobberen in mijn gedachten. Omdat de naam Leliveld op diverse manieren wordt gespeld ben ik gaan zoeken met de naam Willempje Borst – Teunis’ tweede vrouw - en daar vond ik een akte uit 1758. Teunis leent 100 gulden van Adiaan Bastiaanse en biedt zijn huis als zekerheid voor de lening én: “Laatselijk nog zijn Veerschuijt waarmede hij als Veerschipper van hier op Utrecht Visa Versa vaart”. 13) Aan zijn bezigheid als windmolenaar was kennelijk een eind gekomen.
Wie de nering in de winkel heeft gedreven heb ik niet kunnen vinden: was het Teunis of was het zijn vrouw? Als er een lezer is die hierover meer weet te vertellen, dan houd ik mij aanbevolen.

Bronnen:
1) http://www.shhv.info/zegveld.htm
1a) Collectie RHC Rijnstreek en Lopikerwaard Fotonummer P0069_A Beheersnummer C002 Collectie RHC: prenten en tekeningen; Gravure van het dorp Zegveld, verondersteld naar een tekening van Jan de Beijer. Zicht op de Hoofdweg en de vroegere dorpskerk met koepeltorentje, die in 1862 werd vervangen door het huidige. Vervaardiger Hendrik Spilman
2) Een snaphaan, vuursteengeweer of vuursteenmusket is een gladloops voorlaad-geweer dat in de tweede helft van de zeventiende eeuw, de gehele achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw het standaardwapen van de infanterist was. (Bron: Wikipedia)
3) Lijst van weerbare mannen van Zegveld en Zegvelderbroek uit 1747; Peters, L.Cl.M.; (1982) Heemtijdinghen : orgaan van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging, ISSN 0166-7246; jaargang 18 (1982), nummer 4, pagina 110-114 (Article) via http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/212634
3a) Begraafboek Gereformeerd Zegveld 1739-1749 folio 10
3b) Snaphaan van Johan van der Does en twee buitgemaakte stukken Spaanse geschut, 1574, Johannes le Francq van Berkhey (toegeschreven aan), 1772 - 1774 (Rijksmuseum. publiek domein) 
4) soort boedelscheiding
5) De ducaton, dukaton, ducatone of ducatoon is een zilveren muntsoort die gangbaar was in de 16de tot en met de 18de eeuw (Bron: Wikipedia)
5a) Gerecht Zegveld en Zegvelderbroek (oud-rechterlijk) Schepenakten Zegveld 1754 Inventarisnummer 2406 Aktenummer 34 d.d. 30 december 1744 via Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek
5b) Gerecht Zegveld en Zegvelderbroek (oud-rechterlijk) Schepenakten Zegveld 1754 Inventarisnummer 2398 Aktenummer 25 d.d. 7 november 1754 via Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek
6) Gerecht Zegveld en Zegvelderbroek (oud-rechterlijk) Schepenakten Zegveld 1751 inventarisnummer 2388 aktenummer 94 d.d. 05-05-1751 image 326, 327 en 328 via Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek
7) Lijst van weerbare mannen van Zegveld en Zegvelderbroek uit 1747; Peters, L.Cl.M.; (1982) Heemtijdinghen : orgaan van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging, ISSN 0166-7246; jaargang 18 (1982), nummer 4, pagina 110 tot 114 (Article) via http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/212634
8) Gerecht Zegveld en Zegvelderbroek Schepenakten Zegveld 1752 Inventaris nummer 2393 akte nummer 53 d.d. 27 september 1752 image 158/160
9) Beheersnummer H123 Inventarisnummer 9 1744 Waterschap Zegveld en Zegvelderbroek 1651-1857 blz.11 punt 9 “Voorwaarden voor en processen-verbaal van aanbesteding van het malen met de windwatermolens, met enkele staten van molenaars. 1662 – 1747” via genoemd archief.
10) Notarieel Archief Woerden Notariële akten Woerden Beheersnummer W054 Inventarisnummer 8681 aktenummer 88 d.d. 9 maart 1774
11) Begraafboek Gereformeerd Zegveld 1739-1749
12) Notarieel Archief Woerden Notariële akten Woerden Beheersnummer W054 Inventarisnummer 8681 aktenummer 87 d.d. 9 maart 1774
12a) Veerschuit met passagiers. Serienummer 12/12 Objectnummer RP-P-OB-6.700 Collectie Rijksmuseum Vervaardiger Gerrit Groenewegen 1791 (publiek domein)
13) Beheersnummer W180 Gerecht Zegveld en Zegvelderbroek (oud-rechterlijk) Schepenakten Zegveld inventarisnummer 2394 aktenummer 4 d.d. 27-11-1758
14) Grootepoldermolen bij Zoeterwoude (foto uit eigen werk)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da