Doorgaan naar hoofdcontent

De leedsetters van Jisp

DE WÀT?
Ja, je leest het goed: leedsetters, ook wel ledesetters genoemd. Chirurgijns (dokters) uit de achttiende eeuw, die botbreuken behandelden. En dat ging niet lichtzinnig, nee het ging soms faliekant mis. Waar komt dit verhaal nu weer vandaan? Dat wordt straks duidelijk.

Doopboek Meester Cornelis Jacobs Ploegh 8 september 1624


VOOROUDERS
Een belangrijk doel van dit blog is voorouders voor het voetlicht brengen die iets speciaals te vertellen hebben of iets bijzonders hebben meegemaakt. Min of meer droge opsommingen wil ik zo veel mogelijk vermijden. Nu ontkom ik er even niet aan anders wordt de plaats van de hoofdrolspelers in het verhaal niet duidelijk. Het klink theatraal: er is over de ledesetters toch écht een toneelstuk geschreven. 1)
Het begint bij Adrianus (Arie) Groot - de opa van mijn vrouw -, zijn moeder Anna Roos en haar vader Jan Roos. Zijn vader heette ook Jan en was in tweede echt getrouwd met Anna Ploeger. En om die familie Ploeger (ook wel Ploeg of Ploegh) gaat het. Bovenaan staat Anna’s vader:



Sommige namen heb ik een letter meegegeven, zij zijn de ledesetters uit Jisp uit dit verhaal. Verderop geef ik ze dit teken telkens mee.

Grafsteen van Taems Thomasz in de Jisper Kerk (foto uit eigen werk)

DE KERK IN JISP
We staan in de Hervormde kerk van Jisp, een dorp van klein formaat met een grote geschiedenis, daarover later meer. Jisp ligt tussen Wormer en Neck in de provincie Noord-Holland. Voor de geschiedenis van de kerk kun je op het internet ruim aan je trekken komen, wij richten ons op dit moment vooral op de unieke zerkenvloer. Na de sloop van de kerk in 1820 werd in 1822 de eerste steen gelegd voor de bouw van een aanzienlijk kleiner gebouw. Daarin werd zowel de inventaris als de zerkenvloer van de kerk hergebruikt. De vloer van de kerk bestaat uit meer dan honderd grafzerken, gemaakt van een donkere, harde steensoort en voorzien van prachtige decoraties en inscripties met de namen van burgemeesters, commandeurs van walvisvaarders en olieslagers. Enkele vooraanstaande families bezaten zelfs meerdere graven in de kerk. 11)

VOOROUDERS IN DE KERK VAN JISP
Nico Koelemeijer van de Oudheidkundige Commissie Jisp vertelt ons alles wat we willen weten over de ledesetters, de kerk en de grafzerken. De aandacht gaat vooral uit naar de bekendste grafzerk, die van de familie der ledesetters, die rechtop achter het koorhek is geplaatst. De tekst op de grafzerk luidt als volgt: 11)

"Hier leyt begraven Mr. Willem Taams / Leedsetter sterf den 11 february 1613 /
Nogh Mr. Jacob Cornelisz Ploegh Leedsetter / ende Mary Jans sijn huys-vrouw /
hij sterf den 24 february 1644 ende sij / sterf den 8 January 1660 /
Dan Mr. Jacob Ploegh, de soon / Dan Mr Cornelis Ploegh sterf 1692 /
den 12 mey out 35 jaren / Nogh rust hieronder dien wijd vermaerde /
ende seer beroemden man burger mr. / Mr Cornelis Jacobsz Ploegh Leedsetter /
sterf den 14 mey 1696 out 72 jaren / Nog Claasje Willems syn huysvrouw /
storf den 20 july 1704 out 78 jaren / Maritjen Cornelisz Ploeg obijt 30 nov / 1720 out 59"

Detail van de grafzerk van de ledesetters (foto uit eigen werk)
Nico vertelt dat dit kerkgebouw in 1822 in de plaats is gekomen van een oudere kerk maar dat veel details uit het oude gebouw bewaard zijn gebleven zoals de oude grafzerken. In vroeger tijden werden de welstandigen dus in de kerk begraven, in een familiegraf. Bij het open maken van zo'n graf ten behoeve van een opvolger zal dat een onwelriekende geur met zich hebben mee gebracht. Vandaar dat de deuren vande kerk tegen elkaar werden open gezet om te luchten. Om te voorkomen dat huisdieren of vee zich in de kerk zouden ophouden plaatste men hekken met ijzeren punten voor de deuren om dat te voorkomen. Hier zie je zo'n ding staan:

Foto uit eigen werk

HET RUIME SOP
We gaan een eindje varen en ook een beetje vissen. Want in 1642 was Jisp één van de eerste dorpen in Noord-Holland die een walvisschip uitreedde. 12) De commandeur was Cornelis Cornelisz Ploeger (alweer één!), die daar al eerder ervaring mee had opgedaan.

Nederlands fluitschip objectnummer RP-P-OB-11.354 via rijksmuseum.nl
De fluitschepen vertrokken in konvooi naar de open poolzee en verspreidden zich, daar aangekomen. Wanneer ze een walvis zagen stapten ze over in sloepen met een harpoenier om op de dieren te jagen. En bij al dat gedoe ging er natuurlijk wel eens iets mis en brak er één een arm of been. Omdat het even duurde voordat het slachtoffer weer thuis was groeiden de delen van de onderhavige ledematen deels spontaan weer aan elkaar, vaak niet in de gewenste vorm.

BREKEBENEN
Het verdere verloop kun je wel raden: het slachtoffer viel in handen van één van de hierboven genoemde ledensetters, waarvan Jacob Cornelisz Ploegh (c) en Cornelis Jacobsz Ploegh (d) de bekendste zijn. Zij hadden de “kunst” geleerd van Taems Thomasz (a) en Willem Taems (b). De laatste werd wel de IJzeren Duim genoemd en zijn reputatie was zelfs tot in Italië doorgedrongen. Ene Klaes Lourensz Euverlander, een beeldhouwer:
“… heeft my verhaeldt dat hy tot Rome eens zyn biecht deede, en de Biechtvader hem vroeg: << Kent gy,” vraegde hy weder, << dien yzeren duim wel?” << Ick heb hem wel gekend,” seyde hy en wist de geestelyke Heer vele lesjes daervan te vertellen.” 12b)
Willem oefende de kunst eerst als scheepsheelmeester op een haringvaarder en later als dorpsheelmeester. 8) De patiënten werden vastgebonden en lichtelijk verdoofd door een pittige dosis brandewijn. Het bot, dat vaak weer aan elkaar was gegroeid werd met de hand weer gebroken, hetgeen een angstaanjagend gebrul teweegbracht. Het bot werd dan gezet en gespalkt en met een katrollensysteem van elkaar gehouden. Men bond een leren zak aan het touw, dat door de katrollen liep en gooide daar net zoveel zand in dat het genoeg was naar het oordeel van de “meester”. Nadat het bot lichtelijk was aangegroeid werd de patiënt op een ladder gebonden en buiten, tegen de schuin tegenoverstaande kerk, gezet. Want buitenlucht zet om in vitamine D en dat heeft men nodig voor bot aangroei. Er heerste een zeer strenge tucht voor de patiënten. Deden ze iets tegen de zin van de leedsetter, dan kregen ze een boete of hij trok de handen van de patiënt af. Daarom waren er te Jisp in die tijd elf herbergen, die de patiënten voor de opname herbergden en wanneer ze ver woonden, moesten ze hier natuurlijk enige tijd revalideren. 12) “Klanten” van het leger kreeg men ook vaak. Voor elk geval ontving men vijf stuivers. Mr. Cornelis Jacobsz Ploegh (d) was niet alleen heelmeester maar was ook nog burgemeester van Jisp.

Mr Cornelis Ploegh fotonummer 11.0775 via Gemeentearchief Zaanstad rechtenvrij
De Jisper ledenzetters werden in de Zaanstreek zeer gewaardeerd. Ook zijn hun verdiensten ruim beloond: uit laatste wilsbeschikkingen is gebleken, dat zij met aardse goederen ruim zijn bedeeld. Zo liet Meester Cornelis Ploegh een vermogen van meer dan 200.000 gulden na, zowel aan landerijen als effecten, schepen als contanten. 8) En treffen we in de nalatenschap aan de Middenweg 194 in Middenbeemster een fraaie stolpboerderij aan Deze is gebouwd in 1683 en genaamd De Lepelaar, naar de lepelaar in het gemeentewapen van Jisp.

Boerderij de Lepelaar, Middenbeemster (Streetview)

NOG MEER RUIM SOP
“In den Name des Heeren amen, in den jare van den geboorten desselfs ons Heeren ende Saligmakers Jesu Christi duizend sesshonderd ende negenendertig op den 23 Aprill compareerden voor mij Jan Volkaertz Oli openbaar notaris tot Amsterdamme residerende bij den hove van Holland geadmitteert, d’Eersame personen Cornelis Cornelisz. Ploeger, Claes Cornelisz. Jongh, Heertjen Pieterz en Dirck Pieterz Oli, alle van Jisp te samen ende elc een vooral in solidum als bevrachters ter eenre ende Sijmen IJsbrandsz van Amsterdam, Schipper ende Mr. naest Godt van den schepe genaemt de Vergulde Snoeck groot omtrent hondertvijftig laste ter andere sijden.” 13)
Wat nu weer.
De Ploegertjes zetten dus niet alleen leden of waren burgemeester, ze waren ook handelslieden, die Jisp hebben opgestoten in de vaart der volkeren. De eerder genoemde Cornelis Cornelisz Ploeger (1615-1658) - een oom van de beroemde Mr Cornelis Jacobsz Ploegh (d) - was commandeur van de walvisvloot van Jisp 12) en bracht meerdere walvisvaarten uit, die de stad welvaart brachten. Daar, waar de schipper alleen verantwoording droeg voor het schip, werd de commandeur aangesproken op het welslagen van de gehele expeditie. Meestal maakte de schippers gebruik van een zogenaamde fluit 12a).
De botten van de walvis bedragen slechts 17% van zijn totaalgewicht en zijn poreus. Men nam deze mee naar de kokerijen. Deze werden niet gekookt maar men zette ze tegen een zwart geteerde schuur in de zon in een bak. Ze werden dan heet en dan droop het merg uit het bot in de bak. Het was niet veel maar bracht flink geld op, want de klokkenmakers waren dol op de zogenaamde knekelolie. Het was dun en had een hoog smerend vermogen. Door deze toename van de zeevaart kwamen overal mensen vandaan en Jisp groeide uit tot een inwonertal van 3500 mensen. Velen daarvan voeren echter op zee. 12) Voor wie meer wil weten hoe de vissers te werk gingen kan op  http://www.onsdorpjisp.nl/historie/ verder lezen.

EN DRUKTE
Vanwege al die drukte werd in 1613 besloten de belangrijkste doorgaande waterweg, de Wegsloot in Jisp te verbreden tot 16 voet.Verschillende producten zoals scheepsbeschuit werden afgezet in Amsterdam en moesten over water worden vervoerd. 14) Onderstaande tekening geeft hiervan een mooi beeld. 15)



EN TOT SLOT
Elke keer weer duiken er over deze familie nieuwe documenten en verhalen op: wordt vervolgd dus.

Bronnen:
1) LADDER(S) ZAT, Historisch toneelspel in twee bedrijven door Marijke Karten (Toneeluitgeverij Vink b.v.)
2) Doopboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1770-1812 via VPND.nl image 3 en Burgerlijke Stand Overlijden Jisp aktenummer 2006
3) Doopboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1715-1769 Boek 318D via Family Search image 263 en Begraafboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1758-1806 Boek 322B via Family Search image 365
4) Doopboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1672-1714 Boek 318C via Family Search image 174 en Begraafboek/Trouwboek kosten Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1758-1806 Boek 321B via Family Search image 160
5) Doopboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1640-1654 Boek 318B via Family Search image 107 en Begraafboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1664-1695 Boek 322A via Family Search image 323
6) Doopboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1607-1640 Boek 318A via Family Search image 45 en Lidmatenboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp (kopieboek) 1606-1672 via Waterlands archief image 26
7) grafzerk Taems-Ploegh in de kerk te Jisp
8) Het Blad Eigen Haard uitgeverij H.D.Tjeenk Willink te Haarlem nummer 40 van 1884 “De Leedsetters” door P.H.Witkamp via atlasvanstolk.nl
9) Lidmaten Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1606-1672 Anno 1642 beginnende van 't Oosteijnde image 23 via Waterlands archief
10) grafzerk Taems-Ploegh in de kerk te Jisp; Begraafboek Nederduits Gereformeerde Kerk Jisp 1684-1706 via Waterlands archief image 62 en idem Doopboek 1607-1640 image 42
11) De Jisper Kerk: https://jisperkerk.nl/historie.html
12) http://www.onsdorpjisp.nl/historie/
12a) een lang type zeilschip met drie masten, een platte bodem, een brede buik, een smal dek en een ronde achtersteven dat werd gebouwd in de 17e en 18e eeuw. (Wikipedia)
12b) Uit “Geschiedenis der Zaanlanden” van Jacob Honig Jsz Jr bladzijde 165/6
13) Gemeente Archief Amsterdam via Nationaal Archief 1525/97 d.d. 23.04.1639 Notaris Jan Volkaertz. Oli te Amsterdam
14) Informatiebord bij de Jisper Kerk van de ANWB
15) Abraham Rutgers 17de eeuwse pentekening (Getty's Open Content Program)

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da