HERMANUS GAAT OP DE BON
De lezer zal zich direct afvragen of er in het verkeer in de 18de eeuw al bonnen werden uitgeschreven; het antwoord is: neen. Laat staan dat er zoiets was als het Centraal Justitieel Incasso Buro en Koos Spee was nog lang niet geboren. Wel waren er in Leiden de bonboeken, registers waar de onroerend goedtransacties in werden bijgehouden. 1) En die transacties zijn in het archief van Erfgoed Leiden en Omstreken digitaal beschikbaar en we zien dan ook dat Hermanus op 27 juni 1744 een pand koopt aan het Levendaal, bij de Pakhuisstraat, buurt Pakkenburg:
Een deel uit het bonboek (bron: Erfgoed Leiden en Omstreken) |
"Is bij Anna de Ruysscher, dogter en eenig Erfgenaam van Pieter de Ruysscher verkogt aan Hermanus Weijerse, vrij om LX gls (ƒ 60,--)gereed geld (kontant) Is bij hem ..... belast met CL gls (ƒ 150,--) ter zake van geleende penn. Daarvan jaarlijks Intrest betaald zal worden tegen vier van thonderd int Jaar om Frederik Booy. Op den 4 october 1764 is alhier overgeleverd copie uyt de Testamente van Hermanus Weijerse en Theresa de Rooy, Egteluyden gepass: van de Not: Albertus Klijnenberg en get. binnen deze Stad in dato den 25 meij 1754. waarbij blijkt dat Eerststervende de Langstlevende tot Erfgen. geinstrueerd twelk geweest is De voorn: Theresa de Rooij. is bij Jacobus Lotte en de Thomas Henson, als Executeurs der ..... van de agtergelaten boedel en goederen van Theresia de Rooij, verkogt aan Laurens van Brugge vrij om L gl (ƒ 50,--) gereed geld"
In de rechter kantlijn staat: "de schuld van 150 f is alhier gecass. (teniet gedaan) ... de 4-12-1764" 2)
Levendaal gezien tussen Pakhuisstraat en 4e Binnenvestgracht (niet zichtbaar). Publiek domein via Erfgoed Leiden en Omstreken. Onder de bomen (links) moet het huisje hebben gestaan van Hermanus |
HERMANUS EN ZIJN VROUW ZATEN IN DE VIERDE KLAS
Ook in vroegere tijden wisten de instanties wel een manier te vinden om de burger een poot uit te draaien. Zo was het tot begin negentiende eeuw gewoonte dat je betaalde voor je huwelijk en je teraardebestelling. Maar dopen was gratis: gelukkig maar, met al die grote gezinnen in die tijd. De tarieven waren gebaseerd op de welstand van de huwende of overleden personen en als het inkomen niet meer bedroeg dan ƒ 200,-- per jaar en het vermogen was niet groter dan ƒ 2.000,--, dan betaalde je ƒ 3,-- voor de begrafenis of het huwelijk. Voor arme sloebers of mensen met een laag inkomen van minder dan ƒ 200,-- per jaar was er klasse 5: pro Deo, oftewel gratis.
HERMANUS VOELT ZICH NIET GOED
Het is 25 mei 1754, Hermanus is 61, het is buiten nat en maar dertien graden en het vocht tast zijn oude botten aan. Zijn vrouw Theresa de Rooij laat ’s morgens om zeven uur de notaris halen en er wordt een testament op de langstlevende opgemaakt. Een testament is niet alleen een bron van informatie over de testateur maar ook over hoe men over het leven van de dag dacht. Zo begint notaris Kleijnenbergh het document met de zin: “In den Naeme des Heeren. Amen”.
En vervolgt hij - na enige zakelijke opmerkingen - met “D’Eersame Hermanis Weijers Laakenwerker, en de Eerbare Theresia de Rooij, Egteluijden” enz.enz. “Weezende hij Comparant Siekelijck van Lichaam te bed leggende, Ende zij Comparante kloeck ende gesond van lichaam gaande ende staande hebbende haar verstand, reedenen ende memorie ende ten vollen gebruijkende naer allen uijtwendigen schijn”. 3) Zo maken de notarissen ze tegenwoordig niet meer! Enfin, Hermanus maakt het niet lang meer en tussen 8 en 15 juni 1754 wordt hij begraven op het Leidse Papegaaisbolwerk. En ja: dat kostte dus weer drie gulden.
BRONNEN
1) Wikipedia
2) Elfde Register, folio 1-233, bon Zuid-Rijnevest., archiefnummer 501A, Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen; Registratie van onroerend goed 1585-1816 (1819), inventarisnummer 6635, blad 190 Leiden 1642-1811 Erfgoed Leiden en Omstreken
3) Archiefnummer 0506 Archief van notaris Albertus [ Isaacsz.] Kleynenbergh, 1728-1768 Inventaris nummer 2043 Folio 86 Erfgoed Leiden en Omstreken
Reacties
Een reactie posten