Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Hermanus Weijers (576) 1692-1754

HERMANUS GAAT OP DE BON
De lezer zal zich direct afvragen of er in het verkeer in de 18de eeuw al bonnen werden uitgeschreven; het antwoord is: neen. Laat staan dat er zoiets was als het Centraal Justitieel Incasso Buro en Koos Spee was nog lang niet geboren. Wel waren er in Leiden de bonboeken, registers waar de onroerend goedtransacties in werden bijgehouden. 1) En die transacties zijn in het archief van Erfgoed Leiden en Omstreken digitaal beschikbaar en we zien dan ook dat Hermanus op 27 juni 1744 een pand koopt aan het Levendaal, bij de Pakhuisstraat, buurt Pakkenburg:

Een deel uit het bonboek (bron: Erfgoed Leiden en Omstreken)

"Is bij Anna de Ruysscher, dogter en eenig Erfgenaam van Pieter de Ruysscher verkogt aan Hermanus Weijerse, vrij om LX gls (ƒ 60,--)gereed geld (kontant) Is bij hem ..... belast met CL gls (ƒ 150,--) ter zake van geleende penn. Daarvan jaarlijks Intrest betaald zal worden tegen vier van thonderd int Jaar om Frederik Booy. Op den 4 october 1764 is alhier overgeleverd copie uyt de Testamente van Hermanus Weijerse en Theresa de Rooy, Egteluyden gepass: van de Not: Albertus Klijnenberg en get. binnen deze Stad in dato den 25 meij 1754. waarbij blijkt dat Eerststervende de Langstlevende tot Erfgen. geinstrueerd twelk geweest is De voorn: Theresa de Rooij. is bij Jacobus Lotte en de Thomas Henson, als Executeurs der ..... van de agtergelaten boedel en goederen van Theresia de Rooij, verkogt aan Laurens van Brugge vrij om L gl (ƒ 50,--) gereed geld"
In de rechter kantlijn staat: "de schuld van 150 f is alhier gecass. (teniet gedaan) ... de 4-12-1764" 2)

Levendaal gezien tussen Pakhuisstraat en 4e Binnenvestgracht (niet zichtbaar). Publiek domein via Erfgoed Leiden en Omstreken. Onder de bomen (links) moet het huisje hebben gestaan van Hermanus

HERMANUS EN ZIJN VROUW ZATEN IN DE VIERDE KLAS
Ook in vroegere tijden wisten de instanties wel een manier te vinden om de burger een poot uit te draaien. Zo was het tot begin negentiende eeuw gewoonte dat je betaalde voor je huwelijk en je teraardebestelling. Maar dopen was gratis: gelukkig maar, met al die grote gezinnen in die tijd. De tarieven waren gebaseerd op de welstand van de huwende of overleden personen en als het inkomen niet meer bedroeg dan ƒ 200,-- per jaar en het vermogen was niet groter dan ƒ 2.000,--, dan betaalde je ƒ 3,-- voor de begrafenis of het huwelijk. Voor arme sloebers of mensen met een laag inkomen van minder dan ƒ 200,-- per jaar was er klasse 5: pro Deo, oftewel gratis.

HERMANUS VOELT ZICH NIET GOED
Het is 25 mei 1754, Hermanus is 61, het is buiten nat en maar dertien graden en het vocht tast zijn oude botten aan. Zijn vrouw Theresa de Rooij laat ’s morgens om zeven uur de notaris halen en er wordt een testament op de langstlevende opgemaakt. Een testament is niet alleen een bron van informatie over de testateur maar ook over hoe men over het leven van de dag dacht. Zo begint notaris Kleijnenbergh het document met de zin: “In den Naeme des Heeren. Amen”


En vervolgt hij - na enige zakelijke opmerkingen - met “D’Eersame Hermanis Weijers Laakenwerker, en de Eerbare Theresia de Rooij, Egteluijden” enz.enz. “Weezende hij Comparant Siekelijck van Lichaam te bed leggende, Ende zij Comparante kloeck ende gesond van lichaam gaande ende staande hebbende haar verstand, reedenen ende memorie ende ten vollen gebruijkende naer allen uijtwendigen schijn”. 3) Zo maken de notarissen ze tegenwoordig niet meer! Enfin, Hermanus maakt het niet lang meer en tussen 8 en 15 juni 1754 wordt hij begraven op het Leidse Papegaaisbolwerk. En ja: dat kostte dus weer drie gulden.

BRONNEN

1) Wikipedia

2) Elfde Register, folio 1-233, bon Zuid-Rijnevest., archiefnummer 501A, Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen; Registratie van onroerend goed 1585-1816 (1819), inventarisnummer 6635, blad 190 Leiden 1642-1811 Erfgoed Leiden en Omstreken

3) Archiefnummer 0506  Archief van notaris Albertus [ Isaacsz.] Kleynenbergh, 1728-1768 Inventaris nummer 2043 Folio 86 Erfgoed Leiden en Omstreken

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da