Doorgaan naar hoofdcontent

Peter Jansen Nieboer (1700-1775) nawoord

Eerst even duiden waar hij staat in de familie: 

PETERS GELDKRAAN
Dat Peter Jansen Nieboer (1700-1775) zélf en zijn (voor)ouders in staat geweest zijn onroerend goed te kopen en/of te beheren, daarover heb ik geen gegevens kunnen vinden. Daarvoor heb ik zowel de zogenaamde Recognitieboeken in Harderwijk als wel de Protocollen van Bezwaar van Doornspijk en het Oude Rechterlijk Archief van Nunspeet doorzocht. Waar kwam dan wél het geld vandaan kwam om het herengoed de Bockhorst te kunnen kopen? (Lees hier nog even over Peter en zijn Bockhorst terug: http://barthelgezocht.blogspot.com/2019/11/een-biografie-van-peter-jansen-nieboer_12.html  ) Daarvoor moeten we kijken naar Peters vrouw Gerritje Roelofs, ook wel Engelenburg genoemd. Zij is een telg uit een welvarend geslacht en in ieder geval heb ik vanuit haar familie diverse verervingen kunnen vinden, die hebben kunnen leiden tot de financiering van het herengoed. In ieder geval was zij erfgename van haar tante Petronella Wichmans, 1) haar vader Roelof Wigmansz in 1714 2) en later haar kinderen in 1761 van haar broer Eijbert (Egbert). 3) De omvang van het vermogen van de familie heb ik niet kunnen vinden maar als voorbeeld kan dienen het Erve Engelenburg, dat nog steeds bestaat. Het was in bezit van de broer van Gerritje, Wigman Roelofs Engelenburg. 1) 

Het Erve Engelenburg

 Bronnen: 
1) Transcriptie Recognitie Boek der Stad Harderwijck 1733-1754 (1) (Oud Rechterlijk Archief Harderwijk, inventaris 152) via de website van Historisch Kenniscentrum Harderwijk 
2) Regest Recognitie Boek der Stad Harderwijck 1711-1733 (Oud Rechterlijk Archief Harderwijk, inventaris 151) via de website van Historisch Kenniscentrum Harderwijk 
3) Oud Rechterlijk Archief Harderwijk, inventarisnummer 153 1754-1765 Recognitie Boek der Stad Harderwijck begonnen 1 mei 1754

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da