Doorgaan naar hoofdcontent

Storm over van Alenburg

 LAPZWANS

Weet u nog, lezer; een oude post over Leendert Pietersz Storm, je kunt het hier nog eens terug lezen:  http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/11/t-is-haast-getrouwt-dat-lange-rouwt.html Hij had een affaire met Dirkje Klaasdochter van Alenburg en over haar voorzaten moeten we het even hebben. Hoe Leendert het voor elkaar heeft gekregen is niet bekend: de van Alenburgjes blijken invloedrijke lieden in het Westland te zijn geweest. De opa van Dirkje, Hendrik Janz van Alenburg, treffen we in ’s Gravenzande al aan als bouwman en vroedschap (lid van het bestuurscollege van een stad) waar hij wordt aangeslagen voor "nr.61 een huijssie off stal, getimmert achter de bovenstaende huijsinge, getaxeert ƒ 15-0-0" en moest één gulden en vijf stuivers betalen. 1)
 

De vader van Dirkje, Klaas Hendriks van Alenburg vinden we terug in de Memories van Successie 2) in 1818 als blijkt dat hij een huisje heeft in Ter Heijde. Als zijn tweede vrouw Geertje van den Bos overlijdt, is het huisje verdwenen: ze stierf in behoeftige omstandigheden, zo blijkt uit haar aangifte. 3)
 
POLDEREN 
Het is hier helemaal niet leuk. We staan hier in ’s Gravenzande midden tussen de kassen van het Westland en je ziet alleen maar glas. 
 
Bron: Wikipedia (foto van Quistnix publiek domein)

We maken een sprong naar begin achttiende eeuw toen dit gebied nog de Polder Nieuwland genaamd Den Andel heette. Ieder, die een stuk grond hier in bezit had noemde men een ingeland en uit hun midden koos men hoofdingelanden, die het bestuur vormden. Door en uit de hoofdingelanden werd een dijkgraaf aangewezen, die het schouwvormend bestuur uitoefende maar ook bevoegd was tot aanhouding en arrestatie van gepleegde misdaden in de polder. Met het bestuur kreeg hij hulp van vijf zogenaamde gezworenen of (kroos)heemraden, vertrouwensmannen binnen een dorp, die voor de wegen, sloten en dijken zorgden. 4) En om de voeten droog te houden moest er een molen komen, de Nieuwlandse Molen. 
 
Nieuwlandse molen (Bron: Wikipedia, Foto van Quistnix)
 
Tezamen met de kroosheemraden was de molenmeester verantwoordelijk voor de waterafvoer uit de polder. En het zal niemand verbazen dat Jan Doesz van Alenburgh (zie het overzicht hierboven) niet alleen molenmeester is geweest in de jaren 1686, 1692, 1697, 1702 en 1706 maar ook kroosheemraad van 1682 tot 1706. De ingelanden betaalden onderhoudskosten van watermolen en –maling het zogenaamde molengeld, dat door de molenmeester werd geïnd. Hij moest daarvan jaarlijks verantwoording afleggen. Vanwege interne strubbelingen werd het bestuur later weer bij de dijkgraaf gelegd, die de aantekening op de molenrekening van 1716 liet maken “op het doen van de nieuwelantse molenrekening danno 1716 is besloten al de ingelanden in toenemende jaar aan te seggen, dat se op het doen van de rekening present moeten weesen, off dat se na de middag op het bier niet behoeven te komen”. 5) En had ik al gezegd dat Jan ook nog schepen, kapitalist en paardenkoopman was? Bij deze dan. 6)
 
EEN MENEER 
Kijk, daar gaat de heer Doe Jaspersz van Alenburgh. Een hele meneer inderdaad: kapitalist, bouwman, vroedschap en koopman te ’s Gravenzande. De familie van Alenburgh speelde een belangrijke rol in ’s Gravenzande, dat zagen we al bij zoon Jan hiervoor en zullen we nog zien bij de voorouders. Doe (van Dominicus) doet daar niet voor onder en we zien hem in 1676 als vroedschap (lid van het bestuurscollege van de stad) van iemand een stukje grond kopen: “…aan de eerzame Doe Jaspersz. van Alenburch raad en vroedschap van de stad s Gravenzande zeker stukje erf liggende achter de huising van de voorn. comparant staande en gelegen binnen de stad ’s Gravenzande in de Langestraat groot 22 voeten breedte en 38 voeten lengte.”7) Tjonge, toch al zo’n zeventig vierkante meter! 
 
Het dorp 's-Gravezande RP-T-1918-431 door Aert Schouman 1745 (Bron: Rijksmuseum, Publiek domein)
 
MEER VASTGOED
Dankzij de archieven kunnen we tot honderden jaren geleden zien dat mensen hun best deden natte gronden droog te maken, te bewerken maar ze ook te verhandelen. Want al vroeg werden al die transacties in ’s Gravenzande vastgelegd in het zogenaamde Protocol van transporten en schuldbrieven, een soort notarieel archief. Gelukkig zijn er weer veel enthousiaste amateur genealogen, die deze documenten hebben getranscribeerd (letterlijk: leesbaar gemaakt). Dankzij deze documenten kun je zien dat Doe niet alleen panden aan de Langestraat en de Omloop in het centrum van de stad koopt maar ook grond in de polder ’t Noor(d)land.
 
Atlas Hoogheemraadschap Delfland blad 2 1712 (Bron: Nationaal Archief Archiefnummer 112 Inventarisnummer 726a)

Situatie nu volgens Google maps
 
…EN ANDERE GEGEVENS 
Behalve vastgoedtransacties vinden we nog aantekeningen over voogdij en af en toe zien we een opmerking over het beroep van de comparant. En uit de datering kunnen we ruwweg opmaken wanneer de betreffende voorouder heeft geleefd. Want van Doe zijn zowel de datum en plaats van zijn doop als huwelijk en begraven niet bekend. Wel weten we dat hij in 1676 7) vroedschap 8) was, bouwman (boer) 9), “capitalist” 9) en koopman 7). Doe is na 1680 overleden. 9)
 
ARMENZORG 
In onze tijd hoeft niemand meer van de armoede dood te gaan. Honderden jaren geleden was dat wel anders. In de middeleeuwen hielp men elkaar uit religieus plichtsbesef en pas veel later kwam men met sociale wetgeving. In ’s-Gravenzande treffen we de Heilige Geestmeester aan, die was verbonden aan de Tafel van de Heilige Geest, het armbestuur zoals dat was ontstaan in de Nederlanden in de Middeleeuwen. Anders dan de naam doet vermoeden was de Heilige Geestmeester geen kerkelijke, maar een wereldlijke functionaris. De Heilige Geestmeesters hadden tot taak het beheren van de bezittingen van de Tafel van de Heilige Geest, zoals huizen en voorraden graan, en het houden van toezicht op de uitdelingen van bijvoorbeeld brood aan de armen. De Heilige Geestmeesters werden aangesteld en beëdigd door de stedelijke magistraat of, als het een heerlijkheid betrof, door de plaatselijke heer. 10)
 
Drie arme mensen op straat, Cornelis de Wael 1629 (Bron: Rijksmuseum, Publiek domein) En volgens Google vertalen staat hier: "En inderdaad koken om te bedelen, dat wordt thuis gevierd."
 
Onder ’s-Gravenzande ligt een strook land genaamd de Tienden en een deel ervan heet De Kleine Geesttiende. Op 31 mei 1622 verkopen Jasper Jansz van Alenburch en nog drie andere Heilige Geestmeesters een stuk grond aan ene Heijman Meesen. Blijkbaar hebben ze geld nodig om de armen te kunnen verzorgen. Heijman woont onder aan de Maasdijk en zal zijn landbezit vast wel met dit stukje grond hebben uitgebreid. Nu is het gebied een aaneenschakeling van kassen van kwekerijen. Net als zijn nazaten was Jasper schepen van ’s-Gravenzande 11) en ook nog pachter van de wijn- en bieraccijns te 's-Gravensande. 12)
 
Bronnen: 
1) ’s-Gravenzande redres van de verponding 1730 bewerkt door S.J. Lems Versie 1 (2017) op de website van de Hollandse Genealogische Databank Hogenda.nl
2) 3.06.05 Inventaris van de Memories van Successie van Zuid-Holland, 1806-1927 2.4.03 Kantoor Delft Inventaris nummer 2551 via Nationaal Archief image 275 en 276
3) 3.06.05 Inventaris van de Memories van Successie van Zuid-Holland, 1806-1927 2.4.03 Kantoor Delft Inventaris nummer 2551 via Nationaal Archief image 446
4) http://www.encyclo.nl/begrip/kroosheemraden 
5) Archief van de Polder Nieuwland (genaamd Den Andel) buiten 's-Gravenzande nr.304 1414-1868 Stadsarchief Rotterdam 
6) http://www.hogenda.nl/wp-content/plugins/hogenda-search/download_attachment.php?id=142&type=pedigree 
7) Transport register 's Gravenzande ORA 1661-1685 's Gravenzande en Zandambacht inv.nr.6 via Hogenda aktenr.7769 f.62 
8) lid van het bestuurscollege van de stad 
9) kohier huishoudens en gezinshoofden 1680 folio 140 Oud Archief stadsbestuur Delft eerste afdeling archr.nr.0001 inv.nr.01763 im. 142 
10) Wikipedia 
11) Transportregister Oud Rechterlijk Archief 's-Gravenzande en Zandambacht 1621-1639 inventaris nummer 3 door T.van der Vorm via Hogenda.nl 
12) Kwartierstaat van der Krogt door drs. P.C.J. van der Krogt. Eerder gepubliceerd in Kwartierstatenboek IV (1982), een uitgave van de Genealogische Vereniging Prometheus via Hogenda.nl Vanwege de hoge kwaliteit van de website durf ik de gegevens over te nemen, ondanks het ontbreken van het originele document

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da