De Garenmarkt in Leiden, waar Christiaan in 1839 woonde |
DE DIENST
Vòòr het vervullen van de militaire dienst werd er vroeger niet getrouwd, dat mocht niet. Maar dat betekende niet dat er niet werd gevreeën: zo staat kleermaker Christiaan op 8 augustus 1839 voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in Haarlem om in het huwelijk te treden met Johanna Maria Hagemans. 1) In de kantlijn van de huwelijksakte lezen we dat er al een kindje was – Christiaan zat nog in dienst toen zij in 1838 werd geboren - en dat hij dat meisje als vader erkent: "Nadat door hun voor hun beider dochter was erkend en mits dien als zoodanig gewettigd het kind alhier geboren op den veertienden Februari achttienhonderd achtendertig, en den vijftienden daaraanvolgende ingeschreven in het Register van den Burgerlijken Stand deze stad onder de naam van Maria Johanna Sub Numero tweehonderd en negentien". ’t Was nog een heel gedoe met de toestemming voor het huwelijk want zijn ouders leefden niet meer en hij kon geen bewijs van overlijden overleggen van zijn grootouders. Daarom moest de commandant van de vijfde afdeling Infanterie in de legerplaats te Bergen op Zoom, waar Christiaan heeft gediend, een consent (=huwelijkstoestemming) afgeven zodat alles nog in orde is gekomen. 2)
Het huwelijksconsent |
ARM LEIDEN
In de eerste helft van de 19de eeuw lijkt Leiden in niets meer op de trotse Sleutelstad uit de 17de eeuw met haar bloeiende lakenindustrie. Leiden is in 1832 een vieze stad met smerige grachten. Mensen zijn slecht gevoed en gekleed en wonen in kleine huisjes, dicht opeen gepakt. En wanneer op 5 augustus 1832 's morgens om vijf uur door dokter Jan van Outeren bij Cornelis Schalkwijk de cholera wordt geconstateerd is Leiden pas echt in last. Is nu een contagium (smetstof) of een miasma (smetdamp) de oorzaak van de ziekte. Zes stadsdoktoren en vier stadschirurgijns doen wat ze kunnen. Ze houden spreekuur in de Burcht en laten patiënten opnemen in de drie cholerahospitalen: de Lakenhal, het Nosocomicum Academicum (Universiteitsziekenhuis) en de Kaarsemakerstraat. Het is vaak dweilen met de kraan open. Hun functioneren of liever hun disfunctioneren, staat continu ter discussie. Van 1832 tot 1866 wordt Leiden maar liefst negen keer door een cholera-epidemie getroffen. 3)
In de periode 1832 tot 1866 sterven 5.000 Leidenaars aan de cholera, op een bevolking van 39.000 in 1849 is dat een aanzienlijk aantal. Tijdens de grote landelijke choleragolf in 1866 blijven Amsterdam en Haarlem gespaard omdat voor de drinkwatervoorziening het water uit de duinen wordt aangevoerd. Het enige wat immers echt helpt is het aanleggen van goede sanitaire voorzieningen. Toch waren er ten gevolge van deze epidemie in Haarlem in 1866 nog 220 burgerslachtoffers. 4)
Tussen de geboorte van de twee kinderen Johannes Petrus in 1844 en Christina in 1846 is Christiaan naar Haarlem verhuisd en het zal me niet verbazen dat de hygiënische wantoestanden in Leiden daarvan de reden zijn geweest.
Bronnen:
1) Burgerlijke Stand Huwelijken Leiden aktenr.156
2) Huwelijkse bijlage idem
3) Nieuwsbrief Nr.36 van okt.2006 van "Begraafplaats Groenesteeg te Leiden".
4) http://www.fotostudiohaarlem.nl
Reacties
Een reactie posten