Misschien is het goed om even de plaats in de familie te duiden waar we Friedrich treffen: Pieter Groot > zijn moeder Jansje Stütner > haar vader Friedrich Stütner
VREEMDELINGEN
We zitten met een document voor ons op tafel, dat ik nog niet eerder heb gezien in mijn ervaring tot nu toe. Het gaat om een soort lijst van mensen uit andere landen, 1) in dit geval uit 1883, waarin van alles en nog wat werd genoteerd. Gelukkig maar dat ze dat toen deden, want zo zien we dat precies werd bijgehouden waar vandaan ze kwamen, waar ze gingen wonen, welk beroep ze uitoefenden en welke de redenen waren dat ze werden toegelaten. Nee, pasfoto’s waren er toen nog niet in gebruik dus daarom noteerde men een signalement. Samenvattend, een mooie bron voor de amateurgenealoog.
DE FRANS-DUITSE OORLOG
Tot 1870 was Frankrijk de dominante natie op het vasteland in Europa, maar die positie werd bedreigd door Pruisen onder leiding van kanselier Bismarck. De oorlogsverklaring van Frankrijk aan Pruisen paste in het plan van Bismarcks Realpolitik: zijn plannen voor het verenigen van de Duitse staten tot één Duits Rijk. Dit plan werd door Frankrijk en Oostenrijk geblokkeerd. Deze staten wensten op het Europese continent geen vierde grootmacht naast Rusland, Frankrijk en Oostenrijk. Deze wens zou uiteindelijk niet in vervulling gaan: door de afloop van de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog was in 1866 Oostenrijk reeds uitgeschakeld en in 1870 zou ook Frankrijk volgen. 2) Na deze oorlog hoorde Elzas-Lotharingen bij het Duitse Keizerrijk en op 12 maart 1883 meldt zich bij de politie in Amsterdam een mannetje van 1.72 meter lang, met een hoog voorhoofd, blond haar en wenkbrauwen, bruine ogen, een rond aangezicht en een gezonde huidskleur; Friedrich dus. Hij wordt geregistreerd met volgnummer 190 en legitimeert zich met zijn militaire pas, afgegeven te Metz, op 24 september 1880. 1) En hij mag blijven.
EEN ZOLDERKAMERTJE
Op de Reguliersdwarsstraat 121 in Amsterdam was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw bakker Willem Frederik Carel van Helsdingen gevestigd. Je kunt het nu niet meer zien maar de bakkerij had destijds een pak- en graanzolder met plaats voor de bedstede van de bakkersknecht, 3) want de zolder is nu afgebroken. 4) Op de foto is bij de rode pijl te zien waar het kamertje was gesitueerd.
Na bijna twee jaar vond Friedrich – want hij was de bedoelde bakkersknecht - dat het wel mooi was geweest en vertrok hij naar Alkmaar. Maar niet vóór zijn huwelijk met de Amsterdamse Teuntje Götte op 15 januari 1885. En blijkbaar had hij gespaard want in de krant liet hij een advertentie plaatsen en dat kon in die tijd niet iedereen zich permitteren. 5)
KOEKENBAKKER
Kijk, dit leuke hoekpandje in Alkmaar is de Gedempte Nieuwesloot nummer vier. Daar begon Friedrich eind januari 1885 zijn brood- en koekenbakkerij, met zijn verse bruidje. Hij was naar notaris Barendinus Wieland Los in Uitgeest geweest om daar twee hypotheken los te peuteren van duizend gulden en nog één van drieduizend gulden van resp. de goudsmid Bernardus Johannes Stadegaard en de Zuid Hollandsche Hypotheekbank om het pand te financieren, dat hij al op de twintigste onderhands had gekocht. 5a) Zes jaar lang gaat het goed maar in 1891 lukt het hem niet meer om aan zijn schuldeisers te voldoen en de Hypotheekbank trekt de stekker eruit: hij gaat failliet!
Even terug schakelen: drie jaar na hun huwelijk kwam Teuntje te overlijden, maar al drie (!) maanden later stond Friedrich voor de tweede keer voor de ambtenaar van de burgerlijke stand: ditmaal was het Trijntje Marees, die hem eeuwige trouw beloofde. We moeten hem niet te zwaar vallen want Friedrich had twee kinderen van één en twee jaar en wie moet er zonder vrouw des huizes dan bakken?
Goed.
Friedrich had er dus financieel een potje van gemaakt; behalve de hypotheekschulden van drieduizend gulden waren er nog dertig andere schuldeisers van totaal nog eens drieduizend gulden, waaronder een schuld van duizend gulden aan zijn eerste schoonvader. Gebruikelijk is dat er inventarisatie wordt opgemaakt van de waarde van de inboedel. Aardig is om enkele details uit die akte van 19 maart 1891 op te nemen in dit verhaal zoals b.v. “mans- en vrouwenkleeren 25 gulden, op den zolder: drie tafeltjes en eenige rommel acht gulden, op de plaats: acht kippen en een haan.” De totale waarde werd bepaald op ƒ 225,32. 6) Daarna verklaart Friedrich dat hij geen contanten heeft of juwelen; bovendien geeft hij zijn crediteurenboek en kasboek af en mag hij het huis blijven bewonen. Zijn spullen mag hij houden maar hij moet beloven ze op afroep voor de rechthebbende(n) in het faillissement beschikbaar te houden. En dan zet hij zijn handtekening ten blijke van akkoord met de inhoud van de akte.
HET BROOD RAAKT OP
In Het adresboek Alkmaar van 1903 treffen we hem weer op het oude adres aan en wel onder het hoofdje "Banket- en Broodbakkers". En zo ook in 1906, 1909 maar in 1912 aan de Nieuwesloot 9, daar als banket- en broodmaker. Zo ook in 1915, 1919, 1922, 1925 en in dat laatste jaar is hij waarschijnlijk gestopt: we treffen hem niet meer aan in de adresboeken van Alkmaar en Heiloo. Op 23 juli 1923 koopt hij samen met zijn tweede vrouw en zijn dochter Wilhelmina een pand, waarvoor de hypotheek is geregeld door de Levensverzekeringsmaatschappij Holland te Amsterdam. 7) Op 5 maart 1930 komt Friedrich te overlijden en op 8 maart wordt hij om 13.30 op de Nieuwe Begraafplaats te Heiloo begraven. 8) Trijntje volgt hem op 25 oktober en in de overlijdensannonce wordt ze “mej.” genoemd en Arie Groot laat weten “verzoeke geen persoonlijk rouwbeklag”. 9)
Bronnen:
1) Vreemdelingenregister Amsterdam 1849-1922 volgnr.190
2) Wikipedia
3) Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam (vervaardiger van de foto: Jacobus van Eck, 1873-1946, collectie J. van Eck)
4) Streetview
5) Het Nieuws van den Dag kleine editie van 16 januari 1885
5a) Notariele Akten Alkmaar notaris Wieland Los toeg.nr.2342 aktenr.49 via Noordhollands Archief image 400-406
6) klapper op de faillissementsdossiers van de Arrondissementsrechtbank Alkmaar en het Parket van de Officier van Justitie (toegangsnummer 207, inventarisnummer 338, dossier nummer 8)
7) 1920-1925 Index op notariële akten Alkmaar, nadere toegang op notariële akten aktenr.1462 20-07-1923 notaris C.G. Steen toeg.nr.10.3.003 Inv.nr.1630B via Regionaal Archief Alkmaar
8) Alkmaarsche Courant van 6 maart 1930
9) Alkmaarsche Courant van 23 oktober 1930
VREEMDELINGEN
We zitten met een document voor ons op tafel, dat ik nog niet eerder heb gezien in mijn ervaring tot nu toe. Het gaat om een soort lijst van mensen uit andere landen, 1) in dit geval uit 1883, waarin van alles en nog wat werd genoteerd. Gelukkig maar dat ze dat toen deden, want zo zien we dat precies werd bijgehouden waar vandaan ze kwamen, waar ze gingen wonen, welk beroep ze uitoefenden en welke de redenen waren dat ze werden toegelaten. Nee, pasfoto’s waren er toen nog niet in gebruik dus daarom noteerde men een signalement. Samenvattend, een mooie bron voor de amateurgenealoog.
DE FRANS-DUITSE OORLOG
Tot 1870 was Frankrijk de dominante natie op het vasteland in Europa, maar die positie werd bedreigd door Pruisen onder leiding van kanselier Bismarck. De oorlogsverklaring van Frankrijk aan Pruisen paste in het plan van Bismarcks Realpolitik: zijn plannen voor het verenigen van de Duitse staten tot één Duits Rijk. Dit plan werd door Frankrijk en Oostenrijk geblokkeerd. Deze staten wensten op het Europese continent geen vierde grootmacht naast Rusland, Frankrijk en Oostenrijk. Deze wens zou uiteindelijk niet in vervulling gaan: door de afloop van de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog was in 1866 Oostenrijk reeds uitgeschakeld en in 1870 zou ook Frankrijk volgen. 2) Na deze oorlog hoorde Elzas-Lotharingen bij het Duitse Keizerrijk en op 12 maart 1883 meldt zich bij de politie in Amsterdam een mannetje van 1.72 meter lang, met een hoog voorhoofd, blond haar en wenkbrauwen, bruine ogen, een rond aangezicht en een gezonde huidskleur; Friedrich dus. Hij wordt geregistreerd met volgnummer 190 en legitimeert zich met zijn militaire pas, afgegeven te Metz, op 24 september 1880. 1) En hij mag blijven.
EEN ZOLDERKAMERTJE
Op de Reguliersdwarsstraat 121 in Amsterdam was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw bakker Willem Frederik Carel van Helsdingen gevestigd. Je kunt het nu niet meer zien maar de bakkerij had destijds een pak- en graanzolder met plaats voor de bedstede van de bakkersknecht, 3) want de zolder is nu afgebroken. 4) Op de foto is bij de rode pijl te zien waar het kamertje was gesitueerd.
Reguliersdwarsstraat 121 Amsterdam |
Nieuws van den Dag kleine courant 16 januari 1885 |
KOEKENBAKKER
Kijk, dit leuke hoekpandje in Alkmaar is de Gedempte Nieuwesloot nummer vier. Daar begon Friedrich eind januari 1885 zijn brood- en koekenbakkerij, met zijn verse bruidje. Hij was naar notaris Barendinus Wieland Los in Uitgeest geweest om daar twee hypotheken los te peuteren van duizend gulden en nog één van drieduizend gulden van resp. de goudsmid Bernardus Johannes Stadegaard en de Zuid Hollandsche Hypotheekbank om het pand te financieren, dat hij al op de twintigste onderhands had gekocht. 5a) Zes jaar lang gaat het goed maar in 1891 lukt het hem niet meer om aan zijn schuldeisers te voldoen en de Hypotheekbank trekt de stekker eruit: hij gaat failliet!
Even terug schakelen: drie jaar na hun huwelijk kwam Teuntje te overlijden, maar al drie (!) maanden later stond Friedrich voor de tweede keer voor de ambtenaar van de burgerlijke stand: ditmaal was het Trijntje Marees, die hem eeuwige trouw beloofde. We moeten hem niet te zwaar vallen want Friedrich had twee kinderen van één en twee jaar en wie moet er zonder vrouw des huizes dan bakken?
Goed.
Nieuw van den Dag kleine courant 9 mei 1891 |
HET BROOD RAAKT OP
In Het adresboek Alkmaar van 1903 treffen we hem weer op het oude adres aan en wel onder het hoofdje "Banket- en Broodbakkers". En zo ook in 1906, 1909 maar in 1912 aan de Nieuwesloot 9, daar als banket- en broodmaker. Zo ook in 1915, 1919, 1922, 1925 en in dat laatste jaar is hij waarschijnlijk gestopt: we treffen hem niet meer aan in de adresboeken van Alkmaar en Heiloo. Op 23 juli 1923 koopt hij samen met zijn tweede vrouw en zijn dochter Wilhelmina een pand, waarvoor de hypotheek is geregeld door de Levensverzekeringsmaatschappij Holland te Amsterdam. 7) Op 5 maart 1930 komt Friedrich te overlijden en op 8 maart wordt hij om 13.30 op de Nieuwe Begraafplaats te Heiloo begraven. 8) Trijntje volgt hem op 25 oktober en in de overlijdensannonce wordt ze “mej.” genoemd en Arie Groot laat weten “verzoeke geen persoonlijk rouwbeklag”. 9)
Bronnen:
1) Vreemdelingenregister Amsterdam 1849-1922 volgnr.190
2) Wikipedia
3) Beeldbank van het Stadsarchief Amsterdam (vervaardiger van de foto: Jacobus van Eck, 1873-1946, collectie J. van Eck)
4) Streetview
5) Het Nieuws van den Dag kleine editie van 16 januari 1885
5a) Notariele Akten Alkmaar notaris Wieland Los toeg.nr.2342 aktenr.49 via Noordhollands Archief image 400-406
6) klapper op de faillissementsdossiers van de Arrondissementsrechtbank Alkmaar en het Parket van de Officier van Justitie (toegangsnummer 207, inventarisnummer 338, dossier nummer 8)
7) 1920-1925 Index op notariële akten Alkmaar, nadere toegang op notariële akten aktenr.1462 20-07-1923 notaris C.G. Steen toeg.nr.10.3.003 Inv.nr.1630B via Regionaal Archief Alkmaar
8) Alkmaarsche Courant van 6 maart 1930
9) Alkmaarsche Courant van 23 oktober 1930
Een 'koekebakker' als voorvader... (!) hahaha
BeantwoordenVerwijderenWeer interessant om te lezen Cees.
Vreemd dat er op het vreemdelingen formulier geen geboortedatum word aangegeven... of zie ik dat over het hoofd?
Ja, je bestaan ging wel met iets meer strijd gepaard dan tegenwoordig he?
Lfs Gesiena
Maar goed dat het geen pannenkoeken waren...
Verwijderen't Staat in de vierde kolom van links, nl. 14 januari 1857 te Deilinghofen, (Westfalen Duitsland), een dorpje, dat deel uitmaakt van Iserlohn. En dat klopt, want als huwelijkse bijlage bij de huwelijksakte van 29 januari 1888 treffen we een verklaring aan van een Duitse geestelijke dat hij op die datum is geboren en gedoopt op 11 februari. Moeder is Wilhelmina Stütner en vader is onbekend. Wordt ook in geen andere akte genoemd.