Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Hendrik Christiaan Barthel (16.2) 1877-1936

EEN SLIMME JONGEN
Dat had vader Petrus Johannes Barthel (16) nooit kunnen bedenken! Nadat zijn tweede zoon Hendrik Christiaan in 1877 het levenslicht ziet blijkt deze slimme jongen na het Haarlemse gymnasium en de Universiteit van Leiden, in Amsterdam in 1901 proponentsexamen 1) te doen bij het Seminarium der Algemeene Doopsgezinde Sociëteit. En in 1902 volgt zijn eerste benoeming tot predikant en wel in Holwerd en later te Balk, waar de doopsgezinde kerk is opgericht. Maar waarom deed hij dat en werd hij niet gewoon kleermaker, net als zijn vader, opa, ooms en noem maar op? Oh wacht: van moeders kant is in ieder geval aantoonbaar 2) dat zijn opa doopsgezind was en dus zal zijn moeder dat ook wel zijn geweest, toch? En hoe zit dat dan met die Doopsgezinde Kerk?

EEN BEETJE UITLEG
De doopsgezinden, ook wel mennonieten, menisten, (weder)dopers of doperse genoemd, vormen de Nederlandse tak van een van oorsprong radicaal reformatorische stroming van protestantse christenen, die zich afsplitste van de zwingliaanse reformatie, begin zestiende eeuw, en die internationaal meestal als de stroming der mennonieten aangeduid wordt. De benaming (weder)dopers heeft te maken met hun specifieke kijk op de doop. In plaats van kinderen te laten dopen, zoals dat tot nu nog bij de meeste andere kerken gebruikelijk is, kennen zij slechts de (volwassenen)doop op vrijwillige basis. Bij de doopsgezinden schrijft diegene die zich wil laten dopen, en die daarmee ook als volwaardig lid toetreedt tot de betreffende plaatselijke gemeente, haar of zijn eigen belijdenis. Deze belijdenis is niet gebaseerd op formulieren of leerregels, zoals dat gebruikelijk is in bijvoorbeeld de Protestantse Kerk in Nederland en bij alle soorten gereformeerden. Een ander belangrijke karakteristiek is dat zij militaire dienst en het dragen van wapens en vroeger ook overheidsdienstneming afwijzen 3).

IN DIENST
Goed, de doopsgezinden moeten niets hebben van wapens en militaire dienst maar H.C. moet net als alle andere jongens van zijn leeftijd dienen. In de Militieregisters lezen we dat hij vanaf 1896 voortdurend uitstel weet te krijgen en uiteindelijk zijn “ze” het zat en wordt hij in 1904 overgeplaatst naar het tiende Regiment Infanterie waarna er niets meer gebeurt. Maar waarom heeft hij niet gewoon dienst geweigerd?

DONNER
Kijk, daar is Piet Hein, Jan Pieter Hendrik Donner dus, thans (2018) vicepresident van de Raad van State (onderkoning van Nederland), oud-minister, voormalig lid van de Tweede Kamer. Stamt af van een beroemde familie uit gereformeerde kring, met zelfs een oom, die grootschaakmeester was. Piet Hein ’s opa Jan schreef in 1927 een brief aan de procureur-generaal, waarin hij als minister van justitie zijn verontrusting uitsprak over een pamflet betreffende antimilitarisme. Daarin kiezen een groot aantal verontruste Nederlanders voor de zijde voor de dienstplichtigen, die de nijging hebben: “Vredeslichtingen” te vormen. In dit verband zal de lezer zich niet verbazen dat naast menig andere geestelijke onze Hendrik Christiaan het pamflet mede ondertekent 4).

Bronnen:
1) Een proponent is een afgestudeerd theoloog die mag preken en beroepen kan worden door een gemeente. De proponent onderscheidt zich van de 'kandidaat', een student die wel mag preken, maar nog niet beroepbaar is. (Wikipedia)
2) Familieregister Doopsgezinde Kerk 1742-1811 blz. 340 via FS im.438
3) Wikipedia
4) http://docplayer.nl/2623249-U-t-103-r-no-1465-geheim-van-het-h-ofd-oblllsearen-he-t-aantal-onderteekenaars-zeer-aan.html

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da