EEN SLIMME JONGEN
Dat had vader Petrus Johannes Barthel (16) nooit kunnen bedenken! Nadat zijn tweede zoon Hendrik Christiaan in 1877 het levenslicht ziet blijkt deze slimme jongen na het Haarlemse gymnasium en de Universiteit van Leiden, in Amsterdam in 1901 proponentsexamen 1) te doen bij het Seminarium der Algemeene Doopsgezinde Sociëteit. En in 1902 volgt zijn eerste benoeming tot predikant en wel in Holwerd en later te Balk, waar de doopsgezinde kerk is opgericht. Maar waarom deed hij dat en werd hij niet gewoon kleermaker, net als zijn vader, opa, ooms en noem maar op? Oh wacht: van moeders kant is in ieder geval aantoonbaar 2) dat zijn opa doopsgezind was en dus zal zijn moeder dat ook wel zijn geweest, toch? En hoe zit dat dan met die Doopsgezinde Kerk?
EEN BEETJE UITLEG
De doopsgezinden, ook wel mennonieten, menisten, (weder)dopers of doperse genoemd, vormen de Nederlandse tak van een van oorsprong radicaal reformatorische stroming van protestantse christenen, die zich afsplitste van de zwingliaanse reformatie, begin zestiende eeuw, en die internationaal meestal als de stroming der mennonieten aangeduid wordt. De benaming (weder)dopers heeft te maken met hun specifieke kijk op de doop. In plaats van kinderen te laten dopen, zoals dat tot nu nog bij de meeste andere kerken gebruikelijk is, kennen zij slechts de (volwassenen)doop op vrijwillige basis. Bij de doopsgezinden schrijft diegene die zich wil laten dopen, en die daarmee ook als volwaardig lid toetreedt tot de betreffende plaatselijke gemeente, haar of zijn eigen belijdenis. Deze belijdenis is niet gebaseerd op formulieren of leerregels, zoals dat gebruikelijk is in bijvoorbeeld de Protestantse Kerk in Nederland en bij alle soorten gereformeerden. Een ander belangrijke karakteristiek is dat zij militaire dienst en het dragen van wapens en vroeger ook overheidsdienstneming afwijzen 3).
IN DIENST
Goed, de doopsgezinden moeten niets hebben van wapens en militaire dienst maar H.C. moet net als alle andere jongens van zijn leeftijd dienen. In de Militieregisters lezen we dat hij vanaf 1896 voortdurend uitstel weet te krijgen en uiteindelijk zijn “ze” het zat en wordt hij in 1904 overgeplaatst naar het tiende Regiment Infanterie waarna er niets meer gebeurt. Maar waarom heeft hij niet gewoon dienst geweigerd?
DONNER
Kijk, daar is Piet Hein, Jan Pieter Hendrik Donner dus, thans (2018) vicepresident van de Raad van State (onderkoning van Nederland), oud-minister, voormalig lid van de Tweede Kamer. Stamt af van een beroemde familie uit gereformeerde kring, met zelfs een oom, die grootschaakmeester was. Piet Hein ’s opa Jan schreef in 1927 een brief aan de procureur-generaal, waarin hij als minister van justitie zijn verontrusting uitsprak over een pamflet betreffende antimilitarisme. Daarin kiezen een groot aantal verontruste Nederlanders voor de zijde voor de dienstplichtigen, die de nijging hebben: “Vredeslichtingen” te vormen. In dit verband zal de lezer zich niet verbazen dat naast menig andere geestelijke onze Hendrik Christiaan het pamflet mede ondertekent 4).
Bronnen:
1) Een proponent is een afgestudeerd theoloog die mag preken en beroepen kan worden door een gemeente. De proponent onderscheidt zich van de 'kandidaat', een student die wel mag preken, maar nog niet beroepbaar is. (Wikipedia)
2) Familieregister Doopsgezinde Kerk 1742-1811 blz. 340 via FS im.438
3) Wikipedia
4) http://docplayer.nl/2623249-U-t-103-r-no-1465-geheim-van-het-h-ofd-oblllsearen-he-t-aantal-onderteekenaars-zeer-aan.html
Dat had vader Petrus Johannes Barthel (16) nooit kunnen bedenken! Nadat zijn tweede zoon Hendrik Christiaan in 1877 het levenslicht ziet blijkt deze slimme jongen na het Haarlemse gymnasium en de Universiteit van Leiden, in Amsterdam in 1901 proponentsexamen 1) te doen bij het Seminarium der Algemeene Doopsgezinde Sociëteit. En in 1902 volgt zijn eerste benoeming tot predikant en wel in Holwerd en later te Balk, waar de doopsgezinde kerk is opgericht. Maar waarom deed hij dat en werd hij niet gewoon kleermaker, net als zijn vader, opa, ooms en noem maar op? Oh wacht: van moeders kant is in ieder geval aantoonbaar 2) dat zijn opa doopsgezind was en dus zal zijn moeder dat ook wel zijn geweest, toch? En hoe zit dat dan met die Doopsgezinde Kerk?
EEN BEETJE UITLEG
De doopsgezinden, ook wel mennonieten, menisten, (weder)dopers of doperse genoemd, vormen de Nederlandse tak van een van oorsprong radicaal reformatorische stroming van protestantse christenen, die zich afsplitste van de zwingliaanse reformatie, begin zestiende eeuw, en die internationaal meestal als de stroming der mennonieten aangeduid wordt. De benaming (weder)dopers heeft te maken met hun specifieke kijk op de doop. In plaats van kinderen te laten dopen, zoals dat tot nu nog bij de meeste andere kerken gebruikelijk is, kennen zij slechts de (volwassenen)doop op vrijwillige basis. Bij de doopsgezinden schrijft diegene die zich wil laten dopen, en die daarmee ook als volwaardig lid toetreedt tot de betreffende plaatselijke gemeente, haar of zijn eigen belijdenis. Deze belijdenis is niet gebaseerd op formulieren of leerregels, zoals dat gebruikelijk is in bijvoorbeeld de Protestantse Kerk in Nederland en bij alle soorten gereformeerden. Een ander belangrijke karakteristiek is dat zij militaire dienst en het dragen van wapens en vroeger ook overheidsdienstneming afwijzen 3).
IN DIENST
Goed, de doopsgezinden moeten niets hebben van wapens en militaire dienst maar H.C. moet net als alle andere jongens van zijn leeftijd dienen. In de Militieregisters lezen we dat hij vanaf 1896 voortdurend uitstel weet te krijgen en uiteindelijk zijn “ze” het zat en wordt hij in 1904 overgeplaatst naar het tiende Regiment Infanterie waarna er niets meer gebeurt. Maar waarom heeft hij niet gewoon dienst geweigerd?
DONNER
Kijk, daar is Piet Hein, Jan Pieter Hendrik Donner dus, thans (2018) vicepresident van de Raad van State (onderkoning van Nederland), oud-minister, voormalig lid van de Tweede Kamer. Stamt af van een beroemde familie uit gereformeerde kring, met zelfs een oom, die grootschaakmeester was. Piet Hein ’s opa Jan schreef in 1927 een brief aan de procureur-generaal, waarin hij als minister van justitie zijn verontrusting uitsprak over een pamflet betreffende antimilitarisme. Daarin kiezen een groot aantal verontruste Nederlanders voor de zijde voor de dienstplichtigen, die de nijging hebben: “Vredeslichtingen” te vormen. In dit verband zal de lezer zich niet verbazen dat naast menig andere geestelijke onze Hendrik Christiaan het pamflet mede ondertekent 4).
Bronnen:
1) Een proponent is een afgestudeerd theoloog die mag preken en beroepen kan worden door een gemeente. De proponent onderscheidt zich van de 'kandidaat', een student die wel mag preken, maar nog niet beroepbaar is. (Wikipedia)
2) Familieregister Doopsgezinde Kerk 1742-1811 blz. 340 via FS im.438
3) Wikipedia
4) http://docplayer.nl/2623249-U-t-103-r-no-1465-geheim-van-het-h-ofd-oblllsearen-he-t-aantal-onderteekenaars-zeer-aan.html
Reacties
Een reactie posten