Doorgaan naar hoofdcontent

Korenmolens in de bollenstreek

Korenmolen de Nijverheid, Sassenheim
INLEIDING
Op 19 mei 1821 verkoopt molenaar Pieter Oudshoorn zijn molen “De Korenmolen van Lisse” aan J.J. van Rhijn. Deze koopt in 1827 in de Zijpe voor ƒ 1.000 een afgedankte watermolen en laat die door molenmaker van der Zaal vlak naast de oude molen herbouwen op een stenen voet. Op 20 oktober 1827 worden de molenstenen gelegd en het binnenwerk verder afgewerkt. Daarna worden er onderdelen van de molen overgezet naar de nieuwe molen en op drie november is de molen gereed.

NOG MEER MOLENS…
In de nacht van 6 januari 1833 verbrandt de molen, waarna er een hoge stellingmolen wordt gebouwd, de Korenbloem of Molen van Beelen, met gebruik van een Zaanse molen, die hij op 18 februari 1833 in Assendelft koopt (papiermolen de Huisman). Molenmaker van der Zaal wil niet meewerken aan verplaatsing en herbouw, dus dat wordt uitgevoerd door een Noord-Hollandse molenmaker. Vanwege geldproblemen verkoopt van Rhijn op 14 juni 1834 de molen aan Cornelis Annabartus van Kerkwijk. Hij vertrekt naar Leiden, maar bouwt in 1846 een nieuwe molen in Sassenheim. Nummer vier, dus. 1)

NOU EN?
De lezer zal zich afvragen, wat hebben wij hiermee te maken op dit blog? Dat zit zo: die J.J. van Rhijn is Jan Jacobus van Rhijn, een oud ouder (zesde generatie) van de echtgenote van mijn broer in Canada.

…EN NOG MEER PROBLEMEN
Met zesduizend gulden geleend geld komt de molen “De Nijverheid” af en hoewel er veel vraag is naar gepelde gerst redt J.J. het niet en op 7 december 1848 wordt de molen op de veiling voor ƒ 5.600 verkocht. 2) Die molen fikt natuurlijk ook weer af, wordt herbouwd enz. enz. Die heet dan trouwens later de Speelman.

TROOST
Kijk lezers, wat een aardig straatje in een keurige nieuwbouwbuurt in het westen des lands. Mooie architectuur ook, je zou er zo willen wonen, de vraagprijzen van de pandjes gaan soms tot boven de vier ton. We zien fraai aangelegde en goed onderhouden plantsoenen en ook aan de kleintjes is gedacht: her en der verspreid een glijbaan of een klimrek. De klikobakken staan al buiten, de vuilniswagen kan zo komen, de zon schijnt en Rembrandt zou zich verkneukelen aan de fraaie Hollandse wolkenpartijen met blauwe luchten.
Aan het eind van het straatje is een pleintje met een restant van een molen; er staat een bankje voor en ik wil gaan zitten maar eerst ga ik lezen wat er op het informatiebord staat, dat op de muur is bevestigd. Er staat: “Molen De Speelman”. Maar is dat niet de oude molen van …? Ik ga weer zitten, kijk om mij heen en zie de naamplaat van het straatje: “J.J. van Rhijnstraat”.
Mooi hè?

Bronnen:
1) Kroniek van de Lisser timmerman Cornelis van der Zaal, 1762-1839, Bert Kölker 2012 via molendatabase.org
2) ttp://www.demolenvansassenheim.nl/geschiedenis2.html

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da