HET BEGIN
Toch een beetje vreemd: Elbert Nieboer huwt in 1873 en verklaart van beroep schipper te zijn en als hij op 14 februari 1879 – ’t was meer herfst dan winter - weer bij het Nijkerkse gemeentehuis staat is hij schippersknecht. Bepaald geen promotie. Hij was overigens daar om aangifte te doen van de geboorte van Hendrik Wilhelm Nieboer, zijn tweede kind, dat ’s morgens vroeg om één uur aan de Koetsendijk is geboren. 1)
Het lijkt wel of H.W. (Hein) zijn draai niet kan vinden. Begin twintigste eeuw vertrekt hij naar Haarlem om vandaar in september 1903 terug te keren en bij zijn oom Peter in te trekken, waar ook zijn vader woont.2) Deze inschrijving klopt niet. In het Algemeen Handelsblad van 20 juni 1903 lezen we namelijk: "Bij de gisteren gehouden aanbesteding van den bouw van een heerenhuis voor den heer G.Prins Azn. te Nijkerk, was laagste inschrijver H.W. Nieboer te Nijkerk voor
f 22,800". Hein was in juni dus al in Nijkerk en blijkbaar is de aanbesteding niet goed gelukt want in het bevolkingsregister lezen we de aantekening: “Bij vonnis Arrondissementsrechtbank Zwolle d.d. 4 november 1903 in staat van Faillissement verklaard".
FAILLISSEMENT
Het is 21 december 1903 als Hein en zijn compagnon Eibert Petersen ’s morgens om half twaalf op bezoek gaan bij rechter-commissaris Mr Sichterman in het Paleis van Justitie in Zwolle om de verificatievergadering bij te wonen van hun faillissement. De curator Mr van Setten doet verslag van de staat van de boedel en daarna kan Hein weer ophoepelen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Aannemer Cornelis Ruitenberg heeft hen spullen geleverd, die niet betaald zijn en zelfs na een periode van krediet geven waren Hein en zijn compagnon niet in staat te betalen, waarop Ruitenberg op 20 oktober 1903 de rechtbank verzoekt hen in staat van faillietverklaring te stellen, de stekker eruit te trekken zeggen we nu. Hetgeen geschiedde, nadat ze de rechter verklaarden niet in staat te zijn de schuld te betalen, en welke andere schuld dan ook. Als de curator de balans opmaakt blijkt dat de schuldeisers slechts 30% van hun vordering krijgen toegewezen. En Hein, wat was hij kwijt, wat bezat hij behalve zijn inbreng in de firma, bestaande uit een schuur met een waarde van vijftig gulden en “een partijtje afbraak en rommel in en bij de schuur” ter waarde van ƒ. 7,50?
“Goederen toebehorende aan den failliet Nieboer
Zilveren horloge met zilveren ketting f. 10,--
Tafel f. 5,--
6 stoelen f. 6,--
Een rijwiel f. 10,--
Contanten f. 58,69” 3)
Waar die goederen zich bevonden wordt niet vermeld.
DE ZUSSEN
Wie hebben we daar, in het Bevolkingsregister van Nijkerk 1890-1906 blad 521?
“Nieboer, Peter, hoofd van de bewoners, geboren 2 december 1852, winkelier aan de Kolkstraat” enz. Twee zussen van Hein, Jacobje en Aaltje, mijn tantes Ko en Aal, erven in 1924 van deze oom Peter beiden een bedrag van ƒ 1.029,75 waaronder onroerend goed. Gezien het feit dat Peter winkelier was ging het hier om het pand aan de Kolkstraat, waar de beide dames een winkel in serviezen e.d. hadden en in welk pand zij ook hebben gewoond. Navraag bij het kadaster leert dat de kadastrale ligging niet meer bestaat. Vele malen heb ik er gelogeerd en als klein kind de indrukken opgeslagen, waardoor alles wel groter leek dan het in werkelijkheid was. In de grote moestuin met prieel plukte ik groente maar bij het wekken werd mijn aanwezigheid niet op prijs gesteld. "Mijn" slaapkamertje boven de winkel keek schuin links uit op de Waag en de gehele dag was de kerkklok te horen als hij sloeg. Dat gaf een vredig gevoel.
NAAR SCHOTEN
Ene Abraham Jacob van der Aa publiceerde tussen 1839 en 1851 zijn beroemde werk “Aardrijkskundig en Biografisch Woordenboek” waarin hij uitvoerig en uiterst nauwkeurig de plaatsen in ons land beschrijft. Zo heeft hij het volgende over Schoten (thans behorend bij Haarlem) te melden:
"SCHOOTEN-EN-GEHUCHTEN, gem., gedeeltelijk in het balj.. van Brederode, gedeeltelijk in Kennemerland, prov. Noord-Holland arr. en kant. Haarlem (10 k. d., 3 m. k., 2 s. d.); palende N. aan de gem. Velsen , O. aan Spaarndam en Haarlemmerliede-Noord-Schalkwijk-en-Hof-Ambacht, van welke laatste gem. zij door het Spaarne gescheiden is, Z. aan Haarlem, W. aan Bloemendaal-Aalbertsberg-ende-Vogelenzang en aan Velsen. Deze gem. bestaat uit
S c h o o t e n , Zanen , S c h o o t e r - v l i e l a n d, Z u i d - e n - N o o r d –
A k e n d am , Schooterbosch en Hoogerwoerd. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 712 bund. 86 v. r. 63 ,v. ell,, waaronder 671 bund. 74 v. r. 157 v. ell. belastbaar land. Men telt er 58 h., bewoond door 76 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 400 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.."
Drie jaar na het financieel debacle vertrekt Hein naar Schoten 4) (thans Haarlem) nadat hij in Hardenberg is getrouwd met Gerritdina Scholten, een meisje van boerenafkomst.5) In dienst hoefde hij niet want hij was uitgeloot.6) Uit dit huwelijk komen vier kinderen voort maar al in 1921 komt er een einde aan het huwelijk als Gerritdina “na een langdurig lijden” 7) komt te sterven en Hein in 1924 hertrouwt met Aaltje Brouwer, een oude liefde.8) Aaltje was niet altijd even lief voor de kinders; zo moest zijn zoon Ab als hij met zijn verloofde op bezoek kwam een gulden betalen als bijdrage in de kosten van het eten. De kinderen waren dan ook snel uitgevlogen; het leek wel of Aaltjes toorn vanwege de eerste afwijzing op de hoofden van de kinderen was neergedaald. Ze leed aan hevige eczeemaanvallen en in 1960 kwam ze in een Amersfoorts ziekenhuis aan haar eind. 9)
MAKELAAR OF TIMMERMAN?
We zitten in een luie stoel en lezen het Haarlems Dagblad van 27 februari 1935 waar op blad zeven het volgende staat:
“Bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken is ingekomen een verzoek van de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem om advies uit te brengen betreffende de beëdiging van de navolgende personen als makelaar in de achter hun naam vermelde vakken:
(…)
5. H.W. Nieboer, Haarlem, Zijlweg 209, in roerende en onroerende goederen”
In de kranten van dat jaar vinden we geen berichten dat hij inderdaad is beëdigd maar op 8 augustus 1935 in dezelfde krant en meerdere keren daarna biedt hij vastgoed te koop of te huur aan als makelaar. Hij heeft het ‘m toch geflikt, die Hein ootje; want zo noemden zijn zussen hem als ze hem er weer eens tussen namen. Maar in de Haarlemse jaarboekjes presenteert Hein zich als timmerman, net als zijn enige zoon Elbert Willem, mijn oom Ab of ook wel Ep.
ZIJLWEG 209
Het Vrije Volk van 18 februari 1966 meldt akelig nieuws over het pand van opa aan de Zijlweg 209. Een meisje van veertien, dat daar woont, is overleden aan een combinatie van griep en de erbarmelijke staat van onderhoud van het pand, dat zich dan in handen bevind van de R.K. Stichting St.-Thomas a Villa Nova, die ook het naastgelegen Triniteitslyceum beheert. Daar is de vader van het meisje amanuensis en die durft geen amok te maken, bang voor zijn baantje. De verslaggever heeft het over de bewoners van “het kleine huis” maar hoe klein of groot was dat pand dan wel? In mijn beleving – ik was misschien een jaar of zes - was het een flinke woning en ook andere kinderen uit de familie vonden het er ruim. Vergeleken met de grote villa’s in de omgeving stelde het niet zoveel voor. Er was een tuintje voor, een tuin erachter waar Hein wat rommelde met groente en fruit en dat was het wel. Het pand werd doorgaans aan de achterzijde betreden.
MET PENSIOEN
In de bosrijke omgeving ten noorden van Zeist ligt de buurtschap Huis ter Heide. Daar bevindt zich het vier hectare grote “Park Rodichem”. Centraal in het Park staat een villa, en verspreid door het park liggen blokjes met kleine woningen, bestemd voor ouderen. Hein laat in 1953 zijn oog vallen op zo’n woning en blijft daar tot 1958 en keert terug naar Haarlem.4) Waarom? Hij was zo goochem om een huis te kopen, enkele honderden meters verwijderd van de startbaan van de toenmalige vliegbasis Soesterberg… Een halfjaar woont hij aan de Jansweg, waar hij een herseninfarct krijgt en komt te overlijden. Tot zijn grote verhuizing wordt hij opgebaard en ten slotte begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan; 10) het graf bestaat niet meer.
Bronnen:
1) Burgerlijke Stand (BS) Geboorten Nijkerk aktenr.37
2) Bevolkingsregister Nijkerk 1890-1906
3) Faillissement dossier 1904 Arr. rechtbank Zwolle Toegang 0108.1, Inv.nr. 1822
4) Persoonskaart
5) BS Huwelijken Stad Hardenberg aktenr.13
6) Huwelijkse Bijlage Nationale Militie
7) Overlijdensadvertentie Haarlems Dagblad 18-12-1921, BS Overlijden Schoten aktenr.25
8) BS Huwelijken Schoten aktenr.71
9) BS Overlijden Amersfoort aktenr.313
10) Overlijdensadvertentie Haarlems Dagblad 29-09-1958 pag.11
Toch een beetje vreemd: Elbert Nieboer huwt in 1873 en verklaart van beroep schipper te zijn en als hij op 14 februari 1879 – ’t was meer herfst dan winter - weer bij het Nijkerkse gemeentehuis staat is hij schippersknecht. Bepaald geen promotie. Hij was overigens daar om aangifte te doen van de geboorte van Hendrik Wilhelm Nieboer, zijn tweede kind, dat ’s morgens vroeg om één uur aan de Koetsendijk is geboren. 1)
Het lijkt wel of H.W. (Hein) zijn draai niet kan vinden. Begin twintigste eeuw vertrekt hij naar Haarlem om vandaar in september 1903 terug te keren en bij zijn oom Peter in te trekken, waar ook zijn vader woont.2) Deze inschrijving klopt niet. In het Algemeen Handelsblad van 20 juni 1903 lezen we namelijk: "Bij de gisteren gehouden aanbesteding van den bouw van een heerenhuis voor den heer G.Prins Azn. te Nijkerk, was laagste inschrijver H.W. Nieboer te Nijkerk voor
f 22,800". Hein was in juni dus al in Nijkerk en blijkbaar is de aanbesteding niet goed gelukt want in het bevolkingsregister lezen we de aantekening: “Bij vonnis Arrondissementsrechtbank Zwolle d.d. 4 november 1903 in staat van Faillissement verklaard".
FAILLISSEMENT
Het is 21 december 1903 als Hein en zijn compagnon Eibert Petersen ’s morgens om half twaalf op bezoek gaan bij rechter-commissaris Mr Sichterman in het Paleis van Justitie in Zwolle om de verificatievergadering bij te wonen van hun faillissement. De curator Mr van Setten doet verslag van de staat van de boedel en daarna kan Hein weer ophoepelen. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Aannemer Cornelis Ruitenberg heeft hen spullen geleverd, die niet betaald zijn en zelfs na een periode van krediet geven waren Hein en zijn compagnon niet in staat te betalen, waarop Ruitenberg op 20 oktober 1903 de rechtbank verzoekt hen in staat van faillietverklaring te stellen, de stekker eruit te trekken zeggen we nu. Hetgeen geschiedde, nadat ze de rechter verklaarden niet in staat te zijn de schuld te betalen, en welke andere schuld dan ook. Als de curator de balans opmaakt blijkt dat de schuldeisers slechts 30% van hun vordering krijgen toegewezen. En Hein, wat was hij kwijt, wat bezat hij behalve zijn inbreng in de firma, bestaande uit een schuur met een waarde van vijftig gulden en “een partijtje afbraak en rommel in en bij de schuur” ter waarde van ƒ. 7,50?
“Goederen toebehorende aan den failliet Nieboer
Zilveren horloge met zilveren ketting f. 10,--
Tafel f. 5,--
6 stoelen f. 6,--
Een rijwiel f. 10,--
Contanten f. 58,69” 3)
Waar die goederen zich bevonden wordt niet vermeld.
DE ZUSSEN
Wie hebben we daar, in het Bevolkingsregister van Nijkerk 1890-1906 blad 521?
“Nieboer, Peter, hoofd van de bewoners, geboren 2 december 1852, winkelier aan de Kolkstraat” enz. Twee zussen van Hein, Jacobje en Aaltje, mijn tantes Ko en Aal, erven in 1924 van deze oom Peter beiden een bedrag van ƒ 1.029,75 waaronder onroerend goed. Gezien het feit dat Peter winkelier was ging het hier om het pand aan de Kolkstraat, waar de beide dames een winkel in serviezen e.d. hadden en in welk pand zij ook hebben gewoond. Navraag bij het kadaster leert dat de kadastrale ligging niet meer bestaat. Vele malen heb ik er gelogeerd en als klein kind de indrukken opgeslagen, waardoor alles wel groter leek dan het in werkelijkheid was. In de grote moestuin met prieel plukte ik groente maar bij het wekken werd mijn aanwezigheid niet op prijs gesteld. "Mijn" slaapkamertje boven de winkel keek schuin links uit op de Waag en de gehele dag was de kerkklok te horen als hij sloeg. Dat gaf een vredig gevoel.
NAAR SCHOTEN
Ene Abraham Jacob van der Aa publiceerde tussen 1839 en 1851 zijn beroemde werk “Aardrijkskundig en Biografisch Woordenboek” waarin hij uitvoerig en uiterst nauwkeurig de plaatsen in ons land beschrijft. Zo heeft hij het volgende over Schoten (thans behorend bij Haarlem) te melden:
"SCHOOTEN-EN-GEHUCHTEN, gem., gedeeltelijk in het balj.. van Brederode, gedeeltelijk in Kennemerland, prov. Noord-Holland arr. en kant. Haarlem (10 k. d., 3 m. k., 2 s. d.); palende N. aan de gem. Velsen , O. aan Spaarndam en Haarlemmerliede-Noord-Schalkwijk-en-Hof-Ambacht, van welke laatste gem. zij door het Spaarne gescheiden is, Z. aan Haarlem, W. aan Bloemendaal-Aalbertsberg-ende-Vogelenzang en aan Velsen. Deze gem. bestaat uit
S c h o o t e n , Zanen , S c h o o t e r - v l i e l a n d, Z u i d - e n - N o o r d –
A k e n d am , Schooterbosch en Hoogerwoerd. Zij beslaat, volgens het kadaster, eene oppervlakte van 712 bund. 86 v. r. 63 ,v. ell,, waaronder 671 bund. 74 v. r. 157 v. ell. belastbaar land. Men telt er 58 h., bewoond door 76 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 400 inw., die meest in den landbouw hun bestaan vinden.."
Drie jaar na het financieel debacle vertrekt Hein naar Schoten 4) (thans Haarlem) nadat hij in Hardenberg is getrouwd met Gerritdina Scholten, een meisje van boerenafkomst.5) In dienst hoefde hij niet want hij was uitgeloot.6) Uit dit huwelijk komen vier kinderen voort maar al in 1921 komt er een einde aan het huwelijk als Gerritdina “na een langdurig lijden” 7) komt te sterven en Hein in 1924 hertrouwt met Aaltje Brouwer, een oude liefde.8) Aaltje was niet altijd even lief voor de kinders; zo moest zijn zoon Ab als hij met zijn verloofde op bezoek kwam een gulden betalen als bijdrage in de kosten van het eten. De kinderen waren dan ook snel uitgevlogen; het leek wel of Aaltjes toorn vanwege de eerste afwijzing op de hoofden van de kinderen was neergedaald. Ze leed aan hevige eczeemaanvallen en in 1960 kwam ze in een Amersfoorts ziekenhuis aan haar eind. 9)
MAKELAAR OF TIMMERMAN?
We zitten in een luie stoel en lezen het Haarlems Dagblad van 27 februari 1935 waar op blad zeven het volgende staat:
“Bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken is ingekomen een verzoek van de Arrondissements-Rechtbank te Haarlem om advies uit te brengen betreffende de beëdiging van de navolgende personen als makelaar in de achter hun naam vermelde vakken:
(…)
5. H.W. Nieboer, Haarlem, Zijlweg 209, in roerende en onroerende goederen”
In de kranten van dat jaar vinden we geen berichten dat hij inderdaad is beëdigd maar op 8 augustus 1935 in dezelfde krant en meerdere keren daarna biedt hij vastgoed te koop of te huur aan als makelaar. Hij heeft het ‘m toch geflikt, die Hein ootje; want zo noemden zijn zussen hem als ze hem er weer eens tussen namen. Maar in de Haarlemse jaarboekjes presenteert Hein zich als timmerman, net als zijn enige zoon Elbert Willem, mijn oom Ab of ook wel Ep.
ZIJLWEG 209
Het Vrije Volk van 18 februari 1966 meldt akelig nieuws over het pand van opa aan de Zijlweg 209. Een meisje van veertien, dat daar woont, is overleden aan een combinatie van griep en de erbarmelijke staat van onderhoud van het pand, dat zich dan in handen bevind van de R.K. Stichting St.-Thomas a Villa Nova, die ook het naastgelegen Triniteitslyceum beheert. Daar is de vader van het meisje amanuensis en die durft geen amok te maken, bang voor zijn baantje. De verslaggever heeft het over de bewoners van “het kleine huis” maar hoe klein of groot was dat pand dan wel? In mijn beleving – ik was misschien een jaar of zes - was het een flinke woning en ook andere kinderen uit de familie vonden het er ruim. Vergeleken met de grote villa’s in de omgeving stelde het niet zoveel voor. Er was een tuintje voor, een tuin erachter waar Hein wat rommelde met groente en fruit en dat was het wel. Het pand werd doorgaans aan de achterzijde betreden.
MET PENSIOEN
In de bosrijke omgeving ten noorden van Zeist ligt de buurtschap Huis ter Heide. Daar bevindt zich het vier hectare grote “Park Rodichem”. Centraal in het Park staat een villa, en verspreid door het park liggen blokjes met kleine woningen, bestemd voor ouderen. Hein laat in 1953 zijn oog vallen op zo’n woning en blijft daar tot 1958 en keert terug naar Haarlem.4) Waarom? Hij was zo goochem om een huis te kopen, enkele honderden meters verwijderd van de startbaan van de toenmalige vliegbasis Soesterberg… Een halfjaar woont hij aan de Jansweg, waar hij een herseninfarct krijgt en komt te overlijden. Tot zijn grote verhuizing wordt hij opgebaard en ten slotte begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan; 10) het graf bestaat niet meer.
Bronnen:
1) Burgerlijke Stand (BS) Geboorten Nijkerk aktenr.37
2) Bevolkingsregister Nijkerk 1890-1906
3) Faillissement dossier 1904 Arr. rechtbank Zwolle Toegang 0108.1, Inv.nr. 1822
4) Persoonskaart
5) BS Huwelijken Stad Hardenberg aktenr.13
6) Huwelijkse Bijlage Nationale Militie
7) Overlijdensadvertentie Haarlems Dagblad 18-12-1921, BS Overlijden Schoten aktenr.25
8) BS Huwelijken Schoten aktenr.71
9) BS Overlijden Amersfoort aktenr.313
10) Overlijdensadvertentie Haarlems Dagblad 29-09-1958 pag.11
Reacties
Een reactie posten