Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Jacobus Weijers (72) 1790-1870

EENDRACHT MAAKT MACHT
Het zou kunnen zijn dat Jacobus molenaar is geweest op dezelfde houtzaagmolen de Eendracht waar zijn zoon Pieter Jacobus  https://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/pieter-jacobus-weijers-36-1813-1877.html molenaarsknecht was. Ik maak dat op uit het feit dat vader en zoon respectievelijk in huisnummer 182 en 178a van de straatweg buiten de Leidse Wittepoort, in Zoeterwoude woonden, vlakbij elkaar dus. 1) Ook houtzaagmolen de Heesterboom is een mogelijkheid want die had destijds dezelfde eigenaar. 2)

Links de Heesterboom, rechts de Eendracht (Bron: www.molendeheesterboom.nl)

Over houtzaagmolen de Eendracht heb ik tot mijn verbazing ontdekt dat er tegelijkertijd twee houtzaagmolens met die naam in Leiden zijn geweest. Wie dat eens precies wil nalezen, die raad ik aan het blad de Molenwereld van september 2014 door te lezen op http://www.molentzand.nl/docs/artikel%20historie%20molenwereld.pdf en het jaarboekje 2001 van de Vereniging Oud Leiden op http://www.oudleiden.nl/pdf/2001.PDF . De inhoud van deze artikelen voert te ver voor om op deze post daarover uit te weiden.

NOG EENS HET SAMUEL DE ZEEHOFJE IN LEIDEN
Het Samuel de Zee hofje is gesticht in 1723. De huisvesting in het hof was bedoeld voor armlastige familieleden van Samuel de Zee. De ingang van het hofje bevindt zich aan de Doezastraat tussen huisnummers 14 en 18. Het complex bestaat uit 21 woningen. In 1743 vond een uitbreiding plaats waardoor er twee binnenpleintjes ontstonden met in het midden een regentenkamer. Deze regentenkamer is later als school gebruikt en werd in 1883 verbouwd tot woningen. In 1982 is het hofje gerestaureerd.

OPSCHRIFTEN
Boven de entree is deze tekst te lezen:
"Geeft God alleen de eer,
Voor goede dog niet rijke
neeven ende nigten
deed Samuel de Zee
dit bij sijn leeven
stigten, 1723".

Achter de ingang bevindt zich een poort met de tekst:
Eigen foto
"Dus was myn sin:
een yder praat
na syn begrip ~
maer soo t niet staat
tot uw genoegen
blyft dan buyten
k kan met myn poort
uw mond niet sluyten 1723 ~".

HOFJE VOOR NEVEN EN NICHTEN
In 1723 kocht De Zee een stuk grond aan wat toentertijd de Koepoortsgracht heette en nu Doezastraat is. Dit stuk grond bestemde hij voor zijn hof.
In 1724 liet hij zijn testament opmaken en bepaalde dat het hofje met tien huisjes was bestemd voor “goede dog niet ryke” neven en nichten.
Samuel de Zee werd in 1654 gedoopt als derde kind van Jean le Maire en Anne Charpentier, namen die duiden op een zuidelijke afkomst. Samuel veranderde zijn naam later in de Zee. Mochten deze neven en nichten er niet zijn, dan bestemde hij ze voor behoeftige alleenstaande vrouwen of weduwen, die tot de hervormde kerk behoorden. Hij was een zeer gelovig man en bepaalde dat in de zes kortste maanden van het jaar op de zondagen in het hof onderricht moest worden gegeven in de “Grondregelen van de Gereformeerde Religie”. Wie zonder dringende reden de bijeenkomst verzuimde moest een boete betalen. De boete ging in de boetepot tot er voldoende was opgespaard voor een feestmaaltijd. Zo bracht een zonde toch ook nog voordelen en blijkt dat er dus ook tijd was voor vrolijkheid in het hof.

UITBREIDING
In 1743 vond een uitbreiding plaats waardoor er twee binnenpleintjes ontstonden met in het midden een regentenkamer. Deze regentenkamer is later als school gebruikt en werd in 1883 verbouwd tot woningen. 3) Dat heeft Jacobus niet meer meegemaakt; met zijn tweede vrouw woonde hij in de hof op nummer zes. 4) En of hij zo armlastig was, daar zijn twijfels over. Want Jacobus behoorde mogelijk tot de notabelen van de stad; in het Adres- en Herenboekje 1816-1889 vinden we hem op blz.59/126 onder vermelding van naam, adres en beroep (molenaar).

Bronnen:
1) Bevolkingsregister Zoeterwoude 1850-1859 deel 1 blad 236 en Register van Volkstellingen 1840 deel 1 via Famiysearch im 172
2) ) website van de Stichting Houtzaagmolen de Heesterboom
3) Architectuur en monumentengids Leiden onder redactie van Jan Dröge c.s.
4) Bevolkingsregister Leiden, nr. 1137 (Periode 1854 - 1861) folio 136 via Erfgoed Leiden en Omstreken im 135



Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da