Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Pieter Jacobus Weijers (36) 1813-1877

Even kijken waar Pieter Jacobus staat in de familie: Cornelis Barthel (dat ben ik) >>> Johannes Jacobus Barthel (4) >>> Petrus Johannes Barthel jr (8) X (getrouwd met) Cornelia Weijers (9) >>> Johannes Jacobus Weijers (18) >>> Pieter Jacobus Weijers (36)

Een deel van de geboorteakte
DOOR WEER EN WIND
In de beginperiode van de Burgerlijke Stand moest de vader het geboren kind bij de aangifte ook daadwerkelijk tonen aan de ambtenaar. Het was op vier mei 1813 vijftien graden en er stond een noordoostelijke wind, die bewolking en onweer meevoerde. Geen fraai weer om met een pas geboren kind van nog geen dag oud naar het gemeentehuis van Oegstgeest te gaan maar Jacobus Weijers kon niet anders: hij moest aangifte doen van de geboorte van zijn zoon Pieter Jacobus.

ZAAGMOLENS
In 1848 kocht Johannes Hendrikus Meerburg de beide zaagmolens "de Heesterboom" en "de Jonge Paulina". Hij was al eerder door vererving in het bezit gekomen van molen "de Eendragt". Komend vanuit de Witte Poort van Leiden zag men als eerste molen "de Jonge Paulina", net na de brug over de Boshuizersluis. Honderd meter verder, en eveneens langs het Galgewater, stond "de Heesterboom", met daaromheen twee houtloodsen en een molenaarshuis. Na nog eens honderd meter stond als laatste molen "de Eendragt", ook temidden van houtloodsen, woningen, koetshuis en schuitenhuis.



Houtzaagmolen de Eendracht

Van oudsher werden er op de molen veel verschillende houtsoorten verzaagd. Boomstammen waren afkomstig uit Duitsland (vooral eiken), Finland, Rusland en Noord-Amerika (naaldhout) en inlands hout (Zeeuws iepen, beuken en eiken uit Warmond en hout uit de landgoederen van Duivenvoorde en de Horsten te Voorschoten en Wassenaar). 1)
De “Eendragt” of ook wel “de Eendracht” stond honderd meter van de nu nog actieve “Heesterboom” aan de Leidse Haagweg, naast de brug naar de Doctor Lelylaan en is in 1922 gesloopt. Op de kadastrale kaart 1811-1832 vinden we de molen en bijgebouwen onder de nummers 1988 t/m 1994 en als eigenaar wordt vermeld ene Samuel Adrianus Meerburg 2). En kijk, in het Bevolkingsregister van Zoeterwoude 3) – het gebied is later door de stad Leiden geannexeerd vanwege de gewenste stadsuitbreiding – vinden we Johannes Hendricus Meerburg, koopman en de zoon van Samuel Adrianus 4). En zoals we hierboven hebben kunnen lezen heeft J.H. de molen uit vererving verkregen. Volgens het Bevolkingsregister woonde J.H. aan de Straatweg Wittepoort, één van de stadspoorten van Leiden, Wijk 4 huisnummer 178. En wie woonde er in huisnummer 178A? Juist, Pieter Jacobus Weijers, die daar als molenaarsknecht werkte en in een “arbeidershuis” van zijn baas woonde.

Kadastrale kaart Zoeterwoude1811 1832

NOG EEN ZAAGMOLEN
“Heden dan is de dag aangekomen, dat mijn trouwe vriend, de wind-houtzaagmolen "de Liefhebber" wonende aan den Oudeweg en geboren 1686 ten doode is opgeschreven. Was mijn wensch steeds geweest dat hij mij zou overleven, het heeft niet zoo mogen zijn. Sterke handen breken af, wat de tijd nog niet heeft vermogen te doen.” 5) De houtzaagmolen “De Liefhebber” of ook “De Liefhebberije van de Weijereije” genaamd, werd in 1910 afgebroken.
Jacob(us) de Vries, zoon van Egbert de Vries verkreeg de paltrokmolen van zijn vader in 1853 in eigendom. Na het overlijden van Jacob de Vries, op 6 sept. 1866 kwam de molen in 1867 in eigendom van de weduwe van Jacob, Elisabeth Maria Vermeer, en andere erfgenamen. 5a) Jacob woonde in Haarlemmerliede, huisnummer drie aan de Oudenweg 6) en raad eens wie er op nummer twee woonde? Alweer juist: Pieter Jacobus Weijers. We vinden Jacob trouwens ook weer terug in de Oorspronkelijk Aanwijzende tafels van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 7). Wedden dat P.J. houtzager was op de “Liefhebber”?

Kadastrale kaart Haarlemmerliede 1811 1832

Bronnen
1) website van de Stichting Houtzaagmolen de Heesterboom
2) Kadastrale kaart 1811-1832 oorspronkelijke aanwijzende tafel Zoeterwoude, Zuid Holland, sectie A, blad 059/060 (OAT08236A059 en 060)
3) Pieter Jacobus Weijers geb.1813 BR Zoeterwoude 1846 via ELO inv.nr.888 image 195 en 196
4) Doopboek Pieterskerk 1796-1811 arch.nr.1004 inv.nr.231 via ELO image 97
5) Haarlems Dagblad van 19 december 1908
5a) molendatabase.org
6) BS Overlijden Haarlemmerliede en Spaarnwoude aktenr.06-09
7) Kadastrale kaart 1811 1832 minuutplan Haarlemmerliede, Noord Holland, sectie D, blad 01 (MIN07041D01)



Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De mezenkast Update 18 juli 2021

In maart kreeg ik voor mijn verjaardag een mooi cadeau: een minicamera voor de mezenkast in de lijsterbes in de achtertuin. Daar hebben we al jaren succesvolle broedsels van koolmezen.  Aanvankelijk bleef de kast dit jaar onbewoond vanwege de kou in de lente maar half april was het zo ver. Er werden wat takjes naar binnen gegooid, die af en toe weer werden verplaatst.   Hoopvol keken we regelmatig naar het scherm van de iPad: er gebeurde niets meer.   “Zeker opgevreten door de katten” , mopperden we, hoewel we toch een kattengordel om de stam van de boom hadden laten bevestigen.  Tot onze verbazing bleken de koolmezen vorige week toch weer aan het werk te zijn gegaan. Of het ging om het zelfde koppel is niet bekend. Ze hebben ten slotte geen rugnummer.   Intussen is er een laag van mos, kleine takjes en hondenhaar ontstaan, dat door het vrouwtje wordt verbouwd tot een nestje. We noemen haar Neeltje.  De rol van de man (Arie) is tot nu toe alleen die geweest van – mede - aangever van

Ik had een oom...

Lang geleden maakte de schrijver Godfried Bomans deel uit van een panel in het radioprogramma Kopstukken. Mensen uit het publiek konden hem vragen stellen en vaak begon Bomans na enkele seconden wachten met "Ik had vroeger een oom..." om daarmee zijn betoog te beginnen. Nu had ik vroeger óók een oom en die bezat een motor, kijk maar: We zien hier Hendrik Christiaan (Henk) Barthel, een broer van mijn vader. De motor is een 500CC TWN S uit 1925, topsnelheid 130 kilometer per uur; TWN staat voor Triumph Werke Nürnberg. Waarom nu dit verhaal? Welnu, onlangs wilden mijn oudste zoon en zijn vriend mijn gereedschapskist lenen om een oude motor aan de praat te krijgen, die de vriend op de kop had getikt. Na enig sleutelen was hij erin geslaagd en het één en ander is op film vastgelegd. Zet het volume van je luidsprekers maar wijd open en luister vooral naar de claxon. Enjoy!