Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Jan Roseboom (148) ????-1767

Waar zien we Jan in de familie? Aan de kant van de Weijers: mijn oma Cornelia Weijers - van mijn vaders kant - heeft een opa Pieter Jacobus en die is getrouwd met Cornelia Roozeboom, dochter van Frederik en zijn vader is Jan. Tja, de spelling veranderde nogal eens.

MONEY, IT’S A HIT!
En als je dan dacht dat de overheden alleen nu graag in onze portemonnee grabbelen moet je toch eens verder lezen.



En als je goed kijkt, dan zie je het daar staan, in het begraafboek: "den 10 dito Jan Roseboom Bn: in de kerk 3 – 3 – 0". Dat verdient enige uitleg. Eerst het eenvoudigste, den 10 dito, want boven aan de bladzijde staat met grote cijfers 1767 en verderop august. En Bn betekent begraven en in de kerk is ook niet moeilijk, maar welke en waar? Helaas, de kerk in Zegveld – want daar gaat het hier om – bestaat niet meer: in 1860 gesloopt vanwege de vernielingen tijdens de Franse invallen in 1575 en 1672. 1) maar dat 3 – 3 – 0 dan? Dat betekent drie guldens, drie stuivers en nul penningen en tja, dan komen we weer bij de openingszin uit van dit verhaal. De vele oorlogen in de zeventiende eeuw hadden de Republiek der Verenigde Nederlanden veel geld gekost. Daarom hebben de Staten van Holland op 15 november 1695 een voorstel gedaan om een impost = heffing in te stellen op het trouwen en begraven. Het voorstel werd aangenomen in een nieuwe wet. Er waren vijf klassen namelijk ƒ 30,-, ƒ 15,- ƒ 6,- ƒ 3,- en pro Deo

  • 1ste klasse: ƒ 30,-: Baljuws, schouten, burgemeesters, schepenen, raden, thesauriers, pensionarissen en secretarissen van de steden in Holland en Westfriesland. Ook de baljuws, drosten en dijkgraven van de hoogheemraadschappen vielen onder dit tarief. Vervolgens al degenen die bepaalde ambten bekleden waaraan een jaarlijks inkomen was verbonden van ƒ 800,- of hoger en diegenen die een vermogen bezaten van ƒ 12.000,- of meer.
  • 2de klasse: ƒ 15,-: Personen die een jaarsalaris verdienden van tussen de ƒ 400,- tot ƒ 800,- en degenen die zonder speciaal ambt te bekleden behoorden tot de bezitsklasse met een eigen vermogen van ƒ 6.000,- tot ƒ 12.000,-
  • 3de klasse: ƒ 6,-: Personen die jaarlijks een inkomen hadden van ƒ 200,- tot ƒ 400,- of behoorden tot een bezitsklasse met een eigen vermogen van ƒ 2.000,- tot ƒ 6.000,-.
  • 4de klasse: ƒ 3,-: Personen die minder dan ƒ 200,- per jaar verdienden of behoorden tot een bezitsklasse met een eigen vermogen van minder dan ƒ 2.000,-.
  • 5de klasse: Pro Deo: voor onvermogenden. 2)

Tegenwoordig is de belastingmoraal in ons land hoog; dat wijst niet alleen op een effectief controlesysteem maar ook op een hoog vertrouwen in de democratische constituties. 3) Welnu, dat was in de tijd van Jan wel anders. Ondanks het feit dat hij impost moest betalen bij zijn huwelijk in 1761 vertrouwden de autoriteiten hem niet en moest hij, toen Jannetjes dochtertje Weijntje 4) ging verhuizen van Kamerik naar Zegveld een akte van indemniteit (ook wel akte van cautie, borgtocht, ontlastbrief of borgbrief genoemd) overleggen. Dat was een verklaring van de diaconie of het gerecht van de plaats van herkomst van nieuwe ingezetenen, dat deze de eventueel noodzakelijke bijdrage in de kosten van levensonderhoud voor hen zouden betalen. De gewenste geldigheidsduur van die garantieverklaring kon per plaats verschillen. Het was een vooral in de 18e eeuw in veel op het grondgebied van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gelegen steden gebruikt ambtelijk middel om de toestroom van arme mensen naar een stad zo veel mogelijk in te dammen. Zonder een acte van indemniteit was het voor een arme aan het einde van de 18e eeuw dus zinloos om te proberen te verhuizen. 5) Ach, vandaar dat er toen geen files waren.

De bakkerij van Jan, nu van Jan

VAN JAN NAAR JURGEN NAAR JAN
En hoe zag een royement van de custinghbrief (hypothecaire lening) er in de achttiende eeuw uit? Gewoon een opmerking in de kantlijn plaatsen en de inhoud van de acte doorstrepen: weg ermee! 6) Die akte was nodig omdat Jan op 26 mei 1760 voor ƒ 1.000 een bakkerij in Zegveld koopt en daarvoor ƒ 800 leent. Uit de beschrijving in de akte kan ik opmaken dat het pand ergens aan de tegenwoordige Hoofdweg ligt of moet hebben gelegen en op Google maps kun je nog steeds een bakkerij vinden op nummer 91! Verder valt op dat de kelder niet bij de koop is ingegrepen: “uijtgesondert de kelder onder de annexe opkaamer geleegen voor aan de straat uytkoomende, geapprorieert tot een bierkelder die den transporteur aan hem selfs blijft behouden” maar Jan moet de muren van de kelder wel blijven onderhouden. En verder mag hij geen drank verkopen: “… nooijt in oft op ’t Getransporteerde geen Tappersnering sij van Wijn, bier, Sterke Dranken moogen doen oft verkoopen;…” 7) Vreemde aanvullende voorwaarden, die pas duidelijk worden na het lezen van een verhaal van de hand van Jurgen Rupschus op de website van Indebuurt Woerden. Hier vertelt hij over een oude bakkerij, die van Bakkerij de Leeuw, geleid door Jan de Leeuw en zijn vrouw Annelies. Adres: ja hoor, Hoofdweg 91 te Zegveld. En als we dan nog lezen dat hier al meer dan 400 jaar een bakkerij is gevestigd, er een bierkelder onder het pand zit én vroeger waarschijnlijk ernaast een taveerne, dan zijn die voorwaarden uit de transportakte verklaard. Enfin, lees zelf maar verder op https://indebuurt.nl/woerden/bedrijvigheid/ondernemer-uitgelicht/jan-en-annalies-bakkerij-leeuw-zegveld~66824/?utm_source=facebook&utm_medium=facebooktijdlijnpost
 Op 1 juni 1762 verkoopt Jan de bakkerij echter weer voor ƒ 800 aan de oorspronkelijke eigenaar, Abraham Oppelaar, die we op de website van Regionaal Archief Rijnstreek en Lopikerwaard regelmatig tegen komen in schepenaktes. Die verkoop 8) kan te maken hebben met het overlijden van Lijsbeth Brantsen, Jans eerste vrouw en zijn hertrouwen op 27 december 1761 in Nieuwkoop met Jannetje Leliveld. Volgens Jurgen weet Jan de Leeuw alles over de oude bakkerij en kan hij er uren over praten.

Jan trouwt...

...en hertrouwt

Bronnen:
1) http://rhcrijnstreek.nl/bronnen/lokale-historie/plaatsen/woerden/zegveld/385-zegveld-nederlands-hervormde-kerk
2) https://noord-hollandsarchief.nl/bronnen/archieven?mivast=236&mizig=210&miadt=236&miaet=1&micode=12.6&minr=3456568&miview=inv2&milang=nl
3) Volkskrant van 9 november 2017
4) Jannetje heeft op 3 januari 1762 haar dochter - onecht - zelf ten doop gehouden. Had Jan zoveel medelijden met haar dat hij haar hoogzwanger huwde- ze beviel enkele dagen na haar huwelijk - en wie is de vader? Of zou Jan toch..., want in de akte van indemniteit wordt ze genoemd als dochtertje.
5) Wikipedia
6) Oude Rechterlijk Archieven Gerecht Zegveld Schepenakten van 26 mei 1760 nummer 233
7) Oude Rechterlijk Archieven Gerecht Zegveld Schepenakten van 26 mei 1760 nummer 232
8) Oude Rechterlijk Archieven Gerecht Zegveld Schepenakten van 1 juni 1762 nummer 8

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De mezenkast Update 18 juli 2021

In maart kreeg ik voor mijn verjaardag een mooi cadeau: een minicamera voor de mezenkast in de lijsterbes in de achtertuin. Daar hebben we al jaren succesvolle broedsels van koolmezen.  Aanvankelijk bleef de kast dit jaar onbewoond vanwege de kou in de lente maar half april was het zo ver. Er werden wat takjes naar binnen gegooid, die af en toe weer werden verplaatst.   Hoopvol keken we regelmatig naar het scherm van de iPad: er gebeurde niets meer.   “Zeker opgevreten door de katten” , mopperden we, hoewel we toch een kattengordel om de stam van de boom hadden laten bevestigen.  Tot onze verbazing bleken de koolmezen vorige week toch weer aan het werk te zijn gegaan. Of het ging om het zelfde koppel is niet bekend. Ze hebben ten slotte geen rugnummer.   Intussen is er een laag van mos, kleine takjes en hondenhaar ontstaan, dat door het vrouwtje wordt verbouwd tot een nestje. We noemen haar Neeltje.  De rol van de man (Arie) is tot nu toe alleen die geweest van – mede - aangever van

Ik had een oom...

Lang geleden maakte de schrijver Godfried Bomans deel uit van een panel in het radioprogramma Kopstukken. Mensen uit het publiek konden hem vragen stellen en vaak begon Bomans na enkele seconden wachten met "Ik had vroeger een oom..." om daarmee zijn betoog te beginnen. Nu had ik vroeger óók een oom en die bezat een motor, kijk maar: We zien hier Hendrik Christiaan (Henk) Barthel, een broer van mijn vader. De motor is een 500CC TWN S uit 1925, topsnelheid 130 kilometer per uur; TWN staat voor Triumph Werke Nürnberg. Waarom nu dit verhaal? Welnu, onlangs wilden mijn oudste zoon en zijn vriend mijn gereedschapskist lenen om een oude motor aan de praat te krijgen, die de vriend op de kop had getikt. Na enig sleutelen was hij erin geslaagd en het één en ander is op film vastgelegd. Zet het volume van je luidsprekers maar wijd open en luister vooral naar de claxon. Enjoy!