Doorgaan naar hoofdcontent

Een biografie van Christiaan Barthel jr (32) 1815-1871

De Garenmarkt in Leiden, waar Christiaan in 1839 woonde

DE DIENST
Vòòr het vervullen van de militaire dienst werd er vroeger niet getrouwd, dat mocht niet. Maar dat betekende niet dat er niet werd gevreeën: zo staat kleermaker Christiaan op 8 augustus 1839 voor de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in Haarlem om in het huwelijk te treden met Johanna Maria Hagemans. 1) In de kantlijn van de huwelijksakte lezen we dat er al een kindje was – Christiaan zat nog in dienst toen zij in 1838 werd geboren - en dat hij dat meisje als vader erkent: "Nadat door hun voor hun beider dochter was erkend en mits dien als zoodanig gewettigd het kind alhier geboren op den veertienden Februari achttienhonderd achtendertig, en den vijftienden daaraanvolgende ingeschreven in het Register van den Burgerlijken Stand deze stad onder de naam van Maria Johanna Sub Numero tweehonderd en negentien". ’t Was nog een heel gedoe met de toestemming voor het huwelijk want zijn ouders leefden niet meer en hij kon geen bewijs van overlijden overleggen van zijn grootouders. Daarom moest de commandant van de vijfde afdeling Infanterie in de legerplaats te Bergen op Zoom, waar Christiaan heeft gediend, een consent (=huwelijkstoestemming) afgeven zodat alles nog in orde is gekomen. 2)

Het huwelijksconsent

ARM LEIDEN
In de eerste helft van de 19de eeuw lijkt Leiden in niets meer op de trotse Sleutelstad uit de 17de eeuw met haar bloeiende lakenindustrie. Leiden is in 1832 een vieze stad met smerige grachten. Mensen zijn slecht gevoed en gekleed en wonen in kleine huisjes, dicht opeen gepakt. En wanneer op 5 augustus 1832 's morgens om vijf uur door dokter Jan van Outeren bij Cornelis Schalkwijk de cholera wordt geconstateerd is Leiden pas echt in last. Is nu een contagium (smetstof) of een miasma (smetdamp) de oorzaak van de ziekte. Zes stadsdoktoren en vier stadschirurgijns doen wat ze kunnen. Ze houden spreekuur in de Burcht en laten patiënten opnemen in de drie cholerahospitalen: de Lakenhal, het Nosocomicum Academicum (Universiteitsziekenhuis) en de Kaarsemakerstraat. Het is vaak dweilen met de kraan open. Hun functioneren of liever hun disfunctioneren, staat continu ter discussie. Van 1832 tot 1866 wordt Leiden maar liefst negen keer door een cholera-epidemie getroffen. 3)
In de periode 1832 tot 1866 sterven 5.000 Leidenaars aan de cholera, op een bevolking van 39.000 in 1849 is dat een aanzienlijk aantal. Tijdens de grote landelijke choleragolf in 1866 blijven Amsterdam en Haarlem gespaard omdat voor de drinkwatervoorziening het water uit de duinen wordt aangevoerd. Het enige wat immers echt helpt is het aanleggen van goede sanitaire voorzieningen. Toch waren er ten gevolge van deze epidemie in Haarlem in 1866 nog 220 burgerslachtoffers. 4)
Tussen de geboorte van de twee kinderen Johannes Petrus in 1844 en Christina in 1846 is Christiaan naar Haarlem verhuisd en het zal me niet verbazen dat de hygiënische wantoestanden in Leiden daarvan de reden zijn geweest.

Bronnen:
1) Burgerlijke Stand Huwelijken Leiden aktenr.156
2) Huwelijkse bijlage idem
3) Nieuwsbrief Nr.36 van okt.2006 van "Begraafplaats Groenesteeg te Leiden".
4) http://www.fotostudiohaarlem.nl

Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da