Doorgaan naar hoofdcontent

De biografie van mijn vader: Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 Deel 1

Jan Barthel (1957)
Op verzoek van mijn familie in Canada heb ik toch besloten een biografie van mijn vader op dit blog te plaatsen. Vooral vanuit de kring (klein)kinderen van mijn schoonzus Bep was er vraag naar, wat hun (over)grootvader onder meer in de tweede wereldoorlog heeft uitgespookt. Omdat de meesten van hen het Nederlands niet machtig zijn kunnen ze gebruik maken van de translateknop op dit log, al zal Google translate er af en toe wel weer een potje van zal maken. Om het geheel leesbaar te maken heb ik het in stukken geknipt; dit is het eerste deel.

JEUGD
Als mijn vader zes jaar is geworden moet hij naar de lagere school. Pas in 1900 wordt de eerste Leerplichtwet in Nederland aangenomen en deze wordt effectief op 1 januari 1901. Deze wet verplicht kinderen van zes tot twaalf jaar tot het volgen van onderwijs. De leerplicht start dus bij de aanvang van het schooljaar nadat de kinderen ten volle zes jaar geworden zijn. Voor sommige kinderen worden uitzonderingen gemaakt, zoals voor boerenkinderen tijdens de oogsttijd. Dochters mochten ook thuis blijven om het gezin te verzorgen.
De leerplichtwet van 1900 wordt met 50-49 stemmen aangenomen, doordat een tegenstander (Francis David Schimmelpenninck) van zijn paard is gevallen en daardoor niet kan stemmen. Het paard is verstandiger dan zijn meester hebben voorstanders van de Leerplichtwet gezegd. Vooral onder de christelijke partijen is er verzet, omdat ze het bestaansrecht van christelijke scholen bij wet geregeld willen hebben. Dit gebeurt pas in 1917 (het beroemde Artikel 23 van de Grondwet). De socialisten zijn ook tegen de wet, maar dan omdat zij de wet niet ver genoeg vinden gaan. De Leerplichtwet 1900 kent als speciale vorm van onderwijs ook nog het huisonderwijs (zoals dat in adellijke families dan nog voorkomt) als geldige vorm van onderwijs, mits door een bevoegde onderwijzer gegeven. Als dat huisonderwijs er niet in staat, dan zullen diverse Kamerleden tegen stemmen. Een compromis dus. 1)
Als Jan tien jaar oud is breekt de eerste wereldoorlog uit; de economische omstandigheden zijn slecht. Hoewel de daadwerkelijke oorlog aan het neutrale Nederland voorbij gaat, worden veel goederen schaars en wordt er zelfs honger geleden. Nederland wordt in de eerste bloedige oorlogsmaanden overspoeld door een miljoen Belgische vluchtelingen. Ongeveer honderdduizend daarvan blijven hangen. Rond 25.000 Belgen worden rond Amersfoort opgevangen. Omdat de omliggende landen in oorlog zijn en de Noordzee niet veilig meer is voor civiele schepen, wordt het voedsel schaars, en een bonnensysteem voor de voedseldistributie wordt ingesteld. Een fout in de distributie leidt tot het zogenaamde aardappeloproer in Amsterdam in 1917: een voedseltransport dat voor het leger bestemd was, wordt geplunderd. In november 1918 riep Jelle Troelstra, de leider van de SDAP (Sociaaldemocratische Arbeiderspartij) op tot een revolutie onder de arbeiders, maar dit mislukte.

Een deputatie van de betogers is naar het stadhuis voor een onderhoud met de burgemeester. (Oudezijds Voorburgwal 195-201, wijk 6) 3)

Over dat oproer schrijft Troelstra: "Groote moeilijkheden werden veroorzaakt door de uitvoerpolitiek der regeering. Zoo kon het gebeuren, dat eind Juni 1917 de oude aardappelen opgebruikt waren en de nieuwe naar Duitschland werden uitgevoerd, wat in de groote steden nijpend aardappelgebrek deed ontstaan. Dat was de oorzaak van de relletjes, die toen te Amsterdam plaats hadden en zich ook tegen het gedeeltelijk socialistische gemeentebestuur richtten. De zeer ernstige gebeurtenissen, die verschillende dagen aanhielden, leverden een merkwaardig voorbeeld van het verloop van dergelijke bewegingen. Was het eerst het begrijpelijk, en desnoods aanvaardbaar optreden van hongerige huismoeders, die het vergeefs-bereide voedsel weghaalden uit de aardappelschuit, die toevallig binnen haar bereik lag, al spoedig ontaardde het in georganiseerde plundertochten, bedreven door elementen, die onder alle omstandigheden tot dergelijke daden bereid zijn. Plundertochten, waarvan allerhand winkels het slachtoffer werden en die weldra het grootste nadeel bezorgden aan de arbeiders zelf. Hiertegen moest de politie, versterkt met militairen, met geweld optreden." 2)

Bronnen:
1) http://nl.wikipedia.org/wiki/Leerplichtwet
2) P.J. Troelstra: Gedenkschriften Vierde deel: Storm. Blz.72/73
3) Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto-afdrukken Inventarissen http://archief.amsterdam/archief/10003 Afbeeldingsbestand OSIM00001005211









Reacties

Populaire posts van deze blog

Andries Derks Homan en Marchje Jans Lovise

  INHOUD : De Witte Wieven Auguste Rodin Vastgoed van Jan Hendrik Lovise Het verdwenen land Verkoop roerende goederen Levende have Bronnen   DE WITTE WIEVEN Het is mooi weer en we gaan een eindje fietsen.    Het landschap hier in het noorden van Drenthe is afwisselend: we zien percelen met dan weer landbouw, veeteelt en hier en daar wat bos. De wegen zijn smal maar doordat het erg stil is heb je daar geen last van.    Net als in het westen moet je opletten voor de razende racefietsers. De onvermijdelijke vlaggen op z’n kop ontbreken ook hier niet: ‘blauw wit rood, boer in nood’. De huidige bebouwing met fraaie bungalows afgewisseld met gerestaureerde oude boerderijen staat in schrille tegenstelling tot de armoe van vroeger.    We slaan een zijweg in maar dat het een onverstandige keuze is zal spoedig blijken. De weg wordt steeds smaller en hobbeliger en het terrein loopt langzaam op. Bovendien verdwijnt de zon achter de wolken en een kil oostenwindje voert een natte damp aan. Verde

De biografie van mijn vader Johannes Jacobus (Jan) Barthel (4) 1903-1968 deel 3

DE TWEEDE WERELDOORLOG Inleiding Bij het verzamelen van gegevens rond de familie blijven veel vragen onbeantwoord. Het is immers kort na de oorlog - maar ook nog lang daarna - niet gebruikelijk dat er uitgebreid wordt stilgestaan bij de oorlogsperiode. “Het land moet worden opgebouwd; de handen uit de mouwen!” is het parool. Natuurlijk wordt er door de oud-verzetsstrijders wel herdacht, maar alleen tijdens de herdenking op 4 mei en op de vergaderingen en bijeenkomsten van de Bond van Oud Illegale Werkers (BOIW), waarvan mijn vader lid is geweest. Verder wordt er vooral gezwegen. Veel oud-verzetsstrijders komen daardoor in psychische problemen en ook mijn vader ontkomt niet aan een naoorlogse depressie. Dat is vanwege mijn toen nog jonge leeftijd mij ontgaan; mijn zus weet daarover te vertellen. Eigenlijk is het in het licht van de vooroorlogse jaren opmerkelijk dat degenen, die het meeste durfden, die de meeste onderduikers helpen, de communisten en de gereformeerden zijn, uiterst

Ging Opa Barthel in de fout?

Vaak kom ik niet in Haarlem en als ik er ben mag ik graag door de Zijlstraat lopen. Als jochie op de HBS bracht ik voor ƒ0,25 per boek bestellingen rond voor een boekhandel uit die straat. Nieuwe boeken roken toen een beetje naar melkchocola soms, of naar vanille, niet zo chemisch zoals nu.   Een straat met geschiedenis, denk maar aan de overval op het distributiekantoor van mijn vader in 1944 http://barthelgezocht.blogspot.com/2018/08/de-biografie-van-mijn-vader-johannes_13.html . Via de Pandpoort liep ik ’s zaterdags naar de personeelsingang om mijn vader af te halen van zijn werk.    Pandpoort aan de Zijlstraat (Wikimedia, Publiek domein)   De straat komt uit op de Barteljorisstraat met het museum van Corrie ten Boom, ook vol geschiedenis. Mijn broer Wim en ik kochten in die straat onze rails voor de eerste opwindtreintjes van Fleischmann, later elektrisch.   In de Zijlstraat staat al eeuwenlang de herberg en verkooplokaal “De Gouden Leeuw”. De winkelpui beneden is vandaag de da